SERIE: 111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920
111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling door het voetballandschap van de voorbije eeuw. We vervolgen met Louis – Luigi – Van Hege. De eerste Europese vedette van het voetbal was…een Belg. Ongeveer 104 jaar geleden rond deze tijd nam hij een dramatische beslissing: van ‘God in Italië’ tot ‘IJzerfrontsoldaat’. We brengen dit verhaal vandaag opnieuw, nu er na bijna een halve eeuw weer Eerste Klasse gespeeld zal worden in het Dudenpark! Veel leesgenot – Raf Willems.
LOUIS VAN HEGE: VAN FRONTVOETBALLER TOT OLYMPISCH KAMPIOEN
België – Tsjecho-Slowakije 2-0, finale Olympische Spelen 1920 Antwerpen op 2 september 1920
Louis – Luigi – Van Hege. België – Tsjecho-Slowakije 2-0, 2 september, finale Olympische Spelen 1920 Antwerpen. Wat een massa! Hij zag hoe meer dan 40.000 Belgische voetbalfans zich verdrongen rond het speelveld. Enkele dagen later zou blijken dat meer dan tienduizend toeschouwers zonder kaartje konden binnenglippen door…gaten die de nacht daarvoor in de omheining waren geknipt.
Na 43 minuten werd de wedstrijd afgefloten omdat de Tsjecho-Slowaken, uit protest tegen opeenvolgende scheidsrechterlijke beslissingen in hun nadeel, weigerden terug te keren.
Les Belges Champions du monde de football 1920
Hij keek geamuseerd naar de chaotische toestand en viel vervolgens dolgelukkig in de armen van zijn ploegmaats toen België tot Olympisch kampioen werd uitgeroepen. Een gouden medaille! Wat een dramatische omwentelingen had hij voor zijn ogen zien voltrekken in zijn persoonlijk leven in het voorbije decennium: Belgische landskampioen met Union in 1910; leven als ‘God in Italië’ bij FC (AC) Milan tussen 1911 en 1915; ondergedompeld in de diepste ellende aan het front van de Eerste Wereldoorlog in de Vlaamse Westhoek; benefietwedstrijden voor Belgische vluchtelingen tegen onder meer topclubs in Groot-Brittannië tussen 1916 en 1918; terugkeren naar een verwoest land in 1919; Olympisch goud in 1920.
Tegen deze extreem wisselende sentimenten was in principe geen menselijk brein bestand, maar hij had ze overleefd en het eindigde op een vrolijke noot. Met tienduizenden feestende Belgen en zijn Rode Duivels die door de internationale media werden uitgeroepen tot ‘wereldkampioenen voetbal’ zoals het gezaghebbende Franse magazine Le Miroir des Sports blokletterde: ‘Les Belges Champions du monde de football 1920.’
Met Brusselse ‘zwans’ naar exhibitiematch in Milan
Een van die ‘eerste wereldkampioenen van het voetbal’, zoals het Nederlandse weekblad Sport-Revue het bekeek, was hij, de vedette. Niet dat hij zich verheven voelde boven de rest, maar met een beetje ‘Brusselse zwans’ kwam men ver in de wereld. Dat had hij zelf ondervonden. Bij Union stroomlijnde hij in 1909 en 1910 als rechtsbuiten met een ‘ongrijpbare vloeiendheid’ het aanvalsspel: twee landstitels met 101 en 90 goals in telkens 22 competitieduels. Van Hege ‘deed’ zowel de zijlijn als ‘het binnenwerk’: zette tegenstanders op het verkeerde been, bracht de ballen aan of scoorde ze zelf.
In het dagelijkse leven voerde hij de job uit van bediende bij een verzekeringsmaatschappij in Brussel. Hij bezat zin voor het zakenleven en leerde liefst vijf talen: Frans, Nederlands, Duits, Engels en…Italiaans. Union, de vaandeldrager van het Belgisch voetbal, verwierf naam en faam in West-Europa door talrijke overwinningen in internationale bekertoernooien. In de lente van 1910 inviteerde FC Milan (de voorloper van AC) de Brusselse ‘jaunes et bleus’ voor een zogenaamde ‘exhibitiematch’. De zes Rode Duivels van de club waren geschorst voor Europese duels omdat ze een uitnodiging voor de nationale ploeg naast zich hadden neergelegd.
Ze reisden toch met Uniongezelschap mee en zagen vanop de tribune hoe een veredeld reserveteam Milan geen voet om op te staan liet. De bestuurders van Milan vroegen zich af wat het kwaliteit van het volledige elftal waard zou zijn en nadat alle kijkers het stadion hadden verlaten, gaf ‘Union-au-grand-complet’ pas een echte demonstratie in een afgesproken extra kwartiertje. Van Hege rook zijn kans en scoorde tweemaal, terwijl hij als ‘buitenspeler’ toch vooral de ‘schijnbeweging’ voor het voetlicht bracht.
De tristesse op het gelaat van I Belgi
FC Milan bood hem meteen een contract aan, mét een job er bovenop: een betrekking bij bandenfabrikant Pirelli. ‘ I Belgi’ veroverde de harten van de roodzwarte Milanezen: 98 doelpunten in 91 matchen tussen 1911 en 1915 en door La Gazetta dello Sport in 1915 verkozen tot ‘Speler van het Jaar’. De andere Italiaanse krant Lo Sport Illustrato dichtte hem in poëtische termen ‘een vage glans van tristesse op zijn gelaat toe’. Auteur Kurt Deswert onderzocht in zijn boek ‘Aftrap in Brussel. De vergeten geschiedenis van het voetbal in de hoofdstad’ zijn belevenissen in Milaan:
‘Hij scoorde zeven doelpunten in de Derby Della Madonnina tussen Milan en Internazionale. Hij was de architect van de historische 6-3 zege in 1911 en combineerde techniek en snelheid op een sierlijke manier die men in de Laars nog niet had gezien.’ Terwijl hij zich de gelukkigste mens op aarde waande, ontbrandde aan de Belgische Noordzeekust de Eerste Wereldoorlog. Italië bleef aanvankelijk weg van het gewoel, maar schaarde zich in 1916 aan de zijde van de geallieerde legers tegen Duitsland.
Van een leven als ‘God in Italië’ tot soldaat in de IJzerloopgrachten
Zijn leven veranderde op noodlottige wijze. Van de ene dag op de andere belandde de beste speler van het Calcio en de eerste vedette van het Europese vasteland als ‘infanterist’ in de loopgrachten achter het IJzerfront. Hij werd er geconfronteerd met de dagelijkse verschrikkingen en met de dood van zijn metgezellen.
Hij maakte van de nood een deugd en sloot zich aan bij het project van The Front Wanderers. Letterlijk, de zwervers aan het front. Bedoeld werd: de voetbalzwervers. Het verzamelde de Rode Duivels die participeerden aan de dagelijkse gevechten. De bedoeling was dat The Front Wanderers het leed zouden verzachten door te ‘voetballen voor het goede doel’.
Zowel voor de vrede, als voor de vluchtelingen, als voor het vaderland. Met benefietwedstrijden zouden ze voortaan fondsen inzamelen. Onder meer ten voordele van ‘den bal voor den soldaat’. Maar tegelijk ook om het lot van Belgische vluchtelingen in het buitenland te verbeteren. Ze bouwden een zeer sterk elftal uit en de naam van het team kreeg een mystieke weerklank. Ze werden in Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië als helden onthaald.
Front Wanderers voetbalden voor Belgische oorlogsvluchtelingen
Met ‘Luigi’ als versterking tilden The Front Wanderers de traditie van ‘liefdadigheidsoptreden’ naar het niveau van het ‘interlandvoetbal’. In november 1917 volgde de belangrijkste ‘tournee’ langs de uitverkochte stadions van Chelsea, Everton, Manchester United, Aston Villa en Celtic Glasgow: vier zeges, één nederlaag en één draw. Duizenden naar Groot-Brittannië voor de oorlog gevluchte Belgen moedigden de Front Wanderers aan. Een ‘Belgisch dagblad in ballingschap’ dat in Londen werd verspreid, gaf als impressie mee: ‘Met diepe ontroering hebben enkele duizenden Belgen, die zich naar het terrein van de club Chelsea begaven, van in de stampvolle tribunes de beruchte Rode Duivels, zoals zij in vredestijd genoemd werden, zien verschijnen in de rode trui van ons nationale elftal.’
Met The Front Wanderers legde Louis Van Hege de fundamenten voor het elftal dat twee jaar na het beëindigen van de ‘Grooten Oorlog’ zich inschreef voor de Olympische Spelen in Antwerpen.
Olympisch kampioen in Antwerpse dankzij Italiaanse klasse van Luigi
In de kwartfinale stuurden de Rode Duivels de sterke Spanjaarden – met de beroemde keeper Ricardo Zamora – met 3-1 naar huis. In de altijd controverse veroorzakende ‘Derby der Lage Landen’ hield hij de zenuwen van zijn elftal in bedwang: 3-0. In de finale wachtte de gedoodverfde favoriet Tsjecho-Slowakije na 7-0, 4-0 en 4-1 zeges tegen respectievelijk Joegoslavië, Noorwegen en Frankrijk. Ze tikten met methodische precisie hun tegenstanders van de mat.
Zijn ‘Milanese’ ervaring gaf de Rode Duivels voldoende vertrouwen om de stormloop van te doorstaan en met slimme tegenaanvallen te scoren: 2-0 na dertig minuten. Hij monkelde. Het succes wenkte. De Tsjecho-Slowaken deden zichzelf de das om door moedwillig in de kleedkamer te blijven na de uitsluiting van één van hun spelers. En zo wonnen ‘zijn Rode Duivels’ – gebaseerd op de kameraadschap en de conditionele sterkte van de ervaring als Front Wanderers – het eerste échte toernooi uit de geschiedenis van het voetbal. Mede dankzij zijn ‘Italiaanse’ klasse. Louis Van Hege.