Op vrijdag 13 oktober 2023 ontmoeten de Rode Duivels Oostenrijk in het Ernst Happel Stadion in Wenen. Inzet: een ticket voor het EK 2024. De nationale ploeg van Oostenrijk baadt sinds decennia in middelmatigheid. Tijdens het tweede deel van het Interbellum beleefde Oostenrijk met ‘das Wunderteam’ van coach Hugo Meisl en sterspeler Matthias Sinderlar zijn glorietijd. Wenen werd toen de Europese voetbalhoofdstad – buiten de Britse eilanden – en droeg een artistiek hoogstaande stijl uit. Tegelijk beschouwde men voetbal als onderdeel van het culturele leven en van het sociale democratiseringsproces. Deze visie werd ontworpen door humanistische joden. Het verhaal eindigde op een tragische wijze. ‘Das Wunderteam’ viel ten prooi aan de Duitse nationaalsocialistische vernietigingspolitiek, die vanaf de lente van 1938 ook Wenen in de greep kreeg. Een historische serie in vijf afleveringen.
Austria als basis voor het Wunderteam, waar joodse humanisten en kunstenaars zich thuis voelden…
De club Austria werd gesticht – als Amateure – door intellectuelen en kunstenaars met een joodse en/ of liberale achtergrond. Ze hoorde in geen enkele Weense wijk thuis, was heimatlos en verhuisde letterlijk van de ene buurt naar de andere, telkens op zoek naar een stadion.
Meisl ontwierp de Austrialeerschool en kneedde migrantenkinderen uit Hongarije, Moldavië en Bohemen tot belangrijkste vertolkers van zijn levensbeschouwing in het Wunderteam: ‘voetbal als een idee.’
Er leefden 200.000 joden in het Wenen van de jaren twintig. De zionisten stichtten hun eigen team, FC Hakoah. Aanhangers van Austria veroorloofden zich de liberale vrijheden en zaten verspreid over de hele stad. Ze loofden het intelligente spel. Austria hanteerde als Leitmotiv: ‘Voetbal is eerst denken met het hoofd. Iedere balactie hoorde mooi en positief te worden afgerond. Eerst op zoek gaan naar een medespeler vooraleer op doel wordt geschoten. Vooruitdenken. Snelheid in het spel. Balcirculatie. Vrijlopen. Tore nie gewaltsam schiessen klonk de strenge stelregel. Het spel van die Violetten, de paarsen, hoorde kunstzinnig te zijn. Austria voetbalde als het ware liberaal: individualistisch, voor de gentleman en de bourgeois. Tegenover de lange bal, de kracht, het atletisch vermogen en de collectiviteit van het Engelse en Duitse voetbal stond de korte pas, het individualisme en het artistieke showaspect van Austria en das Wunderteam. Emanuel Michael Schwarz (1878-1968) deelde de inzichten van Hugo Meisl en leidde de turbulente vereniging van 1926 af. De president was tevens clubdokter en zat de spelers letterlijk en figuurlijk dicht op de huid. Ze noemden hem de ‘Fussball- Wunderdoktor’. Onder Schwarz palmde Austria Europa in: de zeges in de Mitropacup van 1933 (tegen Ambrosiona/Inter Milaan) en 1936 (tegen Sparta Praag) werden door bijna 60.000 paarswitte fans in het Praterstadion gecelebreerd.
Het bestuur van die Violetten eerde haar voorzitter voor de puike prestaties met een gouden beker.
Hugo Meisl overleed op amper 55-jarige leeftijd, Matthias Sindelar voelde zich van dan af alleen en ontheemd…
Na de staatsgroep van 1938 krasten de Duitsers een hakenkruis en de inscriptie Heil Hitler in de Goldpokal.
De getergde Schwarz vluchtte naar Frankrijk, maar overleefde de Jodenvervolging. Zijn manager Robert Lang werd door de nazi’s vermoord. Dat droeve lot onderging ook Schwarz’ Admiracollega Rudolf Mütz. De bedrijfsleider stierf in Joegoslavië voor een executiepeloton. In 1939 eisten de Duitsers het Prateroord op als kazerne voor de Wehrmacht en deporteerden meer dan duizend Weners naar het concentratiekamp van Buchenwald
Op 17 februari 1937 stelde Schwarz als dokter de dood van zijn amper vijfenvijftigjarige vriend Hugo Meisl vast. Die bevond zich op het einde van zijn leven steeds meer tussen hamer en aambeeld: zijn krakende democratische Europa versus het oprukkende fascisme; zijn aftakelende Wunderteam tegenover de krachtpatserij van de Squadra en de Mannschaft; zijn amoureuze en van schuldgevoelens doordrongen gependel tussen gezin en minnares. De kettingrokende en koffieverslaafde Meisl trachtte alle bakens tegelijk te verzetten en voelde de greep op wat hem dierbaar was verslappen. Niet alleen de drie kinderen van Hugo Meisl bleven verweesd achter, ook Matthias Sindelar. De coach ontfermde zich over de spits als een tweede vaderfiguur. In 1917 doofde een oorlogskogel alle vuur in de ogen van vader Sindelar. De jonge Matthias was toen veertien. De dubbende jongen werd met een klap volwassen. Twintig jaar later stierf Hugo Meisl. Und Matthias Sindelar war allein.
De laatste flits van Sindelar tijdens ‘das Anschlusspiel’ in 1938
Wolfgang Weisgram vat het afdoend samen in zijn biografische roman Im Inneren der Haut. Matthias Sindelar und sein papierenes Fussballerleben. Cirkelden deze en andere gedachten van en over Hugo Meisl door het hoofd van Matthias Sindelar toen hij in zijn geliefde stadion geconfronteerd werd met hakenkruisvlaggen en slogans van het slag ‘Ein Volch, ein Reich, ein Führer’? De meeste toeschouwers verkneukelden zich echter in de ongrijpbare Weense wals van Sindelar rond de Duitse afweergordel. Aanvankelijk deelde hij slechts speldenprikken uit. Het bleef 0-0 tot aan de pauze. In de tweede helft toonde hij zich in een andere gedaante. Hij scoorde zelf de eerste treffer, vierde uitbundig zijn doelpunt tegen zijn eerder teruggetrokken natuur in, en bood Sesta een tweede goal aan: de Duitse vernedering was totaal. In 100 Jahre! Die Highlights des Österreichen Fussball klinken de historici Peter Linden en Karl Schwind formeel: ‘Österreich war drückend überlegen. Sindelar vergab fast provokativ beste Chancen. Nach seinem Tor soll er vor der Nazi-Tribune einen Freudentanz aüfgeführt haben. Diese Rolle galt vielen als Form spielerisch Wiederstands.’
Ook de aanwezige Reichssportführer noteerde zeer tegen zijn zin in zijn dagboeken: ‘Op de tribunes breekt een storm van Oostenrijks nationalisme los’.
Na afloop van de wedstrijd kondigde Sindelar laconiek zijn afscheid van het internationale voetbalpodium aan. Met het ‘Groot-Duitse’ nationale elftal weigerde hij aan te treden. Ondanks de smeekbedes van coach Sepp Herberger.
Hij veinsde een knieblessure en haalde de neus op voor de Duitse krachtpatserij. Sindelar stelde de Weense ‘Persönlichkeit’ boven het Germaans ‘Kollektiv’. Bovendien haatte hij de nazistische scherpslijperijen en hekelde ze soms zelfs in het openbaar. Sindelar weigerde te voetballen onder das Hakenkreuz.
De Mannschaft van het ééngemaakte Duitse Rijk raakte tijdens de wereldbeker in Frankrijk 1938 niet voorbij de eerste ronde en droop met rode kaken af. De man die ‘neen zei aan de nazi’s’ stuurde alles in de war. Zijn democratische ‘Wiener Schule’ zou zich nooit verbinden met de fascistische ‘deutsche Kraft’.
Op dat gebied had das Anschlussspiel zijn doel gemist. Maar de vermaarde Weense school zou een vervlogen herinnering worden. Een herinnering aan de ontgoocheling.