De broertjes Mijnals zijn altijd samen. Op straat doen de jongens wat overal ter wereld jochies doen: voetballen. ‘Ik was geen lieverdje’, zal Humphrey later zeggen, ‘ik spijbelde om te gaan voetballen met grotere jongens. Dat vond ik natuurlijk interessanter dan school.’ Op blote voeten wordt er tegen een zelf gefabriceerde bal getrapt. Net zoals in Nederland leert de jeugd indertijd het voetbal op straat, met alle gevolgen van dien: een stuk glas betekent een pijnscheut en bloed aan je voet, maar iedereen weet dat op straat de beste voetballers worden gevormd. Voor de gebroeders Mijnals is dat niet anders. Alle vier ontwikkelen ze zich tot technisch begaafde talenten die in de straten van Moenga veel bekijks trekken.
Als Humphrey elf jaar oud is, besluit het gezin Mijnals te verhuizen naar Paramaribo. Ze betrekken een huis aan de Nieuwe Domineestraat en voor Humphrey begint een nieuwe tijd waarin hij gaat voetballen in georganiseerd verband. Niet dat hij ineens op voetbalschoenen en op een prachtig gemaaid grasveld loopt, maar er is nu wel meer sprake van begeleiding en een voetbalvisie waar de jongens mee te maken krijgen. In Paramaribo staat in die jaren een zaagmolen met de naam Gomperts. Aan de Zwartenhovenbrugstraat bevindt zich daarnaast een terrein waar het afval van de zaagmolen wordt gedumpt. Een deel van dit enorme terrein doet dienst als voetbalveld. Op deze ‘Saksi Wei’ beginnen Humphrey en zijn broers te voetballen in clubverband. Ze zijn, uiteraard, niet de enigen: talloze jongens die wonen in de omgeving sluiten zich aan bij de club. Zo ontstaat er een vereniging met jongens uit de buurt die aan de oostelijke zijde van de Limesgracht ligt. Elke middag wordt er gevoetbald op het aangelegde veld. Steevast spelen de Mijnals-broers hun partijtjes mee. Dat doen ze, zoals iedereen, op blote voeten. Langzamerhand vormt zich een club met de naam VVG: Voetbal Vereniging Gomperts. Met Humphrey als aanvoerder en centrale verdediger doet VVG mee aan de zogeheten ‘blootsvoetscompetitie’. Bij VVG krijgt Mijnals ook te maken met een andere jongen die is geboren in Moengo, een aanvaller: Michel Kruin. Met zoveel talenten is het niet gek dat VVG over het algemeen heer en meester is in de competitie die onderling met andere buurtclubs wordt gespeeld. Toch wint VVG het eerste officiële toernooi niet.
Na enige tijd wordt besloten om op het Mr. J.C. Bronsplein voetbalwedstrijden te organiseren. Ook VVG doet mee. Er wordt zelfs een Mr. J.C. Bronsplein Sport Bond opgericht. Op het J.C. Bronsplein staan intussen steeds vaker grote talenten op. Dat valt ook op bij de grote clubs en zo kan het gebeuren dat diverse spelers uit de competitie op het Bronsplein verhuizen naar grote verenigingen die zijn aangesloten bij de Surinaamse Voetbal Bond (SVB).
Bron: Danny van der Linden, Minna – biografie Humphrey Mijnals, 2023, blz. 10-13
Humphrey Mijnals tekent in 1956, komend van de Surinaamse kampioensploeg Robinhood, een contract bij het Utrechtse Elinkwijk. In 1966 maakt hij als eerste donkere speler zijn debuut in het Nederlands elftal. In die wedstrijd maakt de centrale verdediger vooral veel indruk door met een spectaculaire omhaal redding te brengen voor eigen doel. Tijdgenoot Hans Kraaij: ‘De foto van dat spelmoment is de hele wereld overgegaan. Dat was zo’n geweldige actie. Zoiets deden Nederlandse verdedigers niet, dat konden we niet. En als we het per ongeluk zouden proberen, dan zouden we per brancard moeten worden afgevoerd, met een hernia.’
Rob Siekmann
Auteur van Het straatvoetbalboek – Over de huidige betekenis van het straatvoetbal van vroeger (met een voorwoord van Richard Witschge), Willems Uitgevers, 2023