Vergelijken met vroeger is altijd moeilijk, maar niet als het met maar een paar jaar geleden is. Deze kwalificatie van Club Brugge voor de knock-outfase van de Champions League is niet straffer dan die van het seizoen 2022-2023. En niet omdat Club Brugge, hoewel het elk punt verdiend heeft, dit keer heel wat geluk had: Aston Villa (Mings) gaf twee punten cadeau en Celtic één. Maar omdat er met het Zwitserse model acht ploegen meer doorgaan, terwijl het aantal clubs uit de vijf toplanden (en de landen die daar meteen achter komen) niet verhoogd is. Het blijft een straffe prestatie omdat de Big 5 maar liefst vier ploegen verloren: Girona, Stuttgart, RB Leipzig en Bologna. Niet toevallig clubs die het dit seizoen Girona (achtste), Leipzig (vijfde), Stuttgart (vierde) en Bologna (achtste) in de eigen competitie minder goed doen dan in de vorige jaargang. Alleen Stuttgart zou op dit moment een ticket halen voor de Champions League.
Overigens is het uitvallen van clubs uit de topcompetities niet de verdienste van het Zwitserse model. Vorig seizoen overleefden Manchester United, Newcastle United, Lens, Union Berlin en Sevilla de groepsfase niet. Dat zijn er vijf (op 24) en geen vier (op 36).
Hoe dan ook, de kleinere voetballanden houden dit keer zes teams over op het kampioenenbal. Niet toevallig hebben de twee vertegenwoordigers van Portugal én Nederland (voor het eerst sinds 2006), de nummers zes en zeven van de Uefa Ranking, het gered. De nummer acht van de Ranking (België dus) is er – niet onlogisch – ook nog bij. Dé prestatie in deze jaargang komt van Celtic (Schotland is 14de op de Ranking).
Mauve
Ik blijf erbij dat het te vroeg is om het Zwitserse model te be- of veroordelen. De slotspeeldag kondigde zich als buitengewoon spannend aan, omdat de ‘sportswashers’ uit Parijs en Manchester konden uitgeschakeld worden en (voor ons) omdat het lot van Club Brugge nog onzeker was. Aan de rust waren de meeste vraagtekens echter al uitgewist. De snelle en ruime voorsprong van Paris Saint-Germain in Stuttgart stelde het Parc des Princes en Jan Breydel gerust. City wankelde nog, maar dat duurde nog slechts luttele minuten. Alleen in de slotfase was er toch nog even onrust omdat het Milan van de grote Sergio Conçeicao op verlies stond in Zagreb. Finaal sneuvelden de Kroaten omdat ze vier maanden terug een 9-2 pandoering kregen van het Bayern van Vincent Kompany. Club Brugge finaal dus over de streep dankzij … een mauve.
Miguel Delaney, van The Independent en de beste Europese voetbaljournalist van het moment, vond het gisteren een teleurstellende voetbalavond: ‘Geen van de groten ging kopje onder en er was een overvloed aan info over goals, zodat niemand nog wist wat het betekende of überhaupt een rol speelde.’
Overigens is er helemaal geen ophef rond de Europa League van vanavond, die ook volgens het Zwitserse model wordt afgewerkt. Draait het dan toch maar alleen om de allergrootste namen?
Opkrikken
Vraag is ook of de topclubs zich een volgende keer opnieuw gaan mispakken aan het format. Acht punten uit acht matchen was voldoende, werd vooraf verzekerd. Daar kon geen enkel team uit een topcompetitie naast grijpen. Met als gevolg dat de Champions League (eerder dan de nationale competitie) het moment was om spelers te laten rusten. Aston Villa bijvoorbeeld speelde in Brugge met een half A-team. Dinamo Zagreb weet nu dat zelfs elf punten geen garantie zijn. Niemand zal de komende seizoenen nog zo veel risico’s nemen.
Hoe dan ook, het Zwitserse model (met acht ploegen meer in de ko-fase) verhoogt de kansen van onze clubs. Niet alleen om door te gaan, maar ook om de coëfficiënt op te krikken. In combinatie met de aanwezigheid van een paar clubs in de (zwakke) Conference League geeft dit uitzicht op een tweede Belgische deelnemer aan de Champions League.
Een reden te meer om de nationale kalender lichter te maken. Daar lijkt eindelijk overeenstemming over te geraken. Er zouden nog twee formats op tafel liggen bij de Pro League: een reguliere competitie met 16 en play-offs met vier en … het Zwitserse model. Onze topclubs klampen zich vast aan play-offs.
Modegril
In Nederland wordt ook nagedacht over aanpassingen aan de competitieformule. Neen, ze gaan niet hun zuiderburen achterna. Het enige wat verandert, is dat de club die 16de (op 18) eindigt in de Eredivisie meer kansen krijgt om het behoud te verzekeren in de nacompetitie met de periodekampioenen van de Eerste Divisie, aldus Martin van Geel (technisch directeur van de Eredivisie) vorige week in het Algemeen Dagblad. ‘Zo houden we Portugal en België achter ons’, was de kop van het interview van Maarten Wijffels.
Neen, het Zwitsers model – de laatste modegril – wordt in Nederland niet overwogen. Maar uiteraard wel bij ons. ‘Hoe kan iemand met één gram voetbalverstand dit ook maar overwegen’, was de reactie op X van onze lezer Jan Debuyst. Ik kan hem alleen maar bijtreden. Om te beginnen, maar eigenlijk al totaal diskwalificerend, het is oneerlijk. Niet iedereen speelt uit en thuis tegen elkaar.
Tweede reden die verdere discussie overbodig zou moeten maken: het is veel te ingewikkeld. Veel mensen hebben de jongste jaren het voetbal laten vallen omdat het allemaal te veel en te ingewikkeld is geworden. Voetbal is geen simpel spel en na 90 minuten winnen de Duitsers niet altijd meer. Straks verdwijnt zelfs Gary Lineker van het scherm.
We zouden dus naar een competitie gaan waarin clubs uit de zogenaamde B-poule (vijf tot acht op een ranglijst: op basis van vorig seizoen? vijf seizoenen?) een keer minder tegen de top-vier spelen. Hoezo eerlijk? De kleinere clubs verliezen hoe dan ook één topaffiche. Hoe het met die kleinere clubs na het Zwitsers model verder moet, is ook nog onduidelijk maar wie maalt daar om? Het enige positieve is dat de halvering van de punten wegvalt. De ene oneerlijkheid verdwijnt maar wordt vervangen door een andere. Neen, dan maar een reguliere competitie met zestien en play-offs met vier.
Herverdeling
Tot slot nog dit: Club Brugge heeft al bijna 50 miljoen verdiend in de Champions League. Eigen verdienste, niets mis mee. Maar dat is zo’n vier keer het jaarbudget van een gemiddelde club van de Pro League en minstens het dubbele van wat clubs die het goed doen in de andere Europese bekers. Met zo’n verschillen kan je geen competitie behouden waarin iedereen met min of meer gelijke kansen start. Een herverdelingsmechanisme is (in alle Europese landen) noodzakelijk om een gelijk speelveld te creëren. Anders eindigen we straks met nationale competities met zes ploegen waarin iedereen minstens zes keer tegen elkaar speelt.