Voetbal een passie, dat geldt zeker voor mij. Wielrennen is dat ook. Ik heb beide sporten beoefend, zij het op bescheiden niveau. Ik heb dus een klein beetje ervaring, haha. In beide sporten heb ik eigenlijk nooit een favoriet gehad. Als de beste won, had ik daar vrede mee, wie het ook was. Ik heb het geluk niet gehad dat ik op jonge leeftijd naar voetbalwedstrijden kon gaan. Er was daarvoor geen interesse bij mijn ouders thuis.
Voetbalminnende grootvader
Gelukkig was mijn grootvader wel voetbal-minded. Ik ging wat graag bij hem omdat hij naar elke match keek op TV. Al waren dat er toen niet zo veel. Eén van de 1ste herinneringen was het WK van ’66. Ik was 11 jaar en samen met ‘va’ keek ik naar elke match die op TV kwam, want niet elke match werd uitgezonden. En er waren maar 2 posten, BRT en RTB, en een video was nog science fiction. De eerste waar ik naar opkeek was Eusebio, die toen topschutter van het tornooi werd.
Groot was mijn verbazing toen ik op de radio hoorde dat er in de kwartfinale in een niet op TV uitgezonden match Portugal-Noord Korea een 0-3 tussenstand was. Gelukkig kon Eusebio vier keer scoren en won Portugal alsnog met 5-3. Portugal moest later in de halve finale de duimen leggen tegen thuisland Engeland. Nobby Stiles hield zich de ganse match bezig met Eusebio. En Stiles was qua hardheid wel één van de zwaarste kalibers die ik gekend heb. En telkens nadat hij voor de zoveelste keer iemand in de grond geboord had, liep hij als een fiere pauw, hoofd omhoog, gewoon verder alsof er niets gebeurd was.
Engeland won toen het WK in een finale tegen, toen nog, West-Duitsland. Het was de finale waarin een goal viel die nog decennialang discussies zou uitlokken of de bal al of niet over de lijn geweest was. Dat was mijn eerste groot tornooi. En weet je wie “Pak Doo Ik” was ? Die naam is later nog veel teruggekomen op voetbalkwissen, daardoor vergeet ik hem nooit denk ik. Voetbalreus Italië, met toppers als Mazzola en Facchetti (Inter) en Rivera (AC Milan), werd toen in de groepsfase uitgeschakeld omdat ze met 1-0 verloren van “Klein Duimpje” Noord-Korea, doelpunt van… juist, Pak Doo Ik …
Samenvattingen
Eind jaren 60 en beginjaren 70 kreeg ik wat voorliefde voor Standard. Niet omdat ze 3x na mekaar de titel wonnen maar omdat ene Van Moer daar voetbalde. Ik beschouw hem nu nog altijd als één van de betere Belgische voetballers ooit. Het is pas in die jaren 70 dat ik zelf al eens naar een match live ging kijken met vrienden of kennissen. Maar een favoriet had ik niet, als het maar spannend en mooi voetbal was. Op TV wilde ik niets missen. Live matchen waren er alleen bij Europees voetbal. Maar Sportweekend, Studio Sport, Sportschau, Téléfoot, ik probeerde alle uitzendingen te zien, alhoewel zappen (dat woord bestond toen nog niet) wel noodzakelijk was om zo weinig mogelijk te missen.
BBC was toen nog niet te bekijken hier bij ons. Het enige wat we te zien kregen van Engels voetbal was de jaarlijkse Cup-final. Daar werd in onze contreien wel naar uitgekeken, al was het nog in wit-zwart op TV. Eerst was het nagelbijtend wachten tijdens de voorstelling en kennismaking van iemand van het koningshuis die met een handdruk bezegeld werd. En dan pas konden de krijgers beginnen aan hun sportieve strijd. Starten met volle inzet, hard, maar zonder schwalbes, geen uitgelokte fouten of geveinsde blessures (die drie laatste zaken werden toen niet getolereerd in het Engels voetbal) en dat volhouden tot aan de rust.
Dan kwam de Koninklijke Fanfare (of wie was het juist ?) op het terrein al muziek makend stappen en mekaar kruisen in alle richtingen. En let wel, de afstand, voor, achter en naast hun compagnons, bleef constant, daar werd met geen millimeter van afgeweken. De 2de helft zakte het tempo niet en dat tot de 90ste minuut of desnoods tot de 120ste minuut, krampen krijgen of niet.
Dan kwam de Koninklijke Fanfare (of wie was het juist ?) op het terrein al muziek makend stappen en mekaar kruisen in alle richtingen. En let wel, de afstand, voor, achter en naast hun compagnons, bleef constant, daar werd met geen millimeter van afgeweken. De 2de helft zakte het tempo niet en dat tot de 90ste minuut of desnoods tot de 120ste minuut, krampen krijgen of niet.
Deugniet
Wijlen Rik De Saedeleer keek er elk jaar naar uit. Hij kon de acties becommentariëren met kennis van zaken, deels omdat hij zelf een begenadigd voetballer geweest was maar ook omdat hij met passie meeleefde met het spelletje en de meeste spelers kende. Hij gaf zelfs aan welke vervanging hij zou doen, en die kwam dan vaak nog uit ook. Wisten wij toen veel dat de invaller zich aan het opwarmen was en dat hij die kon zien en wij niet … de deugniet.
https://dewitteduivel.com/product/111-legendarische-voetbalhelden-sinds-1920-raf-willems/