Opnieuw viel de naam Noa Lang niet toen Louis van Gaal vorige week sprak over wat Oranje nog te kort komt. ,,We zitten mager in onze vleugelspelers. Daarom gaan we El Ghazi bij Aston Villa bekijken”, zei Van Gaal, die voor zijn eerste drie interlands Cody Gakpo (PSV), Steven Berghuis (Ajax) Steven Bergwijn (Tottenham Hotspur) en Donyell Malen op de flanken inzette.
Voor de posities in de aanval is er nog wel meer keus, los van Noa Lang. Bij Nice spelen Justin Kluivert en Calvin Stengs, voor Arnaut ‘Danjuma’ Groeneveld betaalde Villareal onlangs 25 miljoen euro. Groeneveld (ex- Club Brugge) heeft met Noa Lang gemeen dat zijn naam zelden valt bij bespiegelingen over Oranje.
In het tv-programma Rondo sprak Ruud Gullit zondagavond zijn verbazing er over uit dat Noa Lang na een klein jaar Club Brugge nog altijd niet wordt genoemd als Oranje-kandidaat. ,,Hij heeft iets ongelooflijks als speler, het lijkt wel alsof niemand het wil zien. Rond het Nederlands Elftal hoor ik nooit iemand over hem praten. Ik weet niet waarom, ik ben er heel nieuwsgierig naar.”
Op de opmerkingen van Gullit haakte zijn tafelgenoot Marco van Basten in. ,,Heeft dat niet met zijn mentaliteit te maken?”, opperde Van Basten. ,,Maar de moeilijkste jongens zijn meestal goed. Wij waren in onze tijd toch ook heel lastig”, reageerde Gullit.
B-CATEGORIE AJAX
De verbazing ebde weg zonder dat er nog tegels werden gelicht. Ajax liet Noa Lang vorig jaar nogal gemakkelijk naar Club Brugge vertrekken nadat hij als huurspeler bij FC Twente geen onvergetelijke indruk had gemaakt. Niet meer dan 6 miljoen hoefde de Belgische kampioen voor Lang te betalen, een prijs waarvoor Ajax doorgaans spelers uit de B-categorie laat vertrekken.
Inmiddels behoort Noa Lang al een jaar lang tot de besten in de Pro League. De interesse in hem is in Nederland nauwelijks toegenomen; niet bij de staf van Oranje, niet in de media. Slechts af en toe vielen de spotlights op hem als hij in actie kwam voor Jong Oranje.
DENIGREREND
De vraag mag zijn of de Belgische competitie (en de prestaties van Nederlandse spelers daarin) in Nederland wel serieus worden genomen. Menig maal wordt er slechts denigrerend gesproken als de Pro League met clubs als Zulte Waregem en AS Eupen ter sprake komt. De achteloosheid waarmee in Nederland gedachten over een BeNeLiga worden weggeschoven, onderstreept de desinteresse.
Bijzonder is het daarom dat Feyenoord zijn hoop in de aanval nu vestigt op Cyriel Dessers, een spits die in de Belgische competitie nauwelijks uit de verf kwam. Zijn zeven goals in 31 wedstrijden met Racing Genk staan in schril met de reputatie die hij een jaar eerder opbouwde bij Heracles Almelo als gedeeld topscorer van de Eredivisie. ,,Ik had bij Genk de pech dat ik moest opboksen tegen Paul Onuachu, die 34 doelpunten maakte. Als je als voetballer alleen maar mag trainen, dan gaat het plezier er een beetje van af”, zei Dessers over zijn prestaties bij Genk. Hij was al in Madrid om onderhandelingen af te ronden met CD Leganés, een club uit de Spaanse tweede divisie, toen Feyenoord hem op de laatste dag van de transferperiode alsnog naar Rotterdam lokte.
PEILSTOK
De prestaties van Dessers bij de volksclub van Rotterdam kunnen een peilstok vormen voor een vergelijking van het niveau tussen Nederland en België. ,,Met Cyriel Dessers hebben we een speler die meteen het net weet te vinden als de bal voor zijn voeten komt. Hij is een echte doelpuntenmaker, die dat in de Nederlandse competitie al heeft bewezen”, zegt zijn trainer Arne Slot, de opvolger van Dick Advocaat, over de nieuwe spits. Bij Feyenoord moet Dessers de concurrentie aangaan met Bryan Linssen, een heel ander type en nu na vier ronden Eredivisie gedeeld tweede op de lijst met topschutters.
Feyenoord zal ook dit seizoen niet de beste club van Nederland zijn, hoe verwachtingsvol de altijd fel meelevende fans weer van nieuwe successen dromen. Ajax en PSV moeten opnieuw hoger worden aangeslagen en beschikken bovendien over ruimere financiële mogelijkheden. Tegenover het verlies van Steven Berghuis (naar Ajax) staat de komst van diverse nieuwe spelers, die voor meer evenwicht moeten zorgen.
GUUS TIL
Meest opvallende nieuweling is vooralsnog Guus Til (23), oud-speler van AZ en gehuurd van Spartak Moskou waar hij in zijn tweede seizoen nog maar mondjesmaat aan bod kwam. Bij Feyenoord maakte Til snel indruk als aanvallende middenvelder, met diepgang en goals. In zijn geval aarzelde Louis van Gaal niet lang om hem bij Oranje te halen. De debutant honoreerde zijn uitverkiezing met een doelpunt. Noa Lang moet het met enige verbittering hebben aangezien.
De prestaties van spelers als Dessers en Til in de Nederlandse competitie roepen opnieuw de vraag op waarom het kennelijk zoveel gemakkelijker is om in de Eredivisie naam te maken en tot scoren te komen dan daarbuiten. Ook Giorgios Giakoumakis geeft stof tot nadenken daarover. De 26-jarige Griek werd vorig seizoen met ruime voorsprong topscorer van de Eredivisie. Zijn 26 goals in 30 wedstrijden konden niet voorkomen dat zijn club, VVV Venlo, degradeerde. Vervolgens moest VVV tot de laatste dagen van de transferperiode wachten voordat uiteindelijk Celtic bereid bleek 2,5 miljoen euro, niet méér, uit te trekken voor de topscorer van Nederland.
SÉBASTIEN HALLER
Soortgelijke twijfel komt op bij de huidige topscorer van de Eredivisie, Sébastien Haller. Voor de Frans-Ivoriaanse aanvaller betaalde Ajax in januari 2021 22,5 miljoen euro aan West Ham United. Vervolgens verzuimde de Amsterdamse club hem tijdig aan te melden voor de Europa League. Dit seizoen zal Haller in de Champions League mogen aantonen of hij daadwerkelijk uitkomt boven het niveau van de gemiddelde Eredivisie-topscorer.