donderdag, maart 28

‘WK 1982. Azuurblauwe voetbaltriomf’ van Roberto Pennino

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het WK 1982 was mijn eerste wereldbeker. Het begon, voor ons Belgen, geweldig met de zege in de openingsmatch tegen regerend wereldkampioen Argentinië. Erwin Vandenbergh liet doelman Fillol kansloos na een kromme, maar perfecte, voorzet van Frankie Vercauteren.

Finaal draaide dit toernooi uit op een behoorlijke ontgoocheling en dat had niets te maken met het feit dat de Rode Duivels nadien een teleurstellend toernooi afwerkten en na nederlagen tegen Polen (3-0) en Rusland (1-0) naar huis moesten.

Nee, dit was geen goed WK. Het begon al met de loting in Madrid, toen alles in het honderd draaide en Sepp Blatter de hele procedure moest heropstarten. Het WK was slecht georganiseerd. Mundiespana, dat de tickets verkocht en de hotels reserveerde, maakte er een zootje van. Sommige stadions waren nog in aanbouw toen het WK werd afgetrapt. Spanje was helemaal niet opgezet met het feit dat het deelnemersveld was uitgebreid van 16 naar 24. De voetbalbond ging alleen overstag onder druk van Juan Antonio Samaranch, die op die manier de steun van FIFA zou krijgen bij zijn verkiezing tot voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité. Tot overmaat van ramp kreunde Spanje ook een hele maand onder een hittegolf. Temperaturen van 40 graden. Ook toen al.

Het ergste was echter het voetbal zelf. De jaren ’80 waren het vervolg van de twee vorige decennia waarin het catenaccio hoogtij vierde. Catenaccio betekent grendel. Kortom, verdedigen troef. Bovendien lieten de scheidsrechters in die tijd zowat alles toe. Eén ploeg stak torenhoog boven de rest uit: Brazilië. Socrates, Falcao, Junior, Cerezo en vooral Zico voetbalden op eenzame hoogte en veegden alle tegenstand op.

Tot ze op de uitgekookte Italianen botsten in de tweede ronde. De Azzurri hadden die tweede ronde (weer een groepsfase, een format die zo dramatisch was dat ze meteen werd afgevoerd) alleen gehaald omdat ze een doelpunt meer hadden gemaakt dan Kameroen. Ze hadden allebei drie keer gelijk gespeeld, maar Italië deed met twee keer 1-1 net iets beter dan de Ontembare Leeuwen die naast een 1-1 ook een 0-0 neerzetten.

In de tweede ronde speelde België samen met Rusland en Polen voor halflege tribunes in Camp Nou in Barcelona. De ‘groep des doods’ met Argentinië, Italië en Brazilië moest aan de slag in het veel kleinere Sarria, de thuishaven van Espanyol. De FIFA overwoog om de stadions te wisselen, maar Louis Wouters – onze bondsvoorzitter – ging daar voorliggen. Ja, onze voetbalbond staat altijd voor de goede zaak. Dat ze twee jaar eerder de spelers wat zwart geld hadden toegestopt op het EK van 1980 was een pekelzonde.

Hoe dan ook, in die tweede ronde begon Italië plots te winnen. Om te beginnen tegen Argentinië. Claudio Gentile schopte Diego Maradona tot bloedens toe en Tardelli en Cabrini scoorden (2-1). Tegen Brazilië konden de Italianen op een extra troef rekenen: Paolo Rossi. Rossi had tot dan toe nog nauwelijks een bal goed geraakt. Geen wonder, hij had niet eens een handvol wedstrijden in de benen bij de start van het WK. De spits was voor drie jaar geschorst vanwege zijn rol in het Totonero-omkoopschandaal. Hij hield tot aan zijn dood zijn onschuld vol, maar werd voor drie jaar geschorst. Na 25 maanden vond de Italiaanse voetbalbond het voldoende, zodat hij kon deelnemen aan het WK. Rossi scoorde drie keer tegen Brazilië (3-2) in een van de beste wedstrijden uit de WK-geschiedenis.

Brazilië was uitgeschakeld, Italië ging door. Ik was er compleet door aangeslagen. Niet omdat ik supporter was van Brazilië, wel omdat mijn hart klopte voor lekker voetbal. Ik was liefst meteen naar huis gegaan, maar Jan Wauters maakte me duidelijk dat dit het nieuwe voetbal was. Geniale flitsen en voor de rest afwachten en verdedigen met alle trucs van de foor.

Finaal was ik blij dat Italië de finale won tegen West-Duitsland. Die Mannschaft was een brutale ploeg en had alleen de eindstrijd gehaald doordat doelman Toni Schumacher in de halve finale Patrick Battiston, de Fransman die alleen op hem af kwam gesneld, doormidden had geschopt en daarvoor niet eens een gele kaart had gekregen. En ik was ook niet vergeten dat ik twee jaar voordien, aan de vooravond van het EK 1980, dankzij teammanager Gigi Peronace op een schitterende manier was ontvangen door bondscoach Enzo Bearzot in het oefenkamp van de Squadra Azzurra.

Roberto Pennino, toen een ventje van tien met Italiaanse roots, moet de triomf van de Azzurri uiteraard op een heel andere manier beleefd hebben. Geen wonder dat hij een boek wilde schrijven over zijn droomzomer. Het unieke aan dit boek is dat Roberto met zowat de volledige Italiaanse selectie van toen (onder andere Rossi, Antognoni, Tardelli, Gentile, Zoff), enkele Brazilianen (Junior, Falcao, Zico) en scheidsrechters is gaan praten. ‘Italië 1982, Azuurblauwe voetbaltriomf’ is dan ook het ideale (voetbal)boek voor deze mooie zomer.

het boek kan op deze site besteld worden

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply