woensdag, november 20

Serie 111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920: Raymond Kopa

Pinterest LinkedIn Tumblr +

SERIE: 111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920

 111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling door het voetballandschap van de voorbije eeuw. In aflevering dertien volgen we Raymond Kopa (13 oktober 1931 – 3 maart 2017).  ‘Le Petit Napoleon’ voltooide ‘le football champagne’ van zowel Stade de Reims als Les Bleus op de wereldbeker van 1958.

RAYMOND KOPA, LE FOOTBALL CHAMPAGNE VOLGENS LE PETIT NAPOLEON

Frankrijk – West-Duitsland 6-3, wedstrijd om de derde plaats, World Cup Zweden, 28 juni 1958

Raymond Kopa. Frankrijk – West-Duitsland 6-3, wedstrijd om de derde plaats op het WK 1958. Les Bleus gaven in de ‘kleine finale’ de uittredende wereldkampioen-Mannschaft van spelmaker Fritz Walter en bondscoach Sepp Herberger een formidabele draai om de oren: 6-3. De overwinning sudderde na en was dan het hoogtepunt uit ruim vijftig jaar Franse voetballessen. Just Fontaine veroorzaakte ravage in de Duitse rangen. Met liefst drie doelpunten bracht hij zijn totaal op dertien. Niemand deed het hem voor tijdens één WK-evenement en zal hem later evenmin evenaren. Fontaine draagt met fierheid de roepnaam

‘Monsieur Dynamite’. Hij werd meesterlijk gestuurd door Raymond Kopa, le petit Napoléon, de inspirerende middenvelder van het aantrekkelijke elftal. Albert Batteux was het spirituele brein achter Les Bleus van 1958. De trainer van Stade de Reims bedacht le football champagne. De wijnrode provincieclub dankte er zijn status aan: tussen 1949 en 1962 zes landstitels en twee bekers. En internationaal succes: twee verloren finales in de Europa Cup der Landskampioenen en winnaar van de Latino Cup. Stade de Reims openbaarde zich als Europese nummer twee na de oppermachtige Koninklijke uit Madrid.

Poolse migrantenzoon

Batteux, l’intellectuel, droeg zijn teams een zeer technisch, offensief spel van de korte combinatie op. Dankzij de ontdekking van Raymond Kopa.  De zoon van een Poolse mijnwerker beïnvloedde – samen met andere migrantenkinderen Roger Piantoni (Italiaans) en Just Fontaine (Marokkaans-Spaans) – le football français nouveau! Kopa prefereerde in moeilijke omstandigheden de persoonlijke actie boven de lange bal.

Raymond Kopa heette voluit Kopaszewski. Hij kwam ter wereld op 13 oktober 1931 in de mijncité van Noeux-les-Mines. Zijn vader emigreerde op jonge leeftijd vanuit Polen. Net als duizenden andere Polen. Hij huwde met Helena, de dochter van een andere Poolse mijnwerker. In de jaren dertig van de vorige eeuw is twee derde van de mijnwerkers in Frankrijk Pools van afkomst. Kopa bleef een kind van de cité, van de stoffige straatjes, van het leven in de schaduw van de terrils. De mijnwerkersmelancholie was een eigenaardig mengsel van onzekerheid en solidariteit. De angst voor de afdaling, elke dag opnieuw: komen we nog terug bovengronds? En de solidariteit, door de omstandigheden verplicht: de sterke levenswil in de mijnschacht, het ‘samen sterk’-gevoel in de dorpjes, de drang om crises gemeenschappelijk het hoofd te bieden.

In zijn biografie Mon Football (1972) vertelt hij met ontroering over zijn jeugd: ‘Zelfs na veertig jaar herinner ik me precies die geur. De geur van het café, waar ik als kleine jongen, samen met mijn broer, voor het eerst door mijn moeder werd afgezet om af te dalen in de mijn. Het mijnwerkerscafé is mijn café geworden. Ik blijf me tot vandaag de dag een mijnwerker voelen. Ik ken niet anders en kon niets anders. En omdat de geur van het café – het rook naar lekker vlees – me deed ontwaken, wist ik altijd letterlijk hoe laat het was: vier uur in de ochtend. Elke keer als ik wakker word, waar ook ter wereld, als ik mijn ogen open, zie ik de mijn voor mij. Ik proef de geur van het café. En ik ben een beetje bang. Altijd opnieuw. Het is deze angst die mij heeft veranderd van de mijnjongen Raymond Kopaszewski in de topvoetballer Kopa.

Vlucht uit de mijn

Ons huisje lag achter een mijnterril, een typisch citéwoninkje met een kleine tuin. Daarachter stond het stadionnetje. Het waren wat trieste woonomstandigheden, tegenover ons lagen de briques noires. Maar binnen was het altijd zeer mooi: miniatuurtjes, artistiek, zoals Polen dat kunnen. Mijn cité, mijn stad, mijn huis, het leek allemaal zwart, melancholisch, stoffig. Gelukkig was er de bal! Van mijn zesde af raakte ik erdoor gefascineerd.

Zonder de mijn zou ik zonder twijfel ook een goede voetballer zijn geworden. Maar niet diegene die ik nu ben geweest. Het verklaart dat ik, gedurende mijn loopbaan, ben blijven vechten tegen de nederlaag. Ik gaf altijd het maximum dat ik in mij had. Zonder mijn vlucht uit de mijn naar het voetbal, was ik nog steeds Kopaszewski.’

Hij puurde er de lessen uit om te slagen in moeilijke omstandigheden. Hij leerde vechten tegen de overmacht en legde zich nooit neer bij een nederlaag. Hij droeg de overtuiging uit dat de mijn hem heeft gehard om te slagen als topvoetballer. In de zomer van 1956 legde Real zeer veel geld op tafel. Kopa verleidde ook het veeleisende publiek in Madrid. Hij speelt in dienst van Alfredo di Stefano, als aangever van de solist. Hij overleefde gedurende drie jaar de slangenkuil en de intriges van de flamboyante manager Santiago Bernabeu. De morele code van het Spaanse instituut correspondeerde niet meteen met die van Noeux-les-Mines. Kopa brak toch door: Spaans kampioen in 1957 en 1958, de beste van Europa in 1957, 1958 en 1959. In de schaduw van Di Stefano, maar toch met wereldwijde erkenning.

Afstand van het verleden

Hij nam tijdens zijn loopbaan afstand van zijn verleden. Hij verandert dus zijn naam van Kopaszewski in Kopa. Daarmee gaf hij aan dat Polen voor hem verleden tijd was. Als succesvolle immigrantenzoon wordt hij het symbool van het zich vernieuwende en liberale Frankrijk na de Tweede Wereldoorlog. Hij koos op zijn éénentwintigste voor de Franse nationaliteit. Toch verliep zijn integratie niet altijd van een leien dakje. Als het samenspel stremde, incasseerde hij de hoon van het volk en scandeerde het domste deel van het Franse publiek: ‘Kopa, retorune à la mine.’ Hij keerde in de zomer van 1959 terug naar zijn oude liefde Stade de Reims en verovert na de titels van 1949, 1953 en 1955 ook die van 1960 en 1962. Na een dispuut met de nieuwe bondscoach – die weinig respect toonde voor zijn verleden – blies hij zelf zijn interlandcarrière af in de herfst van 1962, op de leeftijd van 31 jaar. Het noodlot spaarde in die periode zijn privéleven niet. Zijn dochter verloor de strijd met de ziekte.

Kopa’s jaren vijftig met Stade de Reims en het WK van 1958 – met een derde plaats – vormden uiteindelijk het enige lichtpunt in een halve eeuw Franse voetbalduisternis. De mijnwerkerszoon werd dé uitvoerder van het heerlijke football champagne. Raymond Kopa.

111 legendarische voetbalhelden sinds 1920 | Raf Willems

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Comments are closed.