‘Net als iedereen van mijn leeftijd denk ik met weemoed terug aan de tijd dat ik in de modder voetbalde met een lekke bal en een wollen trui die prikte.
Als je talent wilt ontwikkelen, moet je de jeugd zich in alle vrijheid laten ontwikkelen. Daarom is het belachelijk om ze te vragen met elf tegen elf te voetballen, want ze zijn daar – gelukkig voor hen – nog niet toe in staat. Het is beter om vrijwel alleen wedstrijdjes van één tegen één te organiseren of van één speler tegen een keeper, zoals je elke dag op straat ziet. En dan veel miniveldjes naast elkaar maken en korte wedstrijdjes houden van twee helften van elk drie minuten: wie wint gaat naar rechts, wie verliest gaat naar links. Op die manier vindt elk kind vroeg of laat tegenstanders van zijn eigen niveau en wordt het spel voor hem of haar echt leuk, wat de wens aanwakkert om het de volgende dag nog een keer over te doen. Pas vanaf de categorie Onder 14 kunnen er wedstrijden van elf tegen elf worden georganiseerd.’
Bron: Massimiliano Allegri, ‘Hou het simpel – Dé 32 regels voor succes van een van de beste trainers in het topvoetbal’, 2019, blz. 45, 55-56
Na zijn carriere als profvoetballer bij onder meer Napoli begon Massimiliano Allegri als trainer. Met AC Milan werd hij landskampioen en met Juventus won hij vijf nationale kampioenstitels op rij.
Rob Siekmann
Auteur van ‘Het straatvoetbalboek – Over de huidige betekenis van het straatvoetbal van vroeger’ (met een voorwoord van Richard Witschge), Willems Uitgevers, 2023