De omwenteling van de Südwestdeutschen Schüle
Ik vertoefde onlangs een dag in Stuttgart. Hoofdstad en centrum van Baden-Wurttemberg. Hier startte de voetbalomwenteling van de zogenaamde ‘Südwestdeutschen Schüle’.
Ik bezocht de site van het Mercedes Benz Stadion – laan van oude lindenbomen, futuristische dakboog met aan de overkant het museum van Mercedes en Porsche – van VfB Stuttgart om 9 uur in de ochtend.
Op dat ogenblik gonsde het al van de activiteit in functie van het duel tegen Schalke 04 dat nochtans pas om 15u30 zou aanvangen. Jürgen Klinsmann evolueerde hier in het midden van de jaren tachtig tot een spits van wereldformaat.
Laatste landstitel van de roodwitten: 2007. Als gevolg van de crash van het Kirchimperium dat de televisierechten van de Bundesliga uitbaatte. Het verplichtte de ‘Verein für Bewegungsübung’ om de kaart van de jeugd, met de zeer getalenteerde Khedira, te trekken. Het leidde tot succes, dankzij het werk van opleider Thomas Tuchel. De Südwestdeutschen Schüle kreeg hier zijn eerste vertaling op het hoogste clubniveau.
In het hart van Stuttgart huist de oudste Duitse ‘kunstenaarsvereniging’. Ik nestelde mij een avond in Café Kunstlerbund. Er hingen schilderijen van oude en hedendaagse stadsgezichten aan de muur. De Stuttgarter Künstlerbund bestaat sinds 1898 en wilde sindsdien de verschillende kunstdisciplines een platform bieden en samen brengen. Rond die tijd woedde er een heftig debat tussen ‘conservatieve’ en ‘liberale’ kunststromingen. Door toedoen van de plaatselijke vorst, Koning Willem II van Württemberg en zijn cultuurminnende vrouw, ontving de vernieuwingsgezinde stroming bescherming en bepaalde ze het beeld van de stad. Dat krijgt tot vandaag weerklank. Met het initiatief Kultur für Alle laat Stuttgart sinds 2014 meer dan 65.000 minder kapitaalkrachtige inwoners gratis deelnemen aan culturele evenementen.
Ik trek graag een parallel naar de voetbalvernieuwers van honderd jaar later, die vanuit het provincienest dat Stuttgart toch in wezen is het establishment durfden uitdagen en op termijn zelfs overtroefden. In de kroeg van de kunstenaarsvereniging las ik het werk van Tobias Escher, een van de vele ‘tactiekbloggers’ die het Duitse voetbal rijk is en redacteur van Spielverlagerung.be. Hij schreef in 2016 het boek ‘Vom Libero zur Doppelsechs. Eine Taktikgeschichte des deutschen Fussballs’.
Voetbalvernieuwers uit een provincienest
Daarin vat hij het belang samen van de zogenaamde ‘Südwestdeutschen Schule’ op de ‘Route naar Rio 2014’: ‘De Duitse voetbalvernieuwing kwam vanuit Schwaben richting Freiburg, met een monding in Mainz. Een groep jongeren die onder invloed stond van relatief onbekende opleiders als Wolfgang Frank en Helmut Gross pikten de zonedekking en de pressing op van Ernst Happel (Club Brugge 1975-’78, bondscoach Nederland op WK 1978, Hamburger Sport Verein 1981-1987). Ze opperden dat dit beter was dan mandekking. Ze bestudeerden ook de systemen van Valeri Lobanovski (Dynamo Kiev, bondscoach Sovjet-Unie in de jaren zeventig en tachtig) en Arrigo Sacchi (AC Milan 1987-1991). Ze ontdekten ook bij de voormalige Zwitserse bondscoach Jeandupeux een andere kijk op verdedigen: ‘De filosofie van de achterste vier’. Daarin riep Jeandupeux op om ‘superioriteit over de bal’. Als verdediger, wel te verstaan.
De jonge hemelbestormers luisterden naar de namen Jürgen Klinsmann, Joachim Löw, Jürgen Klopp, Thomas Tuchel, Ralf Rangnick en Roger Schmidt. Met Klinsmann en Löw kwamen ze zelfs aan de top van de piramide bij de DFB.
Vooral Jürgen Klopp sprong met Borussia Dortmund in het oog: hij experimenteerde met ‘gegenpressing’, positiespel, verticale aanvalslust.’
Architect van de wederopbouw van het Duitse voetbal
Maar het was dus Joachim Löw die zou uitgroeien tot de architect van de wederopbouw van het Duitse voetbal. Hij voerde de Schwabische revolutie door die hij in 2004 was begonnen met Klinsmann.
Het ‘kortepassenspel’, dat in de Duitse taal fijner wordt omschreven als ‘das Kurzpassspiel’. Daar ligt de essentie van het ‘Löwdenken’ over voetbal. Dat realiseert hij vooral door fraai uitgevoerde middenveldacties. Hij combineert het met ‘gegenpressing’, het ‘spel-zonder-bal’, ‘één-één-situaties’, ‘oplossingen in de kleine ruimte’. Op die wijze vulde hij het voorbije decennium het basisbeginsel ‘aanvallend voetbal’ van Jürgen Klinsmann in. Die boetseerde het idee maar Löw vertaalde het naar de praktijk.
Klinsmann ontmoette Löw tijdens een trainerscursus. Jürgen overtuigde hem om in 2004 assistent-bondscoach te worden en Jogi accepteerde het aanbod. Hij had niets te verliezen want zat op dat ogenblik zonder werk.
Klinsmann en Löw kozen voor een nieuwe huisstijl: aanvallend. Ze verlieten het versleten idee van de fysieke slag, de brutale overtreding, de theatrale schwalbe. De ‘Mannschaft’ stond in een slechte reuk en werd internationaal amper gewaardeerd en zelfs als ‘te mijden’ gecatalogeerd.
4 reacties
Pingback: pk789
Pingback: buy viagra online
Pingback: สมัครเน็ต ais
Pingback: sex boy