‘Wat me wellicht onderscheidde van de rest, zo vertelden mijn ouders me, was een sterke passie voor dat ene specifieke stuk speelgoed: het was rond en er zat lucht in! Ik kreeg voor mijn verjaardag speelgoedautootjes en ook allerlei andere cadeaus, maar geen ander speelgoed kon mijn aandacht zo lang vasthouden als een bal! Een foto van mijn eerste verjaardag toont hoe ik erop zit, maar dat is waarschijnlijk de enige keer geweest dat ik niet actief met de bal bezig was. Toen ik eenmaal oud genoeg was om zonder mijn ouders naar buiten te gaan is de bal mijn beste vriend geworden. Bij de lager gelegen huizen, op de onverharde weg, was ik mijn neven altijd te slim af. Boven, bij opa, trapte ik non-stop tegen de garagedeur. Mijn vader zei dat je rond mijn derde of vierde al kon zien dat ik balgevoel had. Ik was snel van begrip. Hij hoefde me maar één keer te laten zien hoe je een bal aanneemt en schiet. Ik bleef het herhalen waardoor mijn bewegingen verbeterden. Mijn vader voetbalde vroeger ook. Hij voetbalde zelf voor Rudar uit Obrovac dat in de lagere klasse speelde.
Iedere vrije minuut besteedde ik aan voetbal. We voetbalden op het betonnen schoolplein en na schooltijd gingen we rustig verder op de parkeerplaats van het hotel waar we als oorlogsvluchtelingen waren ondergebracht. Vlak ernaast lag een middelgroot grasveldje. Een boomstam en een grote steen dienden als goal. We speelden tot we erbij neervielen. Ik stond ook weleens te keepen, maar ik vond het veel leuker om te dribbelen en te schieten. Wanneer mijn vader niet aan het front was, nam hij me mee naar een trapveldje en liet me zien hoe je een bal controleert, dribbelt en aanneemt. Voetballen met mijn vader, net als vroeger toen we nog thuis woonden. In tegenstelling tot de ruimte die we daar hadden, stonden in Zadar voor het hotel een heleboel auto’s geparkeerd. Tijdens het voetballen kwam het weleens voor dat we er eentje raakten. Dat weergalmde verschrikkelijk. Soms sneuvelden er ook ruiten. Op een dag hadden we ons echt in de nesten gewerkt. Nadat de bal tegen het wiel van een auto was geknald, verscheen er plotseling een boze oude man. Hij pakte de bal en prikte hem voor onze ogen lek! Daarna joeg hij ons naar binnen. Ik was eerst in shock, maar daarna werd ik woest. In ging naar mijn kamer en barstte in tranen uit. Onze leren bal was lek, de enige bal die we hadden. Mijn vader vroeg me wat er was gebeurd en nadat ik het had verteld liep hij meteen naar beneden. Hij ging op zoek naar die man en vroeg hem om uitleg. Hij bleek in het hotel te werken en mijn vader trof hem aan met de schroevendraaier waarmee hij de bal had lek gestoken nog in zijn hand. “Legt u eerst die schroevendraaier maar eens weg en vertel me waarom u de bal van die kinderen heeft kapotgemaakt,’ zei mijn vader op resolute toon. “De bal kwam tegen mijn auto aan!” antwoordde de man. Mijn vader zei dat dat geen reden was om zo lelijk en agressief te doen tegen een stel kinderen. Hij verwachtte van hem dat hij de volgende dag een nieuwe bal voor ons ging kopen. De man verontschuldigde zich en ging de volgende dag samen met mijn vader naar de winkel om een nieuwe bal voor ons uit te zoeken!’
Bron: Luka Modric en Robert Matteoni, Luka Modric – De autobiografie: Mijn wedstrijd, 2020, blz. 30, 39-40
Rob Siekmann
Auteur van ‘Het straatvoetbalboek – Over de huidige betekenis van het straatvoetbal van vroeger’ (met een voorwoord van Richard Witschge), Willems Uitgevers, 2023