dinsdag, september 2

Walter Godefroot (82) overleden

Pinterest LinkedIn Tumblr +

IN MEMORIAM WALTER GODEFROOT

KAMPIOEN TEGEN WIL EN DANK

De afgelopen jaren kwam hij amper nog buiten en interviews gaf hij nog maar zelden. Walter Godefroot overleed maandag in alle stilte. Hij werd 82 jaar.

Walter Godefroot was nooit echt gebiologeerd door de wielersport. Ondanks zijn aangeboren klasse reed hij evenveel in dienst van ploegmaats als zij voor hem werkten. Godefroot had veel meer uit zijn carrière kunnen halen, maar hij miste de eergierigheid van een echte kampioen. Bovendien lag de rol van vedette hem niet goed. Godefroot greep weleens naar voetbaltermen om zichzelf te typeren: een sobere spelverdeler die af en toe uitpakte met een gouden voorzet, een middenvelder die van achterin het spel  verdeelt. Wel koerste hij altijd vooraan. Hij was alert en geconcentreerd en stemde zijn race niet op iemand anders af.

Aanvankelijk werd Godefroot aanzien als een rebel, een lastige jongen. Hij voelde zich op vele manieren tekort gedaan. Als amateur bijvoorbeeld toen hij voor zijn legerdienst naar het Duitse Westhoven vloog, terwijl renners als bijvoorbeeld Willy Planckaert door een politieke tussenkomst op enkele kilometers van huis werden gekazerneerd. Toen de Olympische Spelen van 1964 in Tokio in zicht kwam, moest Godefroot in de krant lezen dat BWB-coach Oscar Daemers verklaarde dat hij in Drongen, waar Godefroot woonde, slechts één renner kende: een zekere Roger Deneve. Godefroot voelde de bui hangen en trok op eigen initiatief naar de Ronde van Tunesië waar hij enkele ritten won. Hij mocht alsnog mee naar Tokio. En pakte daar in de wegrit de bronzen medaille. In 1965 debuteerde Godefroot bij de profs en werd meteen Belgisch kampioen in Vilvoorde. In een spurt met drie liet hij Eddy Merckx en zijn latere schoonbroer Tuur De Cabooter achter zich.

EEN PURE BROODRENNER

Het was een onverwachte evolutie in de carrière van Walter Godefroot die als het ware in het zadel werd geduwd. Gepassioneerd door gymnastiek sloot hij zich aanvankelijk bij een turnvereniging aan. Er werd hem gezegd dat hij het in deze discipline ver zou brengen. Maar zijn vader en oom waren wielerfanaten en die vroegen hem voortdurend wanneer hij nu zou beginnen koersen. Tot hij dan, hun gezeur beu, een gammele fiets van zijn vader uit de garage haalde. Toen gebeurde er iets wat Walter niet verwachtte: in zijn tweede wedstrijd vloog hij als tweede over de meet.

Zo werd de Oost-Vlaming wielrenner tegen wil en dank. Maar het vuur brandde nooit in hem. Godefroot hield niet van de fiets en was een pure broodrenner. Hij fietste om te leven en aanzag trainingen als een kwelling. Hij ging na overwinningen nooit uit de bol en zat na nederlagen nimmer in zak en as. Toen hij eens in de Ronde van Vlaanderen naar de overwinning leek te snellen, maar op de Muur van Geraardsbergen door een lekke band werd geveld, zat hij twee uur later thuis rustig naar een tv-feuilleton te kijken. Alsof er niets was gebeurd.

Walter Godefroot stelde zich nooit als onvoorwaardelijke kopman op. Veel meer hield hij ervan een ploeg te organiseren en te dirigeren. Dat leerde hij bij het Franse Peugeot. De Drongenaar liet de ploeg als een collectief blok draaien, als schakels die in mekaar passen. In de Ronde van Spanje van 1971, die gewonnen werd door Ferdinand Bracke, verplichtte hij zelfs een vedette als Bernard Thévenet voor het team te werken. Daar kon hij dan intens van genieten. Ook al wist Godefroot dat die rol van dirigent hem overwinningen kostte.

Hij maalde er echter niet om. Want tussendoor legde Walter Godefroot een imposant palmares aan. Met onder meer twee overwinningen in de Ronde van Vlaanderen, in 1968 en 1978. Maar als er een koers zijn voorkeur wegdroeg, dan was dat Parijs-Roubaix. De Oost-Vlaming kon lyrisch vertellen over dit relict uit oude tijden, over het gebonk over de straatstenen. Hij had tijdens zijn trainingen, op de weg tussen Drongen en Gent, geleerd over kasseien te rijden en probeerde dan altijd op de rug van een kassei te fietsen. Met de handen boven op het stuur liet hij zijn gidon dansen in zijn handen. Hij kreeg een kick om over de kasseien te vlammen, hij wist dat niemand daar sneller kon rijden. Zijn grote kracht was dat hij zonder handschoenen kon fietsen, dat hij nooit blaren kreeg. Dat had allicht te maken met zijn opleiding als schrijnwerker, waarin hij het gewoon was om handenarbeid te verrichten.

WAAIERS MAKEN

Heel zijn carrière profileerde Walter Godefroot zich als een man van het voorjaar. Hij kon er enorm van genieten om waaiers te vormen, wist als geen ander  vanwaar de wind kwam.  Voor hem was koersen lastig als hij wist dat hij niet op het voorplan zou rijden. In de andere gevallen kon Walter, ondanks zijn gebrek aan passie, zo diep gaan dat hij bijna moest braken.

Walter Godefroot was een veelzijdig renner, een sprinter die hellingen verteerde. Ooit zei Eddy Merckx hem dat hij nooit een spurter in zijn ploeg zou willen, maar dat hij voor Godefroot een uitzondering wilde maken. Omdat hij zo hard werkte voor de ploeg.

Opmerkelijk dat een explosieve renner als Godefroot ook twee keer Bordeaux-Parijs won. In de Ronde van Frankrijk schreef hij tien ritten op zijn palmares en veroverde in 1970 het groen. Alleen in het wereldkampioenschap speelde Godefroot nooit een hoofdrol omdat hij zich na de Tour mentaal nog moeilijk kon opladen.

In 1979 beëindigde Walter Godefroot zijn carrière. Het was een verlossing. Ijsboerke had hem een goed contract aangeboden, het beste uit zijn carrière, maar Godefroot wilde zichzelf niet bedriegen. Hij kon het mentaal niet meer aan. Dat hij nadien nog zo lang in het wielermilieu bleef, vooral dan als sportdirecteur en manager van Telekom-T-Mobile, is eigenlijk verwonderlijk. Dat hij als Belg dertien jaar lang overeind bleef in een Duitse organisatie die op een gegeven moment haast verpletterd werd door dopingschandalen, is ook veelzeggend. Godefroot bleef ook in die functie helemaal zichzelf: geen opgezwollen teksten maar een realistische benadering. In tijden van voor- en tegenspoed.

De afgelopen jaren leed Walter Godefroot aan de ziekte van Parkinson. Hij leefde sindsdien in de schaduw. Dat aanvaardde hij. Godefroot zocht in zijn carrière nooit de publiciteit.

Share.

About Author

Leave A Reply