maandag, december 23

THIBAUT COURTOIS, VAN DE TUIN IN BILZEN TOT UEFA-VOETBALLER VAN HET JAAR (2)?

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Thibaut Courtois behoort tot de drie genomineerden voor de ‘UEFA Speler van het Jaar’. Met Kevin De Bruyne en Karim Benzema. De verkiezing vindt plaats op 25 augustus 2022. 

‘Een onhoudbare bal bestaat niet’

Een gesprek over de ‘filosofie van het keepen’ met Thibaut Courtois, de jongen die zou uitgroeien tot de beste doelman ter wereld van zijn generatie.  In het ouderlijke huis in de winter van 2014, enkele maanden voor zijn landstitel én Champions Leaguefinale met Atletico Madrid. Dit verhaal verscheen eerder in de februari-editie 2014 van het maandblad GOAL. Thibaut Courtois was toen 21 jaar.

Naar aanleiding van zijn fenomenale prestatie in de finale van de Champions League 2022 hebben we het geplaatst in het pas verschenen boekzine ‘Helden van de Champions League 1993-2022’.

 

KUNST VAN HET KEEPEN

 

Hij leerde duiken in de tuin van het ouderlijk huis. In functie van…volleybal. Vader Thiery en moeder Gitte deelden het hoogste niveau van deze sport met elkaar en gaven hun kinderen de beginselen mee. Thibaut haalde er zijn voordeel uit: ‘Ik keek in mijn jeugd op naar Iker Casillas van, jawel Real Madrid, maar toch vooral naar Edwin van der Sar van Manchester United. Voor Casillas voelde ik bewondering, maar bij Van der Sar vond ik verwantschap.. Ik ben geen explosieve lijnkeeper genre Casillas, maar inzake gestalte en lichaam eerder het type van de gewezen keeper van het Nederlands elftal: niet breed, wel groot. Van der Sar bezat de klasse van de allrounder: zowel sterk in het vangen van de hoge bal als bij de één-op-één over de grond. Ik bestudeerde zijn benenwerk, ik deel zijn status van ‘ijskonijn’: de keuze voor de kalmte in het hoofd. Nervositeit en angst? Ik leef altijd rustig toe naar een match, welk belang er ook op het spel staat. Zelfs bij de kampioenschapskraker KRC Genk-Standard van 2011 liet ik me als negentienjarige niet uit het lood slaan.’

De aparte ‘standing’ van een doelman deert hem niet, beweert hij. Het gevoel van eenzaamheid is hem onbekend. Hij staat in het midden van het elftal en laat zich niet in een hoekje drummen: ‘Bij Atletico lacht men wel eens met mij als ze op de training van dichtbij proberen te scoren en de ballen me om de oren vliegen, maar ik pak ze wel terug bij ingestudeerde oefeningen, dan ga ik echt voor elk schot. Dat is zoals in een wedstrijd: hoe meer ondervinding, hoe beter de opstelling en hoe minder men zich laat verrassen. Het leren ‘lezen’ van de curve van de bal is de moeilijkste fase in de evolutie van de doelman. Ervaring geeft je een vorm van meesterschap en van controle over de dingen. Ik wil de toestand op het veld beheersen en de baas blijven over de bal. Over elke bal. Onhoudbaar staat niet in mijn woordenboek.’

ANGST VOOR DE STRAFSCHOP? WELNEE!

Baas blijven over elke bal, zodoende. En wat met het volgende, vroegen wij ons af: bestaat zoiets als de angst van de doelman voor de strafschop in het hoofd van Thibaut Courtois? Teistert zoiets als angst hem tout court? Tot mijn verbazing weifelt hij even en antwoordt op de eerste vraag ontkennend en op de tweede bevestigend: ‘In Spanje is het de gewoonte dat de strafschopnemer wacht tot het laatste ogenblik: leun je naar rechts, dan plaatsen ze hem toch links. Dat is een hele kunst, zowel voor de doelman als voor de voetballer. Vertrek je twee seconden eerder naar de juiste hoek, dan hebben ze het nog niet gezien. In Spanje liggen de normen heel hoog. Wiebel je even met je lichaam naar de andere kant, dan veranderen ze zo van hoek. Het is als bij een schaakspel: wacht en win. Ronaldo schiet vaak naar dezelfde hoek, maar wel zo vlijmscherp dat je zijn penalty vrijwel niet kan stoppen. Vorig seizoen kwam ik slechts millimeters te kort omdat ik hem afblufte in het ‘niet te vroeg vertrekken’. Bij Messi lukte me dat wel. Hij knalde in de Super Coppa op de deklat. Ik denk dat ik hem daartoe dwong. Ik geloof graag dat hij door mijn steekspel zijn kalmte verloor. De voorbije weken riep ik op training zelfs Villa en Costa een halt toe. Angst voor de strafschop? Welnee! Ik probeer de vrees in het algemeen uit mijn brein te bannen, maar ik geef toe dat, wanneer ik weer eens in iemands voeten duik of voor een hoge voorzet vervaarlijk in het pak spring, ik me nadien toch even in de haren krab. Het kan altijd slecht aflopen. Op het ogenblik zelf staat je focus op de actie, maar achteraf denk je wel eens na over de gevolgen van zo’n botsing met blijvend letsel. Dàt is ons echte risico.’

 

 

 

 

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply