Zelf gaf hij altijd aan dat het een moment in 1971 was geweest, op 4 augustus om precies te zijn, de dag waarop Bayern München op bezoek was in Wenen voor een wedstrijd tegen Austria Wien. De Oostenrijkse club bestond zestig jaar, en dat moest gevierd worden. Met een erewedstrijd, en Bayern München werd uitgenodigd.
De dag erna stond een sightseeing tour door Wenen op het programma, waarbij ook de Hofburg – sinds 1945 de officiële residentie van de Oostenrijkse bondspresident – werd aangedaan. En daar zou het gebeurd zijn. Want daar stond het borstbeeld van Franz-Josef I, keizer van Oostenrijk tussen 1848 en 1916. Fotograaf Herbert Sundhöfer vroeg Beckenbauer naast het beeld te gaan staan en schoot een legendarische foto. De speler keek een beetje schuin omhoog naar het beeld op het voetstuk. Twee weken later stond de foto prominent op de cover van het voetbaltijdschrift Kicker., met als bijschrift: ‘Twee keizers ontmoeten elkaar in de Hofburg’.
De bijnaam was dus – volgens hemzelf althans – toen in Wenen ontstaan. Maar zo was het niet gegaan. Dat was niet het moment dat Beckenbauer Der Kaiser werd. Er sprak veel voor een andere momentum diat al twee jaar eerder had plaatsgevonden. In Bild Zeitung was op 10 juni 1969, enkele dagen voor de bekerfinale tussen Bayern München en Schalke ’04, te lezen dat Beckenbauer beschouwd moest worden als Der Kaiser der Nation. Die betiteling had te maken met zijn samenspel met Gerd Müller, die inmiddels als Der Bomber der Nation door het leven ging.
Beckenbauer dankte zijn bijnaam aan de boulevardpers. Daaraa droeg de foto van Sundhöfer in Kicker wel degelijk bij. Daardoor werd Der Kaiser als begrip visueel gemaakt.
Bron: Ruud Doevendans, ‘Beckenbauer – Fenomeen tegen elke prijs’, 2025, blz. 217-220,, 223
Rob Siekmann