Diego Armando Maradona, el pibe de ora, de jongen van goud (2)
111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling met auteur Raf Willems door het voetballandschap van de voorbije eeuw. In aflevering 28 belichten we dat ‘ene, uitzonderlijke fenomeen’: in drie delen kijken we terug op het bewogen leven van Diego Armando Maradona. Naar aanleiding van de eerste verjaardag van zijn overlijden op 25 november 2020.
Emir Kusturica draaide in 2008 de cultfilm Maradona by Kusturica. De controversiële cineast voerde hem op de tonen van God Save the Queen op als Sex Pistol van het voetbal. Hij luisterde in ‘de kerk van Maradona’ naar de aria Ave El Diego, ontleend aan Bach. Hij besloot zijn prent met La Vida Tombola, een song van de Franse zanger Manu Chao. Punk, klassiek, wereldmuziek. Drie uiteenlopende genres én gevoelens, maar ze pasten El Diego allemaal als gegoten.
Kusturica monteerde de dribbel tegen Engeland als goal of the century tussen spotprenten met Margaret Thatcher en de Britse koningin en met Johnny Rotten als muzikale bijsluiter. Hij componeerde Maradona als een ‘vertolker van de opstand’. Hij volgde hem op de trein in het gezelschap van betogers met T-shirts ‘Stop Bush, War Criminal’. Daar sprak El Diego de mensen toe en verklaarde plechtig: ‘Ik verkies de Argentijnse waardigheid boven het Amerikaanse geweld.’ Ter staving liet hij tatoeages aanbrengen van Che Guevara en Fidel Castro.
Bij een bezoek aan ‘de kerk van Maradona’, een nieuwe religie ter ere van die ene, ondeelbare godheid, keek Kusturica naar de initiatierite: een geslaagde imitatie van ‘de hand van God’. De hogepriester gooide de bal in de lucht en de gelovige diende de keeper met zijn vuist te vlug af te zijn. Pas dan wordt men opgenomen in de broederschap. Maradona betuigde Kusturica openlijk zijn spijt over zijn drugsverleden. Hij zette zichzelf weg als een idioot omdat hij zijn dochter onvoldoende heeft opgevoed. Hij noemde het zijn persoonlijke performance: ‘I was born into football, I played games of light and darkness.’
De Franse protestzanger Manu Chao nam het slotakkoord van het docudrama voor zijn rekening. In een akoestische act voerde hij zijn bewondering op met de weerkerende zin: ‘Mocht ik Maradona zijn, ik zou leven zoals hij.’ De dikhuidige Diego luisterde diep ontroerd.
Geen stad ter wereld telt meer psychiaters dan Buenos Aires. Men pareert er zwartgalligheid met massahysterie, zoals voor El Diego, de briljante balgod met de labiele geest. Voortdurend pendelend tussen perversie en poëzie, tot hij ten onder ging aan de nimmer uitdovende hunkering naar belangstelling. Zijn landgenoten overstelpten hem met verstikkende aandacht. De media pleegden de klassieke karaktermoord: zelfs in de ambulance die hem naar het ziekenhuis voerde na een hartaanval was hij niet veilig. Eerder filmde een cameraploeg de verwijdering van de schroef rond zijn geopereerde enkel (1984), overhaalde een televisiestation een CIA-controleur tot een test met een leugendetector om te ‘bewijzen’ dat hij de vader was van een buitenechtelijk kind (1987), en stalden de dokters voor de verzamelde pers zijn flesje met getroebleerde urine uit na een zoveelste mislukte comeback (1998).
Dat was nog klein bier in vergelijking met het legertje paparazzi dat zich in 1991 om zes uur in de ochtend voor zijn flat had verzameld bij een ‘geheime’ politie-inval, op zoek naar dertig gram drugs. Als gevolg van deze bizarre worsteling met een niet in te vullen verwachtingspatroon zocht hij de vlucht in de snelle verdoving. Hij evolueerde van wonderbaarlijke voetballer tot volgevreten vent, die op zijn veertigste al rondliep met een hartslagmeter en op zijn 45ste een levensreddende vetschortoperatie onderging. Zijn gekwetste ziel was uitermate vatbaar voor manipulatie: drugsparty’s, seksschandalen en processen als gevolg van de scheldpartijen, geweldplegingen en zakelijke banden met maffiosi.
De Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano vatte het in zijn boek Glorie en tragiek van het voetbal accuraat samen: ‘Maradona droeg een last die Maradona heette. Zijn benen deden pijn, zonder tabletten kon hij niet slapen. De verantwoordelijkheid om als God in de stadions te werken, was ondraaglijk. Maar hij kon er niet mee stoppen. Hij was onderworpen aan de tirannie van de bovenmenselijke inspanning, volgestopt met cortisone, pijnstillers en toejuichingen; belaagd door de eisen van zijn bewonderaars en door de haat van de machtigen die hij had gekrenkt.’