Het Nations League-duel tussen Duitsland en Nederland, maandag in München, brengt weer herinneringen naar boven aan eerdere clashes tussen beide landen. Zeker met München als trefpunt, ook al is het Olympia Stadion ditmaal niet de locatie zoals in de WK-finale van 1974.
Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk is er niet bij na de rode kaart (twee keer geel) op vrijdagavond in Hongarije (1-1). Van Dijk was liefst met zijn ploeg meegegaan naar München, maar de KNVB stuurde hem terug naar Liverpool in het besef zijn Engelse werkgever daarmee een dienst te bewijzen in (over)drukke voetbaltijden.
Wél aanwezig, nog altijd in gedachten, is de vorige zondag op 73-jarige leeftijd overleden Johan Neeskens. De reacties en herinneringen na zijn dood maakten een week lang duidelijk hoe geliefd hij was bij het Nederlandse voetbalpubliek, wat hij heeft heeft bijgedragen aan de reputatie van het Nederlands voetbal in binnen- en buitenland.
Met name de strafschop van Neeskens in de tweede minuut van de WK-finale van 1974 in München blijkt vijftig jaar na dato ook international nog voort te leven als een legendarisch beeld van Oranje en zijn ‘totaal voetbal’ op dat wereldbekertoernooi. Aan de strafschop gingen zeventien Nederlandse balcontacten vooraf, zonder dat de Duitsers tot een interventie in staat waren.
In de in 2017 verschenen biografie Wereldvoetballer Johan Neeskens laat auteur Jaap Visser de hoofdpersoon vertellen hoe hij te werk ging bij die strafschop. Opmerkelijk is hoe de twijfel bij hem toesloeg op dat moment.
Uit de biografie:
West-Duitsland tegen Nederland, zondag 7 juli 1974, even na vier uur ’s middags. Cruijff trapt af. Tikje vooruit naar Van Hanegem, die de bal teruglegt op Neeeskens. Passje naar links, naar Krol,, terug naar Rijsbergen, breed naar Haan, naar rechts. Naar Suurbier, terug naar Haan, weer naar Rijsbergen , weer naar Haan. En daar is Cruijff weer op eigen helft, om de bal op te halen bij Haan. Wanneer Johan de bal achteloos breed heeft gelegd op Rijsbergen, zegt commentator Herman Kuiphof op de Nederlandse televisie: ‘Een duidelijke intimidatiepoging van Nederland Zó lang de bal al in bezit.’
De bal is inmiddels alweer van Rijsbergen naar Krol, naar Rijsbergen, naar Neeskens, en weer terug naar Rijsbergen gegaan. Dat zijn zestien passjes, de aftrap van Cruijff meegerekend. Er volgt nog één passje van Rijsbergen naar Cruijff en dan versnelt Johan vanuit de middencirkel en hij versnelt nog een keer, spurt dwars door de Duitse verdediging totdat zijn weg wordt versperd door het uitgestoken en hoog geheven been van Uli Hoeness. Cruijff valt voorover, in het strafschopgebied van de West-Duitsers en Jack Taylor fluit: penalty. Hoeness heeft zijn overtreding net voor de zestienmeterlijn ingezet, maar dat is voor de Engelse scheidsrechter niet waar te nemen, te meer daar de boosdoener al tackelend voorbij de de lijn belandt en zijn slachtoffer zelfs midden in het strafschopgebied.
Terwijl Neeskens met de bal onder de arm komt aangelopen, staat Franz Beckenbauer nog wat te mopperen tegen Taylor , maar de arbiter uit Wolverhampton wuift het protest van de Duitse aanvoerder weg. Neeskens legt de bal op de verse, vette kalkstip en neemt zijn aanloop, een van zo’n vijf meter lang ditmaal, bijna vanaf de zestienmetermeterlijn. Maar wat hem bij zijn drie eerdere strafschoppen in het toernooi bespaard bleef, overkomt hem nu: de twijfel slaat toe. Neeskens: ‘Ik dacht ineens: die Maier heeft die strafschoppen van mij ongetwijfeld op tv gezien en die weet natuurlijk dat ik me dat realiseer. Dus denkt hij nu dat ik ‘m daarom juist niet in de andere hoek zal schieten…. En toen hoorde ik een Duitser, ik dacht Breitner, roepen ‘Sepp rechts von dir.’ Ik was ook inderdaad van plan om ‘m gewoon in, voor mij, de linkerhoek te schieten, maar tijdens m’n aanloop besloot ik het anders te doen. Ik raakte ‘m helemaal verkeerd.’
Maar wel hard. Hoewel hij half in de grond trapt, schiet Neeskens vol met de rechterwreef. Kalk spat op en de bal vliegt rechtdoor, halfhoog. Maier duikt naar rechts (‘Sepp rechts von dir’) , Herman Kuiphof roept: ‘1-0, we leiden!’
Geen Duitser heeft de bal nog aangeraakt en Nederland staat al op voorsprong in de tweede minuut. Een betere start is niet denkbaar toch?
Neeskens: ‘We hadden beter vlak voor tijd op 1–0 kunnen komen. Wij gingen na die vroege voorsprong rondspelen om het rondspelen, maar ons spel was juist rondspelen en zoeken naar een gaatje in de verdediging van de tegenstander. Wij drukten die Duitsers niet achteruit , maar laten ze komen. En dat moest je niet doen tegen die gasten, want dan kletsen ze erop en begonnen ze duels te winnen. Dat spelletje van ons was niet 89 minuten vol te houden. Zoiets kun je alleen de laatste paar minuten doen.’
Het gaat mis in München omdat Nederland aarzelt Een deel van de ploeg wil jacht maken op een tweede treffer , de ander wil de 1-0 verdedigen. Zo verliest Oranje langzaam maar zeker zijn grip op de wedstrijd en krijgt West-Duitsland gaandeweg het middenveld in handen. Hinken op twee gedachten dus , maar er zijn meer redenen waarom West-Duitsland erin slaagt die 1-0 achterstand om te buigen in een 2-1 zege. Nederland blijkt in het Olympia Stadion op zijn laatste benen te lopen. Er zijn eerder in het toernooi en vooral in het spektakelstuk van vier dagen terug in Dortmund tegen Brazilië (2-0) te veel krachten verspeeld. En tussen de drie wedstrijden in de eerste en de drie in de tweede ronde door is er ook nog de nodige energie weggevloeid aan de bar van het spelershotel.
In de finale komt bovendien pijnlijk aan het licht dat Haan een gelegenheids-libero is en Jongbloed een hypernerveuze doelman die er niet altijd goed het oog in heeft. Haan kan leuk opbouwen en overtuigend mee ten aanval trekken, maar zodra de Duitsers aandringen schiet hij organisatorisch te kort, en verdedigend al evenzeer. Wanneer Bernd Hölzenbein op weg is naar de Schwalbe die de thuisploeg in de 26ste minuut een penalty oplevert , loopt Haan opzichtig achteruit en laat hij de West-Duitse linksbuiten beleefd de zestienmeterlijn passeren. Bij de 2-1 van Gerd Müller, vlak voor rust, trapt hij kinderlijk eenvoudig in een schijnbeweging van Rainer Bonhof die vervolgens beslissend kan voorzetten. En Jongbloed blijft twee keer aan de grond genageld staan. Bij de strafschop waaruit Paul Breitner de gelijkmaker scoort en bij het rollertje waarmee Müller de finale beslist