vrijdag, mei 3

100 Jaar Bosuil op 1 november 2023. De vergeten geschiedenis van Rode & Witte Duivels in de Hel van Deurne (1)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

 

Van Engeland 1923 tot Brazilië 1988.

De Bosuil. Geen stadion in België kent meer combinatie van cult en mythe. Op 1 november 2023 viert de Antwerpvoetbaltempel de honderdste verjaardag. Wie herinnert zich nog dat er tussen 1923 en 1988 liefst veertig officiële en twee officieuze interlands werden gespeeld? Waaronder 35 Derby’s der Lage Landen. Met tussendoor ook de halve finale van het EK 1972 tegen West-Duitsland voor een record van 60.000 toeschouwers. Voetbalschrijver Raf Willems brengt deze ‘vergeten geschiedenis van Rode & Witte Duivels in de Hel van Deurne’ opnieuw tot leven in tien afleveringen. Vanzelfsprekend starten we met de openingswedstrijd precies één eeuw geleden tegen Engeland.

 

België – Engeland 2-2, 1 november 1923: 40.000 toeschouwers

Ik neem je even mee naar wat ooit zompige weides zijn geweest. Een soort niemandsland aan de rand van Antwerpen, met één café: Den Boschuil.

Kan men zich het volgende voorstellen? De Bosuil in Deurne ontving bij de opening – ingehuldigd met speciale postkaarten – op 3 november 1923 het plechtige predicaat van ‘een der modernste ‘ stadions van Europa.

Die eretitel was alvast niet overdreven: achtendertigduizend plaatsen en opgetrokken volgens de kunst van de Romeinse arenastijl en het classicisme. Bovendien getuigde het van veel respect dat uitgerekend Engeland het aanbod had aanvaard om eregast te zijn in deze prestigieuze openingswedstrijd van de grootste arena van België.

Over de uitslag maakte niemand zich illusies. Engeland stuurde vaak een amateurgezelschap de Noordzee over om te sparren met de sukkelende selecties van Europese landen. In de sterkste bezetting – dus met profspelers – boekten The Three Lions voor 1 november 1923 tien opeenvolgende zeges op het continent. De Engelsen twijfelden geen seconde aan de goede afloop. Zelfs niet nadat Rik Larnoe van Beerschot in de zevende minuut de score had geopend. Van dan af startten ze een offensief dat tot het eindsignaal duurde. Maar doelman Jan De Bie (1892-1961) speelde de partij van zijn leven. In de kranten schreef men: ‘Soms leek het wel een match De Bie-Engeland.’ In deze omstandigheden – voor veertigduizend fans en tegen een topteam – groeide hij boven zichzelf uit. Dan verdedigde hij zijn doel met bravoure.

De Bie paste helemaal bij de zogenaamde roaring twenties: het was de tijd van de charleston van Josephine Baker en de nieuwe vrouwenmode van Coco Chanel. De wilde ritmische dans en het korte, frisse kapsel vrolijkten de maatschappij op na de ellende van de oorlog en de vrouwen volgden voor het eerst wedstrijden. De uitbundige, wispelturige Brusselaar met zijn zeer attractieve stijl genoot van zijn populariteit en zocht zelf het contact op met het publiek. Hij entertainde als de eerste Belgische showkeeper: hij schuwde het risico niet en daagde de tegenstander graag uit. De Bie ontpopte zich tot eerste voetbalfiguur van het land. Talrijke jongeren volgden zijn voorbeeld en waagden zich aan de kunst van het keepen. Volgens Pol Jacquemyns, nestor van de Vlaamse voetbaljournalistiek, lag zijn geheim in ‘zijn stijl, zijn bravour, zijn ongegeneerdheid en zelfs zijn grilligheid. Hij is lenig in al zijn bewegingen, forsig met de vuist werkend in netelige situaties en hij pleegt zich, alle gevaar trotserend, vermetel in de voeten van de tegenstander te werpen.’

De Spanjaard Ricardo Zamora, in de jaren twintig erkend als de beste doelman ter wereld, spaarde zijn loftuitingen voor De Bie niet: ‘beter dan ik’. Op het veld gedroeg hij zich opvliegend en rumoerig. Hij sloeg geregeld met opzet naast de bal om een aanvaller in het gelaat te treffen en zo nog een openstaande rekening te vereffenen. Zijn charisma combineerde hij met zelfvertrouwen en talent. Soberheid was hem vreemd, ambitie niet. Vooral tijdens de grote dagen. En op die eerste november van 1923, tegen dat indrukwekkende zelfs majestueuze decor van het nieuwe Bosuilstadion, haalde hij het beste uit al zijn tegenstrijdige eigenschappen. Hij had geen verhaal tegen het schot van Brown (West Ham), maar bleef verder alle Engelse pogingen de baas. Toen een kwartier voor tijd Schelstraete een Belgische strafschop omzette, sidderde het publiek van opwinding bij de in de maat zijnde sensatie.

Jan De Bie keerde in de tweede helft zowel de Engelse afstandsballen als de hoge voorzetten en kopslagen. Pas in de tachtigste minuut bracht Roberts, de midvoor van Preston North End, de bordjes in evenwicht.

De doelman hield de laatste tien minuten de zenuwen in bedwang. De veertigduizend fans, vanuit heel België naar Antwerpen afgezakt, vulden het nieuwe stadion tot op de zogenaamde staketsels boven de tribunes. Ze beseften het historische karakter van het ogenblik: het eerste gelijkspel van een Europees land tegen de Engelsen! En iedereen begreep: de Bosuil zou nooit meer een soort niemandsland aan de rand van Antwerpen zijn.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply