Frank en Peter kijken al hun hele leven lang naar voetbal en zeker naar WK’s. Lees en geniet van hun fraaie columns en speciale aandacht voor de bijzondere foto die Peter deze keer meestuurde.
Peter (tegen de stelling): Tegenstanders van het idee om elke twee jaar een WK te organiseren, klagen over de vele wedstrijden die de spelers voor hun kiezen krijgen. Hadden die tegenstanders destijds maar geprotesteerd tegen de invoering van de Nations League. Dat is namelijk een totaal overbodig toernooi waarvan alleen de halve finale en de finale interessant zijn.
Ik ben gek op WK’s en kijk bijna alle wedstrijden. Het begon in 1966 met het WK in Engeland en de beruchte finale tussen het thuisland en Duitsland. De Duitse spelers waren bekend van de Sportschau. Engels voetbal zagen we één keer per jaar op tv bij de Cup Final, maar dat was dan wel meteen het jaarlijks voetbalhoogtepunt. Het WK van 1970 is voor mij nog altijd het mooiste toernooi dat gespeeld is. Op zolder heb ik afgelopen week, na wat zoeken, het schriftje gevonden waarin destijds alle deelnemende landen inclusief de namen van de spelers werden genoteerd. Ook alle uitslagen zijn bijgehouden.
En zo zijn er aan alle WK’s die sindsdien zijn gespeeld, herinneringen. Mooie herinneringen zoals de geweldige goals van Cruijff, Bergkamp en Van Persie. We zagen de Hand van God en Duitsland beleefde zijn Sommermärchen (het enige sprookje zonder happy end). In 1974 maakten we de grootste deceptie mee uit het Nederlandse voetbal. Andere, minder fraaie, momenten waren het spuugincident met Rijkaard en Völler, de karatetrap van Schumacher en de kopstoot van Zidane. De sfeer bij het WK in ZuidAfrika werd trouwens volledig verpest door het irritante geluid van de vuvuzela.
Gezien het voorgaande zou ik een groot voorstander moeten zijn van de stelling. Niets is echter minder waar. In mijn jeugd hadden we thuis altijd gele priklimonade in beugelfles, gekocht bij de melkboer. Was echter iemand ziek, dan werd sinaasappellimonade in huis gehaald. Het was een genot om daarvan een glaasje te mogen drinken. In de loop der jaren werd deze limonade, inmiddels omgedoopt tot sinas, door merken als Sisi en Fanta de standaard als je ergens limonade bestelde. Als ik tegenwoordig zo’n glas sinas drink, dan mis ik die magische smaak uit mijn jeugd. De moraal van dit verhaal moge duidelijk zijn: iets verliest zijn glans en magie als het niet meer bijzonder is.
Frank (voor de stelling): Omdat ik ditmaal in een positieve bui ben zal ik niet meteen beginnen over de poenschepperige FIFA of overbelasting van topspelers. Van alle toernooien is het WK het meest prestigieuze en menig speler levert graag enkele landstitels in voor succes op het mondiale platform. De charme van het landenvoetbal zit hem vooral in het ontbreken van een transfermarkt, dus er moet worden geroeid met de spelers die er zijn en is er geen gedoe met riolas, doekoes of de sjeiks der aarde. Zolang het duurt overigens, vermoedelijk verzint men op den duur wel iets om de plek van de wieg – of wat erin komt te liggen – te manipuleren.
Vanaf 1974 volg ik het WK op de voet, van Lato tot Kane, van Cruijff tot Modric en alles wat ertussenin zit, al dan niet gedocumenteerd in vergeelde plakboeken. Zelfs toen ik mij drie jaar geleden stellig had voorgenomen om de niet terzake doende poulefase over te slaan, betrapte ik mij erop dat ik sneller naar huis fietste om op tijd te zijn voor de aftrap van Panama – Tunesië.
Als trouwe liefhebber juich ik een toename van het aantal WK’s dus van harte toe en dat mag gerust ten koste gaan van de Olympische Spelen. Als het groeiend aantal circusacts slechts eens in de acht jaar de revue passeert, dan is dat meer dan voldoende. Wie zit er nu te wachten op skateboarden, wandklimmen of die malle, over elkaar heen buitelende fietsjes?
Waar ik wel steeds meer moeite mee heb zijn de kwalificatiewedstrijden tegen elftallen die voornamelijk uit postbodes en bankmedewerkers bestaan.
Omdat landen van het kaliber San Marino, Anguilla en Guam alleen maar omhoog kunnen kijken op de wereldranglijst, zal dit de gekrenkte ego’s van onze Koemannetjes, Van Bommeltjes en De Boertjes ongetwijfeld goed doen: een gelijkspel of doelpunt levert al snel een standbeeld of nationale feestdag op. Laten we er dan ook maar wat vrachtschepen voetbalsupporters achteraan sturen, dan zijn de inboorlingen meteen op de hoogte wat enkele eeuwen beschaving bij ons hebben opgeleverd.Geef landen als Andorra, Gibraltar of Tonga elders hun eigen (speel)plek en laat hen onze overwerkte vedetten niet nodeloos vermoeien of blesseren. Mogelijk zenden we enkele uitgerangeerde oefenmeesters naar die oorden om deze parkeerwachters en harpoenjagers de basisbeginselen van de voetbalsport bij te brengen.