Odilon ‘Lon’ Polleunis is wellicht de beste Belgische voetballer die nooit voor één van de Belgische voetbalgrootmachten speelde. Hij was de zoon van Toon en de neef van Dore Polleunis, die ook een bescheiden voetbalcarrière uitbouwden. Lon was een natuurtalent. Een balvirtuoos, met een geweldige dribbel en een genadeloos schot. ‘Polleunis heeft alles’, zei Raymond Goethals. ‘Hij heeft karakter. Hij heeft een schot om een os te vellen. Hij heeft conditie en zijn voornaamste kwaliteit blijft de variatie die hij legt in zijn dribbel. Lon kan gelijk welke verdediger voorbij. Hij dribbelt nooit in één richting, hij gaat alle kanten uit.’
Polleunis is één van de weinige spelers van een provincieclub die de Gouden Schoen won. En dan nog met een straat voorsprong. Hij werd dan ook vice-kampioen met STVV (1966) en verliezend bekerfinalist (1971, 2-1 na verlengingen tegen Beerschot). Zijn bekroning dankte hij echter vooral aan de nationale ploeg. Hij was al 25 toen Raymond Goethals, zijn ex-coach bij STVV, hem op 7 april 1968 tegen Nederland liet debuteren. Polleunis speelde een bepalende rol in de kwalificatie voor het WK 1970. Hij maakte de beslissende goal in Finland (1-2), een hattrick in de return (6-1) en twee goals tegen Joegoslavië (3-0). De Limburger blonk vooral uit in het duel tegen het sterke Spanje (1-1).
In Mexico viel hij in tegen El Salvador (3-0 winst) en speelde een volledige wedstrijd tegen Mexico (1-0 verlies). Hij maakte als invaller het enige Belgische doelpunt in de halve finale van het EK 1972 tegen West-Duitsland (2-1).
Polleunis won bij zijn overstap naar RWDM de Belgische titel, maar haalde lang niet alles uit zijn enorm talent. Hij was geen harde werker, pakte gemakkelijk extra gewicht en genoot te graag van het leven. Hij noemde zich niet voor niets ‘de James Dean van het Belgisch voetbal’. Hij speelde 353 wedstrijden in de hoogste klasse. Zijn laatste seizoen als voetballer bracht hij door bij tweedeklasser SK Tongeren. Hij stopte nadat zijn naam viel in een omkoopaffaire met Patro Eisden.