Guus Hiddink had en heb ik als coach enorm hoog zitten, hij was een wereldtopper in zijn vak. Maar ook hij heeft me ooit sportief vernederd. Dat is het enige negatieve overigens wat ik over hem kan zeggen, want het is voor mij verder altijd een supertrainer en een geweldig warme man geweest.
Op een gegeven moment liet hij me bij een bekerwedstrijd tegen Feyenoord 105 minuten warmlopen, dus een hele wedstrijd en de pauze erbij. Daar was ik niet blij mee. Ik heb alleen in de rust een droog shirtje aangetrokken. Ja, je hoort het goed. Ik heb 105 minuten warmgelopen en eigenlijk was het nog iets langer. Het begon namelijk al voor de wedstrijd, omdat Lerby niet helemaal fit was en het onzeker was of hij de aftrap kon halen.
Uiteindelijk heb ik dus tijdens die hele pot langs de kant gelopen, iets wat nu absoluut niet meer zou kunnen en op sociale media een enorme rel zou worden. Het publiek lachte me op een gegeven moment uit en ging rondetijden scanderen als ik weer een hele strook had afgelegd, net zoals bij een schaatswedstrijd. Het was vernederend, maar daar kon ik wel tegen. Nogmaals, Guus is een toptrainer. Maar dit doe je niet met een speler. Al was ik er toen maar een minuut ingekomen, dan was het voor mij goed geweest. Je laat iemand niet 105 minuten voor Jan Lul warmlopen. Ik heb het echt nooit begrepen.’
PSV verloor op die dag in 1991 in het eigen Philips Stadion met 1-0 van de Rotterdammers, die dankzij een goal van Henk Fraser iets bijzonders flikten. ‘We verloren in die tijd thuis eigenlijk nooit en het werd buiten PSV geen groot ding dat ik niet meespeelde. Ik ben na dat incident met die 105 minuten wel even de kleedkamer ingelopen en heb hardop gezegd dat ik langs de lijn meer had gedaan dan een aantal anderen in het veld. Het werd me door Hiddink niet in dank afgenomen en de volgende dag heeft hij me aangesproken op die opmerking.
Hij zei dat hij de baas was en dat alleen hij besliste of ik zou meespelen of niet. Daar had hij natuurlijk gelijk in, maar voor mijn gevoel had ik wel het signaal afgegeven dat ik niet met me zou laten sollen. Daarvoor en daarna heb ik nooit meer een aanvaring met Hiddink gehad. Hij had een geweldig gevoel voor groepsvorming en dit incident heb ik hem snel vergeven. Ook grote coaches doen weleens rare dingen.’
Bron: Rik Elfrink, ‘Alles gegeven – Het roerige leven van Edward Linskens’, 2023, blz. 49-50
Een zinloze exercitie! waarom vroeg Hiddink hem na een tijdje niet om weer in de dug-out plaats te nemen? Het kon niet zo zijn dat hij vergeten was dat Linskens nog altijd aan het warmlopen was. Zelfs tijdens de rust! Wat wilde Hiddink in hemelsnaam hiermee bereiken? Hiddink had Linskens toch op zijn minst een ‘applauswissel’ kunnen gunnen? In omgekeerde richting dus. Dat Hiddink zich verdedigde met te zeggen dat hij de baas was en besliste of Linskens erin zou komen, is wel een heel zwak, autoritair verweer. Het machtswoord spreken in plaats van gezag uitstralen. Zo ondermijnt een leidinggevende zijn autoriteit wel heel gemakkelijk. Maar waarom stond Linskens eigenlijk niet in de basis? Had de reden daarvoor er mee te maken dat hij een soort wereldrecord warmlopen vestigde en hem zelfs geen speelminuutje was vergund? Was het soms een strafmaatregel? Waarom werd hij niet het veld ingestuurd om het tij te keren na de 1-0 achterstand?
Rob Siekmann