‘In het Nieuwsblad had François Colin geschreven dat we niet met Robert Waseige door wilden. En dat hij lag te slapen tijdens de bespreking – enfin, hij werd belachelijk gemaakt’, valt er vandaag te lezen in de column van Marc Wilmots in Het Nieuwsblad. Twintig jaar na het WK 2002 heeft Marc Wilmots nog altijd niet door wat er in Kumamoto in het Belgische kamp aan de hand was.
In die tijd waren alle spelers en stafleden elke dag nog beschikbaar voor de pers. Niet zoals nu, wanneer iedere keer twee spelers opgevoerd worden die achter een bureau zitten. Vroeger kon je dus veel informatie ‘off the record’ verzamelen.
Na de persconferentie keerde ik naar ons hotel terug samen met Ludo Vandewalle en Kurt Van Laere, mijn collega’s bij de krant. Kurt was in alle staten. ‘Er is van alles aan de hand’, zei hij. ‘Peter mag met ons niet terugrijden. Ik heb te veel te vertellen.’
Peter was Peter Goris, die toen bij De Morgen werkte en geen huurwagen had en op collega’s was aangewezen. Het toeval wilde dat Peter niet van plan was met ons terug te keren. In de wagen barstte Kurt meteen los: ‘Ze zijn Waseige beu en willen terug naar huis. Ik heb het van zes spelers.’
‘Je hoeft mij verder niets te zeggen’, antwoordde ik. ‘Ik kan het je ook vertellen.’ Ik had van een belangrijk lid van de staf het hele verhaal ook te horen gekregen. ‘Zo kan het niet verder’, meende mijn bron. ‘Dit moet naar buiten komen anders loopt het zeker fout af.’
Terug in ons hotel heeft Kurt voor alle zekerheid toch nog eens via mail alles gecheckt bij een van de leiders van de Rode Duivels.
Ik heb het verhaal als enige ondertekend, omdat ik vond dat ik als chef-sport de verantwoordelijkheid moest nemen en Kurt uit de wind houden. Dat Waseige twee keer in slaap was gevallen tijdens de tactische bespreking van zijn assistent Vince Briganti mocht ik niet schrijven van mijn informant. Ik heb het toch geschreven dat de bondscoach was ingedommeld, omdat Kurt die info had van zes spelers. Niet om Waseige belachelijk te maken, maar omdat het mijn taak als journalist was om te schrijven wat er aan de hand was. Overigens, hadden, ik dacht Wesley Sonck en Eric Van Meir, het een paar weken terug in een podcast ook niet over hun bondscoach die in slaap viel? Was dat ook om hem belachelijk te maken?
Ik was in Japan de laatste die met kritiek op Waseige is gekomen. In de andere kranten was Waseige al schietschijf van bij het vertrek in Parijs, waar bekend werd gemaakt dat hij voor Standard had getekend. Om puur menselijke redenen. Ik ben bij de krant begonnen als wat nu ‘clubwatcher’ heet van de Limburgse ploegen. Ik kende Waseige al als speler bij Winterslag en had er altijd een goed contact mee. Bovendien was mijn vriend en toenmalige collega Hans Saris de beste vriend van Briganti. Via Hans hoorde ik ook tijdens het WK dingen van Vince, ook al stond die pal achter zijn baas.
Dat Waseige tijdens de tactische les sliep, had niets te maken met de uitleg van Briganti. Het was sinds de Europese bekermatch tussen Lokeren en Nantes, begin jaren ’80, een publiek geheim in het voetbalwereldje dat Waseige een drankprobleem had. Ook in 2002 werd dat niet geschreven. Waseige werd dus altijd eerder gespaard dan belachelijk gemaakt.
De dutjes waren overigens niet het grootste probleem. Wel de cynische manier waarop de bondscoach met de meeste spelers omging en het feit dat hij naar de spelers toe voortdurend op zijn minst de indruk gaf dat Marc Wilmots alles bepaalde.
Waseige was woest op mij, maar in de kerstperiode van 2002 hebben we elkaar voor het eerst weer ontmoet en alles bijgelegd. Robert was niet rancuneus en heeft nog een tijdje later in een interview, ik denk met Frank Buyse, verteld dat hij intussen wist dat het verhaal klopte en de namen genoemd van een aantal spelers. Die waren helaas niet allemaal juist, maar dat kon ik hem uiteraard niet zeggen.
Wilmots zegt in Het Nieuwsblad ook dat ik voorstelde om Waseige meteen te vervangen door René Desaeyere. Dat had ik beter niet gedaan. Ludo Vandewalle had het me afgeraden, maar ik vond toen dat als ik a zei ook b moest zeggen. Waseige vervangen in Japan kon alleen door iemand die al ginds was. Desaeyere was trainer geweest bij Standard, SK Beveren en Germinal Ekeren.
Hoe dan ook, nadien kreeg ik zo’n 1.500 mails en brieven (dat bestond toen nog) met meestal dezelfde teneur: ‘Het is niet waar en als het waar is, had je het niet mogen schrijven.’ Sportjournalistiek moet ‘embedded’ zijn. Het is de mening van zowat alle clubleiders en van de vorige generatie journalisten.
Ik ben het er volledig oneens mee. Sportjournalisten zijn journalisten en het is hun taak te schrijven wat ze te weten komen. Niet wat de mensen graag zouden lezen, maar de feiten. Ook al maak je er weinig vrienden mee. Net zoals in 2002 acht ik de kans groot dat wat L’Equipe dinsdag schreef over Hazard en Vertonghen die neus aan neus stonden waar is. Joël Domenighetti volgt al jaren de Rode Duivels en heeft er geen enkel belang bij om leugens te verkondigen. Het kan hem alleen het werken moeilijker maken. Bovendien heeft hij er alles aan gedaan om het incident zo bescheiden mogelijk te brengen. Het staat zelfs niet in de titel. Bovendien is het helemaal niet zo uitzonderlijk dat spelers van dezelfde ploeg net niet slaags geraken. Kleedkamers van voetbalteams: modder en testosteron, een explosieve combinatie.