donderdag, september 18

WK atletiek: Belgisch herstel en Portugese verrassing

Pinterest LinkedIn Tumblr +
Verspringen was nooit briljanter dan in het olympisch stadion van Tokio. In 1991, welteverstaan, toen Mike Powell en Carl Lewis een adembenemend duel uitvochten; de 8,95 meter van Powell is trouwens nog altijd onovertroffen. Vierendertig jaar later blijven de huidige beste springers op dezelfde plek en in even gunstige omstandigheden meer dan een halve meter bij het Amerikaanse duo achter.
Maar spannend was hun vertoon zeer zeker, met de ene positiewisseling na de andere, en een pas twintigjarige Italiaan als winnaar. In maart werd Mattia Furlani wereldkampioen in zaal, in China, vanmiddag, in Japan en in de openlucht, was hij niet minder succesrijk. Met zijn kroezelhaar en dynamische aanloop, gekenmerkt door opvallend hoge knieheffing, verovert Furlani in recordtempo alle harten.
In de 3000 meter steeple voor vrouw enopende Pernath Chemutai, uit Oeganda, meteen de aanval op de twee favorieten. Ze ranselde de groep uiteen, maar liep ook zichzelf voorbij. Onhandig zwevend over de sloot kwam ze lelijk ten val. De stormachtige aanhef eiste nog meer slachtoffers, onvast te been door het hoge tempo en de hitte die als een mantel de tartanbaan omhulde. De Keniaanse Faith Chirotich was de snelste van de overblijvers.
Bookmakers
Spanning en ook een vleugje dramatiek in het polsstokspringen. Goud en zilver voor de Verenigde Staten, dat stond al vrij snel vast, maar wie krijgt wat? Op zeker moment kon Sandi Morris niet dichter bij de zege staan, tot Katie Moon in een alles-of-niets poging nog een ommekeer teweeg bracht.
En dan was het tijd voor het hoogtepunt van de dag: de 1500 meter, met een halve baanronde voorsprong het nummer waarnaar, althans sinds enkele jaren, het meest naar uitgekeken wordt. Weliswaar zonder enkele kanjers, deze keer: Jakob Ingebrigtsen, olympisch kampioen Cole Hocker, de Amerikaan Yared Nuguse. En, als het ware ter elfder ure, de Britse titelverdediger Josh Kerr: halverwege liep hij een spierblessure op. Erg snel ging het nochtans niet, het was afwachten en wikken en wegen, tot de bel de slotronde aankondigde. En, natuurlijk, een opwindende eindspurt. Met een verrassende winnaar: de zesentwintigjarige Portugees Isaac Nader. Op de Ivo Van Damme Memorial was hij tiende geworden, een week later liep hij op de Diamond League-finale in Zürich als vierde over de streep. De bookmakers – maar zijn die welkom in Japan?- deden gouden zaken. Nader was twee honderdste seconde sneller dan de tweede, Geoff Wightmann, een Brit. Raymond en Timothy Cheruiyot, uit Kenia, waren derde en vierde, gevolgd door de jonge, hooggeschatte Nederlander Niels Laros. De eerste vijf finishten binnen ongeveer vier tiende seconde.
De Belgen herstelden zich na Zwarte Dinsdag. Naomi Van Den Broeck kwalificeerde zich voor de finale van de 400 meter horden via een goede verliezerstijd, 53.65, een Belgisch record. De 400 meter horden voor vrouwen is wel een van de zwakste onderdelen in het atletiekcircuit, enkele atleten, zoals de Amerikaanse Sydney McLaughlin-Levrone en Femke Bol uitgezonderd. Van Den Broeck heeft pas anderhalf jaar geleden voor de lage horden gekozen. Paulien Coeckuyt van haar kant overleefde de halve finales niet. Imke Vervaet daarentegen kwalificeerde zich voor de halve finales van de 200 meter.
Over Sydney McLaughlin-Levrone gesproken: morgen loopt ze de finale van de 400 meter vlak. Met twee sterke tegenstanders. De verwachtingen zijn hooggespannen. Mag ik een gokje wagen? McLaughlin-Levrone wint en duikt als derde in de geschiedenis onder 48 seconden.
.

 

Share.

About Author

Leave A Reply