Club Brugge heeft in het honderd en dertigste levensjaar (1891) een Europese topprestatie geleverd door zich bij de laatste zestien van de Champions League te scharen. Op 13 november 2022 wordt verjaardag 131 gevierd. Tot dan een serie gesprekken uit het boek Bluvn Goan. De sterkhouders en straffe verhalen van de Club van auteur Raf Willems dat in november 2021 bij Lannoo verscheen. Deze week: Roel Vaeyens over de wetenschappelijke begeleiding van het Basecamp.
ROEL VAEYENS: ‘ONS BASECAMP IS EEN VAN DE MEEST FUNCTIONELE VAN EUROPA OP GEBIED VAN WETENSCHAPPELIJKE BEGELEIDING’
Roel Vaeyens (1978) is afkomstig uit Affligem, in de buurt van Aalst. In de rand rond Brussel supportert men natuurlijk voor Anderlecht. Dus cultiveerde hij het feit dat zijn voorkeur naar Club ging. Dankzij zijn vader die ook sympathie had voor blauw-zwart. Hij werd geboren in 1978 en ontving voor zijn eerste communie in het midden van de jaren tachtig het ‘Assubelshirt’ van Club, met de grote A op. Hij droeg dat met fierheid.
Hij studeerde af als sportwetenschapper aan de RU van Gent en voegde er ook nog sportmanagement aan toe. Hij vervult bij Club de functie van Chief Sports Officer en coördineert met Vincent Mannaert en Philippe Clement het sportieve departement.
Ik bestudeer talentidentificatie en ontwikkeling en superviseer het sportieve
Ik behaalde een trainersdiploma en doctoreerde op ‘talentidentificatie en ontwikkeling’. In verschillende sporten, maar mijn passie ligt toch bij het voetbal. Ik werd nadien professor aan de RUG bij de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Ik wilde graag in ‘het veld’ werken en in 2012 deed de kans zich voor toen Club mij contacteerde. Sindsdien ben ik hier fulltime in dienst. Mijn voornaamste activiteit bestaat uit de dagelijkse supervisie van het sportieve werk. Ik zorg ervoor dat de boel draait. Ik bespreek alles met de logistieke verantwoordelijke en met de teammanager van het eerste elftal en bereid ook tot in de puntjes de Europese verplaatsingen voor.
Ik begeleid alle transferonderhandelingen
Daarnaast hou ik alle transferbewegingen bij. Ik voer de contractonderhandelingen. Niet enkel die met nieuwe spelers, ik regel ook de verlenging van de verbintenissen. De evaluatie maken we telkens met ons drie. En dan nemen we de beslissing. Wie verkopen, wie volgen? Op basis van onze inzichten gaat ook de scoutingcel aan de slag. Tijdens de wekelijkse vergadering met onze scouts circuleren namen van voetballers die we interessant vinden en bij consensus valt de beslissing. Het werkvolume tijdens zo’n mercato wordt wel eens onderschat. Vaak doen we meer dan dertig in- en uitgaande transferbewegingen plus contractverlengingen.
Ik krijg hierbij ondersteuning van ons ‘legal team’, onze juridische afdeling die goed geolied is. Voor we in gesprek gaan met een makelaar moeten we het document Know Your Agent ingevuld krijgen. Zodat we honderd procent zekerheid hebben van de rechtsgeldigheid van die persoon.
We ontwikkelen een ‘profielfoto’ op maat van elke speler
Ik begeleid ook het Club Lab op gebied van de A-selectie. Vanuit mijn sportwetenschappelijke benadering. We werken hier multidisciplinair – medisch, fysisch, technisch, tactisch – en nemen relevante beslissingen. We vergelijken elke nieuwe speler met voormalige toppers die uitmuntend waren op hun positie zoals Meunier, Izquierdo of Diatta. Die ‘profielfoto’ stelt ons dan in staat om voor elke speler een programma op maat te voorzien. Waardoor we zijn exceptionele kwaliteiten trachten te versterken. Zo ontdekten we dat Diatta een fenomeen was met zijn snelheid, maar geen uithoudingsvermogen bezat. We vroegen ons af of hij zijn hoge snelheid kon toepassen of herhalen in de match. Kon hij de opeenvolging van veel wedstrijden aan? We brachten hem in januari en simuleerden voor hem een aantal wedstrijdomstandigheden. Daarin werd de belasting telkens wat opgevoerd. We wisten dat we niet moesten bezig zijn met de explosiviteit, maar wel met de kracht. Zorgen dat zijn lichaam bestand was tegen de belasting van de Champions League. Dat meten we met sprinttesten van vijftien, twintig en dertig meter. We bestuderen ook de wendbaarheid en sprongkracht.
Dankzij de VO 2 Max-zuurstoftest versterken we het uithoudingsvermogen
Het belangrijkste onderzoek van het Club Lab situeert zich in de VO 2 Maxtest. Die behandelt de maximale zuurstofopname en bezorgt ons gegevens over het algemene uithoudingsvermogen van de speler. In vergelijking met een decennium geleden is het voetbal veel dynamischer geworden. Dat merkt men aan de hoge intensiteit van het lopen tijdens de match. Die parameters maken het verschil tussen een topper en een subtopper. Dat is bij scouting belangrijk. Zit die indicatie juist, dan ligt de slaagkans hoog. Krepin Diatta hebben we duidelijk naar een hoger niveau getild. Op gebied van explosiviteit konden we niets meer toevoegen, want die is genetisch bepaald. Inzake voetbalspecifieke en hoogintensieve inspanningen – versnellen, recupereren, versnellen, recuperen en dat verschillende keren na elkaar – leerden we hem veel bij.
Met het Club Lab willen we ook de data-analyse nog beter gebruiken om sneller bepaalde conclusies te trekken.
We onderzoeken op een preventieve wijze de mogelijke blessurerisico’s
Ik volg ook de klinische onderzoeken van elke speler op door de kinesist en de dokter. We bekijken de schade per gewricht. Bij de voetballer onderzoeken we vooral heup, knie en enkel. Bij de keeper schouder en pols. Met spiertesten meten we de algemene kracht van spiergroepen zoals hamstrings en adductoren. Zo ontdekken we snel de risico’s per individu om een blessure op te lopen. Bij zwakke onderdelen starten we met een preventief programma.
Die preventie passen we zelfs toe tot in de ‘pré warming up’: op basis van de juiste coördinatie maken we de spelers klaar voor de training. En daarna kunnen ze onmiddellijk starten met de bal.
Ons Base Camp is het niet het grootste of het sjiekste van Europa, maar wel één van de meest functionele. Daar mogen we echt fier op zijn. Dit legt de basis voor onze toekomst.
