vrijdag, maart 29

Anderlecht zwaait Roger Vanden Stock uit

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Anderlecht neemt zondag afscheid van Roger Vanden Stock. Hierbij vindt u de tekst die ik op 22 december van vorig jaar schreef voor Het Nieuwsblad, toen bekend raakte dat Marc Coucke de nieuwe eigenaar van paars-wit werd.

De verkoop van Anderlecht aan Marc Coucke betekent niet alleen het einde van een tijdperk, maar ook het einde van de Vanden Stock-dynastie in het Astridpark.

Ik ontmoette Constant Vanden Stock voor het eerst na de Europese bekerfinale van Anderlecht tegen Hamburg in 1977. Als jonge freelance medewerker van de toenmalige BRT had ik de vrije trappen en hoekschoppen mogen bijhouden voor Rik De Saedeleer. Na de eindstrijd in Amsterdam was er een diner voorzien in een hotel in de buurt van het Olympisch stadion. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat er na een nederlaag nog een soort van feestmaaltijd was voorzien, maar Vanden Stock incasseerde het verlies met veel waardigheid

Drie jaar later stelde Michel Verschueren, de nieuwe manager van paars-wit, me opnieuw voor aan Vanden Stock. Het was in Kaiserslautern, de eerste Europese bekerwedstrijd van het seizoen. Ik werkte inmiddels voor Het Nieuwsblad en ‘Meneer Constant’, zoals we hem noemden, maakte me duidelijk dat verslaggevers altijd een stropdas moesten dragen en dat de chef-voetbal van de krant maar één ploeg in Europa moest volgen: Anderlecht.
Ik interviewde hem geregeld, meestal op de brouwerij. Achteraf kreeg ik steevast een cadeau mee: een vulpen of een karton met zes flesjes gueuze. Vanden Stock was ouder dan de meeste journalisten en begreep de kritiek op het resultaatvoetbal van zijn toenmalige trainer, Tomislav Ivic, niet. Hij vond dat we ons vastklampten aan romantische opvattingen over het spelletje en niet inzagen dat er nieuwe tijden op komst waren. Hij vierde in alle sereniteit zijn gelijk met een nieuwe Europese beker op de hoogste verdieping van het Ritz hotel in Lissabon.

De bierbrouwer was zijn tijd ver vooruit en stapte mee in de plannen van zijn manager om het stadion in het Astridpark te verbouwen. Verschueren wilde de nieuwe voetbaltempel door de sponsors laten betalen. Het idee van de loges had Mister Michel opgepikt bij een bezoek aan het American footballstadion in East Rutherford ter gelegenheid van een galawedstrijd tegen de New York Cosmos van Swat Van der Elst. Anderlecht kreeg navolging en loges en business seats stelden onze clubs na het Heizeldrama in staat hun stadions te moderniseren.
Vanden Stock bleef in alle omstandigheden uitermate hoffelijk ten opzichte van de journalisten. Het was Michel Verschueren die opdracht kreeg ons duidelijk te maken wanneer de preses niet tevreden was over onze pennenvruchten. Verschueren stond immer aan zijn zijde. Ik was dan ook verrast dat ik plots naar zijn appartement in Knokke moest komen voor een interview.
Nadien bracht hij mij naar een restaurant vlak bij het casino. Geen Verschueren in de buurt, wel Claire, zijn vrouw. Vanden Stock wilde wat meningsverschillen uitpraten en de toekomst van zijn geliefde club bespreken. Hij had reuzengrote twijfels of zijn zoon Roger hem kon opvolgen. Vooral mevrouw Vanden Stock geloofde meer in Philippe Collin, de zoon van de zus van Constant. Philippe en Roger groeiden als broers op. Philippe was volgens Claire de slimste, Roger een beetje aan de domme kant.
Meneer Constant nam in 1995 echter zelf een dwaze beslissing, die onze nationale ploeg tien jaar lang tot een marginale rol veroordeelde. Na het Bosmanarrest schaarde hij zich achter Antwerp-voorzitter Eddy Wauters, die het nieuwe transfersysteem te vuur en te zwaard te lijf wilde gaan. Wauters werd door Anderlecht aan het hoofd van de profliga geposteerd en voerde jarenlang een achterhoedegevecht. Spelers opleiden werd als tijd- en geldverlies en meer buitenlanders als de oplossing gezien. Vanden Stock was de 80 voorbij en niet meer in staat om zijn club op nieuwe paden te zetten.

Kort nadien bleek dat hij zijn allergrootste vergissing in volle glorieperiode had gemaakt. Anderlecht had in 1984 zijn Europese finaleplaats gekocht. Een onvergeeflijke fout, die alleen binnen de tijdgeest valt te begrijpen en niet opweegt tegen al zijn verdiensten voor zijn club en het voetbal. Maar het blijft een monumentale smet op zijn voorzitterschap.

Roger werd in de eerste maanden als opvolger van zijn vader met het omkoopdossier geconfronteerd. In plaats van zich te laten chanteren, bracht hij alles in de openbaarheid. Het maakte meteen duidelijk wie hij is: een eerlijke, en ondanks zijn afkomst, heel bescheiden man. Als journalist hadden we hem beter leren kennen toen hij delegatieleider was van de Rode Duivels tijdens het WK van 1994.

Organisatorisch was het een puinhoop in Amerika en Vanden Stock junior kreeg de verantwoordelijkheid in de schoenen geschoven. Collega Jan Segers van Het Volk doopte hem om tot ‘Vanden Golfstock’. ‘Jullie vinden mij dom’, schamperde Roger in het afzonderingsoord in Daytona Beach. Ik – altijd eerlijk of altijd grote mond, u kiest maar zelf – antwoordde ‘ja’. ‘Toch zal ik langer in het voetbal blijven dan jullie en zullen jullie het met mij moeten doen’, sneerde hij terug.

Niet alleen vader en moeder Vanden Stock, ook ik verkeek me op Roger. Hij bleek een uitermate aimabele man en ik had vaak de eer en het genoegen om, als oudste journalist van het gezelschap, aan zijn zijde te mogen zitten op het traditionele persdiner voor Europese wedstrijden.

Roger Vanden Stock leidde de club met zachte hand en was geen visionair zoals zijn vader. Hij had al snel door dat de internationale successen van paars-wit uit het verleden niet voor herhaling vatbaar waren, omdat het voetbal in de jaren ’90 totaal was veranderd. Hij gooide het over een andere boeg en zette alles op de jeugd. Door de verkoop van jongens als Vincent Kompany en Romelu Lukaku behield Anderlecht, naar Belgische normen, een enorme slagkracht.

De jongste jaren kreeg Sporting het desondanks steeds moeilijker om in eigen land het hoofd boven het maaiveld uit te steken. Roger Vanden Stock zakte letterlijk steeds dieper weg op zijn zitje en besefte dat hij als 75-jarige niet meer de energie had om zijn club nieuwe impulsen te geven. Dat we hem nog gaan missen, is hoegenaamd geen gewaagde stelling.

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply