Er hangen donkere wolken boven het Belgische team. Vaandeldraagster Nafi Thiam , toonbeeld van bescheidenheid, begint volgens de bondsleiders diva-gedrag te vertonen. Oorlog dreigt, en de Belgische prestaties zijn niet van die aard dat de hemel snel opklaart. Hoogspringer Thomas Carmoy, hinkstapspringster Ilona Masson en 800 meterloper Pieter Sisk bakten er vandaag weinig van en ei zo na versterkte Eliott Crestan nog het gevoel van onmacht. De vice-Europese en wereldkampioen op de 800 meter in zaal viel in de slotfase bijna stil, alsof een onzichtbare kwelduivel een touw om zijn benen had geslingerd en het met satanisch genoegen almaar strakker trok. Crestan sukkelde via het bekende achterpoortje, een zogeheten goede verliezerstijd, nog net de halve finales in. Zelfs dat was te hoog gegrepen voor Cooper Lutkenhaus, de nummer twee op de Amerikaanse selectiewedstrijden, een paar maanden geleden. Zestien was hij toen en is hij nog. Lutkenhaus gaf de school eraan en ondertekende een royaal sponsorcontract. Vandaag werd hij weggelopen. Wat nu, Cooper? Over afzienbare tijd misschien een boeiend thema voor een van de indringende Amerikaanse romanciers. Drie figuren wedijveren voor de Prijs van de Dag. Te beginnen met de trots van Kenia, Faith Kipyegon, de koningin van de 1500 meter, voor de vierde maal al wereldkampioene, een evenaring van het record van de Marokkaan Hicham El Guerrouj. De jacht op inmiddels ontelbare medailles en records nam niet zoveel tijd, energie en beleving in beslag dat ze haar kinderwens moest onderdrukken. Kipyegon heeft niet ėėn, maar vele dochters, ze is ook de moeder en beschermelinge van de 1500 meter-familie, waarvan elk lid het beste voorheeft met alle anderen, waar ze ook vandaan komen. Zoals de polsstokspringers, aangevoerd door meester Duplantis. Toen Kipyegon onlangs het wereldrecord van de 3000 meter attaqueerde, bood haar sterkste, nou ja: concurrente, de Australische Jessica Hull, zich spontaan aan als tempomaakster. Haar edelmoedigheid werd vanmiddag beloond met brons. Andere uitblinker: Ethan Katzberg, een kogelslingeraar die met zijn lange manen, imposante snor en vastberaden blik kan doorgaan voor een berenjager op de onmetelijke Canadese sneeuwvlakten. Elke keer, bij ieder van zijn zes pogingen, landde het tuig voorbij de 80 meterlijn. Met 84, 70 meter als uitschieter. Zijn coach keek alsof hij het al jaren in elk gesprek had voorspeld. Op naar het wereldrecord, orakelt hij nu ongetwijfeld (86, 74 meter door de Sovjet-Rus Joeri Sedych in 1986). De derde kandidaat-prijswinnaar komt uit het Zuiden van Afrika: Botswana, volgens wereldreizigers de mooiste plek op aarde. Onder de amper twee miljoen inwoners minstens drie uitmuntende 400 meterlopers, en alledrie hebben ze zich geplaatst voor de finale in Tokio, een huzarenstukje dat door de decennia heen voor de Verenigde Staten gereserveerd leek. En dan te bedenken dat ook dit trio vol ontzag opkijkt naar de held van de fiere natie, een 200 meterspecialist. Onthoud zijn naam, hij zal de komende dagen niet alleen in Botswana schitteren: Letsile Tebogo.
WK atletiek in Tokio: oorlog en andere wapenfeiten
Share.