Wat nu? Hoe moet het verder met Vitesse nu de KNVB de club uit de competitie heeft gezet? Alleen een procedure bij de rechtbank kan Vitesse nog behoeden voor de ondergang. Vooralsnog gaat de Nederlandse competitie volgend weekeinde van start zonder een ooit vooraanstaande club als Vitesse in de Eerste Divisie.
”Bij Vitesse is sprake van een meerjarig patroon van misleiding, omzeiling en ondermijning van het licentiesysteem en een gebrek aan transparantie. Dit patroon is naar het oordeel van de beroepscommissie structureel, ernstig en hardnekkig”, luidt het verdict van de Commissie van Beroep van de KNVB.
Bovendien stelt de beroepscommissie dat Vitesse ook na intrekking van de licentie door de licentiecommissie op 10 juli de boeken niet heeft open gelegd: “Vitesse heeft ook daarna niet het benodigde inzicht getoond in de reikwijdte van de op haar rustende informatie- en meldplichten.”
Verplichtingen aan wie?
Waarom Vitesse zo ver is gegaan met zijn gerotzooi is onduidelijk. Een groep regionale, vermogende investeerders heeft zich opgeworpen om de club te redden, maar wat hen ervan weerhoudt open kaart te spelen waardoor ze hun plannen kunnen doorzetten, blijft mistig. Zo blijft de indruk hangen dat Vitesse nog altijd verplichtingen heeft aan vorige investeerders die weer gebonden zijn aan de oorspronkelijke Russische eigenaren.
Vitesse is de eerste club die de ingreep van de KNVB treft sinds Achilles ’29 (Groesbeek) in 2017 de licentie kwijtraakte. Op basis van het licentiesysteem moeten de 34 clubs in Eredivisie en Eerste Divisie voldoen aan onder meer de financiële eisen van de KNVB.
Achilles ’29 was destijds een omhooggevallen amateurclub met veel beperkingen. Anders ligt dat met Vitesse, waarvan in 2009 de amateurafdeling al failliet werd verklaard zodat ook die nooduitgang om te blijven bestaan ontbreekt. Met Vitesse vreest de stad Arnhem, de hoofdstad van Gelderland, dat het verder moet zonder profclub. Arnhem is met 167.000 inwoners qua grootte de dertiende gemeente van Nederland. Van de nog grotere steden raakten eerder alleen Apeldoorn en Haarlem hun profclub kwijt.
Gelredome
Vitesse is van 1892, ná Sparta Rotterdam (1888) is/was het de oudste club in het Nederlandse profvoetbal. Tót twee jaar geleden eindigde Vitesse elf jaar op rij in de bovenste helft van de Eredivisie. Vijftien seizoenen speelde het Europees, 35 jaar op het hoogste Nederlandse niveau. De herinnering daaraan leeft voort in het Gelredome, een multifunctioneel stadion uit 1998 waar ook veel concerten worden gehouden. Zeven keer speelde Oranje daar een interland. Het Gelredome was ook gastheer bij Euro 2000 (drie groepswedstrijden) en de EK’s voor vrouwen (2017) en Onder 21 (2007). Op 10 maart 2022 speelde Vitesse er zijn laatste Europese wedstrijd met AS Roma als tegenstander.
Het sportieve verval had zich toen al ingezet. De Russische avonturen die Vitesse in 2010 is aangegaan, blijken achteraf de aanzet tot de ondergang te zijn geweest. “Vitesse gaat vanaf nu voor de landstitel. Binnen drie jaar”,, verkondigde grootaandeelhouder Maasbert Schouten toen hij de club in 2010 verkocht aan Mereb Jordania. Daarmee viel Vitesse in handen van een Georgiër, van wie vervolgens bleek dat de financiering voortkwam uit de miljarden van toenmalig Chelsea-eigenaar Roman Abramovitsj, een Rus.
Wisselend eigendom
Onderzoek van de KNVB liep destijds nog dood bij investeringsbedrijven op de Kaaimaneilanden. Pas later kwam via The Guardian aan het licht dat Abramovitsj de touwtjes in handen had. Door de jaren heen is via Russische kanalen 155 miljoen euro in Vitesse gestoken. Het eigendom wisselde enkele keren van (Russische) naam, steeds bleken er lijntjes te lopen naar de bankrekeningen van Abramovitsj.
De oorlog in Oekraïne en de van kracht geworden sanctieregels brachten Vitesse enkele jaren geleden financieel in het nauw. De club kwam daardoor onder vuur te liggen bij het ministerie van Economische Zaken, huisbankier ING, accountant BDO en de licentiecommissie van de KNVB.
De licentiecommissie weigerde vorig jaar al dat Vitesse zou worden overgenomen door de Amerikaan Coley Parry en zijn bedrijf, de Common Group, nu nog wel eigenaar van Patro Eisden. De KNVB keurde de deal af omdat Parry geen duidelijkheid gaf over zijn financiële draagkracht en de herkomst van zijn geld.
Donkere wolk
De 12 miljoen die Parry in de club had gestoken, bleven nadien als een donkere wolk boven de club hangen. Nieuwe overnamekandidaten stuitten vervolgens op verzet bij de KNVB, die onvoldoende zicht kreeg op de financiële verhoudingen binnen en rond Vitesse. Onduidelijkheid bestaat er bijvoorbeeld nog over de constructies met transferopbrengsten, tv-inkomsten en eigendommen op het trainings- en opleidingscentrum Papendal.
De tekorten en het gebrek aan transparantie waren vorig jaar al zo groot dat de licentiecommissie toen reeds de licentie introk. Vitesse kon nog maar net aan dat lot ontsnappen omdat de Beroepscommissie Licentiezaken de club nog een tweede kans gunde.
Na degradatie uit de Eredivisie moest Vitesse zich afgelopen seizoen in de Keuken Kampioen Divisie hervinden. De supporters steunden de club massaal waardoor het Gelredome het drukst bezochte stadion in de Eerste Divisie werd. De financiële janboel kostte Vitesse zoveel strafpunten dat het de competitie afsloot op de laatste plaats. Transparantie en reorganisatie van de club bleven uit
Minpunten
Inmiddels is het aantal minpunten, opgelegd door de licentiecommissie, opgelopen tot 57. Dit seizoen zou Vitesse aan de competitie moeten beginnen met minus 12. De hoop in Arnhem is nu gevestigd op de rechtbank, die in eerste instantie zal beoordelen of de KNVB het eigen verenigingsrecht juist heeft toegepast.
Aanhangers én financiers wijzen als laatste redmiddel op het maatschappelijk belang van Vitesse, dat in Arnhem veel goodwill en populariteit geniet. Of dat betekenis heeft bij de rechtbank, moet nog maar blijken.