‘Job done. Now we write another book.’ Zo sprak Pep Guardiola na de winst tegen het Braziliaanse Fluminense (4-0) in de finale van de FIFA WORLD CLUB CUP 2023. De cirkel is rond voor hem: de Catalaanse coach won alle denkbare prijzen sinds zijn komst in de zomer van 2016: zestien in acht seizoenen. Manchester City Football Club scoorde onder hem meer dan duizend doelpunten en speelde ongrijpbaar en op zijn Engels gezegd ‘fabulous football’. Met als schaduwzijde: de 115 en meer inbreken op de ‘Financial Fair Play’ van zowel de Premier League als de Champions League. Hangt het zwaard van Damocles boven de club?
De machtsgreep in de zomer van 2008 in het nieuwe City of Manchester Stadium door de Abu Dhabi United Group deed wijd en zijd de wenkbrauwen fronsen. Die legde de pijnzenuw van de Premier League bloot. Was dit de prelude tot de ‘kredietcrisis’ van het internationale topvoetbal? Professionele voetbalverenigingen worden van het ene ogenblik op het andere van de ‘beurs’ geplukt door gefortuneerde eigenaars. Ze komen uit een ander deel van de wereld en bezitten geen binding met de stad of de club. Manchester City werd dus zonder het zelf goed te beseffen de ‘rijkste’ club ter wereld.
Met als ultieme doelstelling: het winnen van de ‘Beker met de Grote Oren’ of de Champions League. En zo geschiedde in de zomer van 2023.
Nochtans verdedigden de ‘lightblues’ een knappe traditie in het sociale veld. Een ‘eindejaarsverhaal’ over ‘football in the community’, toen Manchester City nog gewoon zichzelf was. En niet in het 21 ste eeuwse Etihad Stadium speelde, maar in het 19 de eeuwse Maine Road Stadium.
Don’t look back in anger
Op een nevelige aprilavond in 1996 stond ik in de wijk Moss Side, voor Maine Road, het stadion van Manchester City Football Club, te luisteren naar Oasis. Binnen bracht zanger/Cityfan Noel Gallagher met zijn baanbrekende versie van Don’t look back in anger de liefhebbers in hogere sferen.
Enkele maanden later bezocht ik de London Bookfair en een Engelse uitgever probeerde mij te paaien met ‘Brothers, from childhood to Oasis’, geschreven door broer Paul Gallagher, in samenwerking met muziekjournalist Terry Christian. In zijn woord vooraf kwalificeerde Christian – die in zijn radioprogramma’s de Manchester sound of music van jonge bands als The Stone Roses en Happy Mondays mengde met rockklassiekers van The Beatles, Jimi Hendrix en The Doors – het concert op Maine Road als historisch: ‘It would take just one band to set Manchester buzzing again. Finally, it happened. When over 80.000 fans frugged about in the cool night air at Maine Road on 27 and 28 april 1996, singing along every single song played by Oasis on that stage, it was like a communion all over again.’
Het optreden gold als legendarisch omdat het Manchester opnieuw deed bruisen, na jaren van verwaarlozing onder de conservatieve regeringen van Margaret Thatcher en John Major. De muziekpers noemde Oasis op dat moment the greatest rock-‘n-roll-band-on-earth. De invloedrijke zanger opende met zijn oproep om op Tony Blair te stemmen de deur voor de verkiezingsoverwinning van de Labour Party in 1997.
De immer provocerende Oasis-frontman bleef nadien in de media snoeihard uithalen naar de teloorgang van de Britse binnensteden: ‘It all goes back to the Thatcher-years.’
Noel Gallagher beleefde de eigen vlegeljaren in een gebroken familie, met een gewelddadige en aan de drank verslaafde vader. Ze woonden in een wijk zonder perspectief. Met hun wekelijkse uitstapjes naar de wedstrijden van City – als reactie op hun vader die Unitedfan was – ontsnapten hij en zijn broers aan de onhoudbare spanningen in het gezin en op de straat.
Don’t look back in anger. Kijk niet om in woede! Hoe doe je dat in een verwaarloosde buurt als Moss Side? Ze wekte huiver op. Ze ademde de troosteloosheid van verloren levens. De verpaupering was zo hels dat de wetenschap haar het brandmerk gaf van meest trieste ‘suburb’ van Manchester. Met een overdaad aan straatcriminaliteit en een overdosis aan druggebruik.