ANTWERPEN – Er waait een nieuwe wind in het voetballandschap: Creative Football Teams. Antwerpenaar Ismail Eddegdag (28, zie foto hieronder ) is één van de bevlogen oprichters van ‘Corner Culture’, zo’n creative football team. Met Corner Culture creëerde hij een creatieve hub die inspeelt op de behoeften van voetbalsympathisanten die zich niet willen binden aan traditionele voetbalbonden.
Vanuit de Whatsapp-groep komen iedere woensdag instructies binnen: wie waar moet worden opgepikt voor de rit naar Sportpark Sneppenbos in het diepe Boechout. ‘Corner Culture’ heeft geen vast voetbalveld, dus moeten ze steeds nomadisch op zoek naar een ander veld – niet eenvoudig in Antwerpen, met zijn overbezetting en tekort aan velden. Het weer zit helaas niet mee vandaag: het sportcomplex is niet overdekt. Ondanks de kou hoor je gelach in de kleedkamers tussen de nieuwkomers en de oude garde van ‘Corner Culture’. Samen lopen we naar de kunstmatige grasmat, waar ons een mix van wereldgoal remakes, vrijetraptechnieken en meer te wachten staat.
In iedere sport zie je de opkomst van de sporter die niet gebonden wil zijn aan een specifieke liga of voetbalbond om te kunnen sporten. ‘We leven echt in een
on-demand tijdperk, vergelijkbaar met lineair kijken dat niet meer bestaat’, aldus Ismail Eddegdag, bezieler van ‘Corner Culture’. ‘Mensen willen voetballen wanneer het hen uitkomt, de controle behouden over hun eigen schema’s. Ik ben zelf een kind van mijn tijd. Het is moeilijk om vast te zitten aan vaste dagen. Ik kan en wil niet iedere week trainen op dinsdag en donderdag en dan nog iedere zondagochtend een wedstrijd spelen.’
Deze trend van onafhankelijkheid in de sportwereld won de laatste jaren steeds meer terrein. In een tijdperk waarin mensen alles binnen handbereik willen hebben, van films tot boodschappen, is het niet verwonderlijk dat ze ook de vrijheid zoeken in hun sportieve activiteiten. Eddegdag: ‘Dit keerpunt was de drijvende kracht achter de geboorte van ‘Corner Culture’. Soortgelijke winden uit het buitenland wakkerden de oprichting van ‘Corner Culture’ mee aan.’
Voor veel jongeren eindigt hun voetballoopbaan aan het einde van de jeugdopleiding. Op dat moment moeten ze overschakelen op het volwassenvoetbal. Helaas ervaren velen daarbij struikelblokken. Hoewel enkele getalenteerden nog steeds de kans hebben om op hoog niveau te spelen, blijven er maar weinig alternatieven over voor gewone voetballiefhebbers.
Enkele getalenteerden hebben na de jeugdopleiding de kans om op hoog niveau te spelen. Voor de gewone voetballiefhebbers blijven er maar weinig alternatieven over
Voor deze voetballiefhebbers zijn er opties als jeugdverenigingen met een sportief luik, cafévoetbal en de lagere provinciale reeksen, waar vaak een specifieke pintjescultuur heerst. ‘Het is lastig om je daarin te mengen als je niet wilt meedoen aan die cultuur’, zegt Ismail Eddegdag. ‘Ik voel me net zo weinig verbonden met een pintelierende caféploeg als met een jeugdwerkorganisatie die werkt met mensen in armoede. Dat is gewoon niet waar wij voor staan.’
Eddegdag, een romantische ziel, ziet voetbal niet alleen als een sport, maar als een middel om gewone voetballiefhebbers samen te brengen en de schoonheid van het spel enigszins on-demand te laten zien. ‘Corner Culture’ biedt zo’n fris alternatief naast de traditionele voetbalstructuren, waarbij je niet per se hoeft aan te sluiten bij een bond en competitie om je passie te beoefenen. De spelers van ‘Corner Culture’ ervaren een flexibeler model zonder de druk van een rigide competitie. Creative Football Teams zijn ideaal voor zulke voetballiefhebbers waar dat laagdrempelige, die flexibiliteit en toch nog het pure voetbal-DNA centraal staan.’
Ondanks de romantiek, botste Eddegdag met ‘Corner Culture’ al snel tegen bepaalde limieten. ‘We draaien momenteel op honderd procent inkomsten uit lidmaatschapsgeld. Enerzijds heb je de norm van subsidies aanvragen, maar dat heeft zijn beperkingen en formele eisen. Dat is beknottend, zelfs een beetje verstikkend. Dan kijken we al snel naar commerciële partners. Het probleem is echter dat de cultuur in België vrij conservatief is voor nieuwe initiatieven als de onze’, aldus de Antwerpenaar. ‘Dat staat in schril contrast met landen als Nederland of het Verenigd Koninkrijk, waar creativiteit veel meer kansen krijgt. Er moet al heel veel gebeurd zijn, je moet in zekere zin established zijn, vooraleer iets tractie krijgt hier in ons land. We voelen dat er een gigantisch verschil is in België in vergelijking met Nederland of het Verenigd Koninkrijk, of andere landen waar de creativiteit veel meer kansen krijgt.’
Ismail Eddegdag wil de flexibiliteit behouden, maar tegelijk aansluiting vinden bij de Koninklijke Belgische voetbalbond, zodat ze verzekerd zijn tijdens trainingen en wedstrijden. ‘Voor onze groep van veertien à vijftien personen is wekelijks voetballen op zondag onrealistisch. We hopen op een bondformat dat past bij ons en bij vergelijkbare creative teams. Ons doel is zeven tot acht wedstrijden per jaar, met een voorkeur voor maandelijkse of anderhalve maandelijkse speeldagen. Het gaat niet om een wekelijkse competitie, maar om af en toe met vrienden te voetballen op een veilige manier, met een verzekering, dus. Zo’n flexibel schema zou aantrekkelijk zijn voor veel mensen in Vlaanderen. Het biedt ruimte voor plezierige wedstrijden tegen gelijkgestemde teams zonder de druk van wekelijkse verplichtingen.
AS Velasca uit het Italiaanse Milaan is een club die zichzelf niet zozeer ziet als een voetbalteam, maar eerder als een kunstenaarscollectief. Met zijn motto ‘Make ART, not VAR’ streven ze naar een unieke benadering van het spel, waarbij ze samenwerken met andere creatieve entiteiten zoals het Zuid-Afrikaanse Soweto Stars FC.
In de Verenigde Staten is er Chinatown Soccer Club uit New York City, een ware pionier in de wereld van creatief voetbal met meer dan een decennium ervaring. Hun wekelijkse bijeenkomsten – niet alleen om te voetballen, maar ook om creatieve ideeën uit te wisselen – maken hen een bron van inspiratie voor de lokale gemeenschap.
Mehdi Chouachoua Bouali
StampMedia/met dank aan Antwerps Persbureau