woensdag, november 20

Royal Antwerp FC: De Slapende Reus die wakker werd – Duan Gatto

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Sinds 1994 kende Royal Antwerp FC een trage, maar gestage ondergang. Het was ooit onbetwist een van Belgiës grootste voetbalclubs, het stamnummer 1, de grootste ploeg van Vlaanderens grootste stad. Tot en met slechts vier seizoenen geleden was het een schim van zichzelf. Maar het onafwendbare einde en de dieptrieste anticlimax kwamen er niet, wel integendeel. Wie zin heeft in een voetbalsprookje, leest best verder.

A New Hope

In 2012 leek een periode van nieuwe hoop aan te breken voor de supporters van het ooit zo fiere Rood-Wit. Laat het ons, met enige zin voor overdrijving, een Deurnese Lente noemen. Voorzitter-Alleenheerser Eddy Wauters, die erop gebrand leek de club mee in het graf te sleuren, werd aan deur gezet.

Maar voor het nieuwe bewind, Gunther Hofmans en zijn schoonvader Jos Verhaegen, bleek al snel dat ze een niet te overziene ravage in handen kregen. Met hun goede bedoelingen maar beperkte middelen, en bij hun vorige clubs beproefde kruideniersmentaliteit, kregen ook Hofmans en co Antwerp niet gestabiliseerd. The damage was done. Was Royal Antwerp FC nog wel te redden?

Drie jaar en even veel trieste seizoenen later, stonden er op de Bosuil alleen nog ruïnes. Er was geen trainer die naam waardig. Er was een perfect slecht uitgebalanceerde spelerskern die de sportieve vernederingen opstapelde. Er was de in sneltempo afbrokkelende accommodatie waar de voorzitter en technisch directeur, sus en klus gewijs, eigenhandig lapmiddelen tegenaan klopten.

Rock Bottom

De supporter zag het met lede ogen aan, maar bleef op post. Zo ook ikzelf, maar misschien zag ik het einde naderen, want ik voelde de nood om te verhuizen naar de met traanplaat en prikkeldraad rechtgehouden Tribune 1. In 1920 was dit het pronkstuk van een splinternieuw nationaal voetbalstadion. Een ouderwetse, typisch Engelse tribune met pronkkapelletje midden op het dak. Een kleinere versie van de Johnny Haynes Stand van Craven Cottage (FC Fulham).

Ik geef toe, het was pure nostalgie en ik had het gevoel dat het mijn laatste kans was om eens wat wedstrijden vanaf die kant te bekijken. Tribune 1 was een authentiek stuk voetbalgeschiedenis, een aantrekkingspool voor groundhoppers die hun tripjes graag doorbrengen in vooroorlogse bunkers, doortrokken van leed en betonrot. Die graag dwalen in duistere, naar schimmel en bier stinkende gangetjes waar al bijna 100 jaar lang hoopvolle supporters naartoe kwamen om hun Antwerp toe te schreeuwen, of een zoveelste België-Holland bij te wonen. Maar de waarheid lag anno 2015 pijnlijk te blinken (of te roesten) in de scheuren van het gewapende beton. Het was op, gedaan, finito, schluss.

Dat seizoen eindigde RAFC in zijn 10e seizoen in de Belgische 2e klasse op een troosteloze 10e plaats. Aanspraak maken op promotie was nooit aan de orde. Royal Antwerp was een zieltogende 2e-klasser, die eerder naar beneden moest kijken en elk potje moest leegschrapen om zichzelf te behoeden voor implosie. De absolute bodem leek bereikt, supporters probeerden zich te verenigen in Trusts, spraken van ‘participatie’ en durfden denken aan ‘herbeginnen vanuit de laagste regionen’ of andere vormen van Tabula Rasa.

Hoop op een terugkeer naar het hoogste niveau was er niet meer. Zelfs simpelweg het volgende seizoen aanvatten met een kern die zou kunnen meestrijden aan de top van 2e klasse, was een utopie. Mijn hoogtepunt van het seizoen was het leren kennen van de familie Libombé, die steevast vlak naast me op de tribune aanwezig was. Moeder riep haar oudste zoon gretig en veelvuldig ‘Allez Stallone’ toe, in een bariton die menig Barry White fan de oren zou doen spitsen.

Back To The Future 5: Royal Antwerp Europa in

Het is nu mei 2019. RAFC strijdt momenteel op succesvolle manier voor een plekje in de kwalificaties van de Champions League en kan, buiten de toekomstige kampioen, elke tegenstander aan in deze Play-off 1. Zo heet de nacompetitie waarin de hoofdprijzen in België worden uitgedeeld. Ik zit terug bij vrienden op Tribune 2, wat ook een monument is dat Europese voetballiefhebbers in grote getale aantrekt. Maar de laatste drie seizoenen is het een VIP-stand. Enkel jaarkaarthouders kunnen erop. Vrije tickets zijn niet meer te krijgen, alle 8000 plekjes zijn ingenomen door vaste tickethouders die niks meer willen missen.

En terecht! Iedereen die erbij was op die memorabele 26 februari 2017, bij de penalty van Hairemans tegen Lommel SK en de daarmee gepaard gaande deelname aan de finaleronde van de hervormde tweedeklasse-competitie, gelooft dat op de Bosuil mirakels gebeuren. Meer nog, we weten dat mirakels bestaan op de Bosuil, we zien het sindsdien elke week.

Terwijl we op een authentieke houten bank zitten met de zon strak op onze gezichten, verslaan we Standard Luik op een meer dan verdiende wijze. Tegenover ons staat een mastodont van een nieuwe Tribune 1. Pal op de plek waar ik amper 4 jaar geleden zat met de overtuiging dat het nooit meer goed zou komen. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn, maar het is het niet. Dit is niet minder dan een sprookje dat waarheid werd. Dit is hoe het eruit ziet wanneer een slapende reus opstaat.

Ghelamco en QR Marc

Paul Gheysens, een steenrijke industriële bouwondernemer, paardenfokker en self-made top-businessman kreeg via zijn netwerk een koopje in de schoot geworpen. Er werd hem gevraagd of hij zin had om een puinhoop van een sportclub op te kuisen, met de zekerheid van plusminus 10.000 betalende fanatici die maar niet wilden afgeven. Gheysens wijst niet graag koopjes af, en leek zich wel te herkennen in het koppige, vasthoudende, grimmige, loyale Antwerp-publiek. Dus hij waagde de gok. Gheysens wist zich te omringen met het perfecte team, zond in eerste instantie Patrick Decuyper (een zakenman met ervaring in het Belgische voetbal) naar de Bosuil om de club uit tweede klasse te halen. Dat lukte in het tweede seizoen na de overname.

Dankzij Ghelamco, het bouwbedrijf van Gheysens, QR Marc, zijn wereldberoemde dekhengst en de inzichten in de voetbalwereld van Luciano d’Onofrio, de eerste en meest belangrijke transfer die Gheysens deed, staat Royal Antwerp FC sinds vorig seizoen terug in 1e klasse. Terug waar het thuishoort, onverhoopt makkelijk en snel leek het wel te gaan.

Dit 2e seizoen na de grote terugkeer, speelt Rood-Wit al mee aan de top. Het met power en grinta dooraderde spel van coach Bölöni en zijn verzameling ex-internationals, onbekende Portugese jonkies, ervaren krijgers en een superster of twee (Dieumerci Mbokani, Jelle Vandamme, Sinan Bolat, Faris Haroun en Lior Refaelov bijvoorbeeld), maakt brokken in de top van het Belgische voetbal.

Keep The Red Flag Flying High

Antwerp staat er. Antwerp is sinds het kampioenschap in 2e klasse van 2017 in een capsule gestopt en tegen dubbele lichtsnelheid naar boven geknald. Ghelamco heeft in no time een signature-tribune gebouwd en de plannen voor de modernisering van het hele Bosuil-stadion zijn concreter dan ooit. Nooit is er professioneler gewerkt op Antwerp. Nooit lagen successen zo voor het grijpen.

Amper vier seizoenen geleden zat ik in een stadion tussen een publiek dat op bipolaire wijze zweefde tussen wanhoop en woede, in een aftakelende ruïne zonder echte hoop op beterschap. Bij wijze van contrast, nam ik een paar maanden geleden mijn jonge zoon mee voor een galawedstrijd tegen Panathinaikos, en zaten we op een fonkelnieuwe hypermoderne Tribune 1 in alle comfort. Plots heeft Antwerp wel een toekomst, een echte kans om een topclub te worden.

Sommige supporters vinden dat het te snel gaat en dat we stappen overslaan. Of vinden dat het gevaarlijk is dat een hoofdaandeelhouder het zo voor het zeggen heeft. Voor anderen gaat het dan weer niet snel genoeg en moet RAFC zo snel mogelijk meestrijden voor de titel. De meesten onder ons, echter, surfen mee op de golf van verbazing en gelukzaligheid die na het kampioenschap van 2017 over de club spoelde en blijft spoelen. Whatever will be will be, zoals de bekende song gaat.

Het stadion zal verder worden aangepakt, de ploeg zal verder worden uitgebouwd en de club gaat verder groeien. Waar het eindigt, weet niemand. Wat we wel weten, is dat we de komende jaren met steeds meer zullen zijn, en dat de liefdevolle kleuren terug met trots gedragen zullen worden, het is aan de supporters om in deze stap richting moderne club, de ziel levend te houden. We mogen niet vergeten hoe snel het kan misgaan en hoe zwaar het kan stormen op Royal Antwerp FC. Maar daartegenover bekronen we misschien dit voorbije seizoen al met een eerste Europese campagne sinds 1997, hopelijk de eerste van vele! We keep the red flag flying high!

Eeuwige 25 – Eeuwige 25 Antwerp | Michel Schepers

Share.

About Author

Regelmatig publiceren we artikels van eenmalige gastschrijvers. Ook zin om een artikeltje te plegen? Neem contact op met info@dewitteduivel.com en bezorg ons jouw tekst.

Comments are closed.