zondag, november 24

RODE DUIVELS NUMMER 1 VAN DE WERELD IN 2019 EN …OOK IN 1920!

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Een geschiedenis in honderd duivelse feestjes. Telkens op zondag.

De volgende maanden voeren de Rode Duivels de wereldranglijst aan. Wist u dat ze dat ook al deden in…1920? Ontdek de geschiedenis van de nationale ploeg in ‘Honderd Duivelse Voetbalfeestjes’. Op www.dewitteduivel.com in wekelijkse afleveringen. Of in het boek: hier te koop aan 15 euro (verzendingskosten gratis, winkelwaarde 20 euro). Contacteer daarvoor: raffe.willems@telenet.be

AFLEVERING 5

BELGIE – ENGELAND 2-2, 1 NOVEMBER 1923

Stadion: Bosuil

Toeschouwers: 40.000

België: Jan De Bie (Racing CB); Armand Swartenbroeks (Daring), Oscar Verbeeck (Union); André Fierens (Beerschot), Florimond Vanhalme (Cercle Brugeois), Achille Schelstraete (Cercle Brugeois); Hector Goetinck (FC Brugeois), Maurice Gillis (Standard), Henri Larnoe (Beerschot), Ivan Thys (Beerschot), Desiré Bastin (Antwerp)

Scoreverloop: 7’ Larnoe (1-0), 35’ Brown (1-1), 75’ Schelstraete (2-1), 80’ Roberts (2-2)

Ik neem je even mee naar wat ooit zompige weides zijn geweest. Een soort niemandsland aan de rand van Antwerpen, met één café: ‘Den Boschuil’.

Kan men zich het volgende voorstellen? De Bosuil in Deurne ontving bij de opening – ingehuldigd met speciale postkaarten – op 1 november 1923 het plechtige predicaat van ‘één der modernste stadions’ van Europa. Die eretitel was alvast niet overdreven: 38.000 plaatsen en opgetrokken volgens de kunst van de Romeinse arenastijl en het classicisme. Bovendien getuigde het van veel respect dat uitgerekend Engeland het aanbod had aanvaard om eregast te zijn in deze prestigieuze openingswedstrijd van de grootste arena van België. Over de uitslag maakte niemand zich illusies. Engeland stuurde vaak een amateurgezelschap de Noordzee over om te sparren met de sukkelende selecties van Europese landen. In de sterkste bezetting – dus met profspelers – boekten The Three Lions voor 1 november 1923 tien opeenvolgende zeges op het continent. De Engelsen twijfelden geen seconde aan de goede afloop. Zelfs niet nadat Rik Larnoe van Beerschot de score had geopend op de zevende minuut. Van dan af openden ze een offensief dat tot het eindsignaal duurde. Maar doelman Jan De Bie (1892-1961) speelde de partij van zijn leven. In de kranten schreef men: ‘Soms leek het wel een match De Bie-Engeland.’ In deze omstandigheden – voor 40.000 fans en tegen een topteam – groeide hij boven zichzelf uit. Dan verdedigde hij zijn doel met bravoure. De Bie paste helemaal bij de zogenaamde ‘roaring twenties’: het was de tijd van de charleston van Josephine Baker en de nieuwe vrouwenmode van Coco Chanel. De wilde ritmische dans en het korte, frisse kapsel vrolijkten de maatschappij op na de ellende van de oorlog en vrouwen volgden voor het eerst wedstrijden. De uitbundige, wispelturige Brusselaar met zijn zeer attractieve stijl genoot van zijn populariteit en zocht zelf het contact op met het publiek. Hij entertainde als eerste Belgische showkeeper: hij schuwde het risico niet en daagde de tegenstander graag uit. De Bie ontpopte zich tot eerste voetbalfiguur van het land. Talrijke jongeren volgden zijn voorbeeld en waagden zich aan de kunst van het keepen. Volgens Pol Jacquemyns, de nestor van de Vlaamse voetbaljournalistiek, lag zijn geheim in ‘zijn stijl, zijn bravoure, zijn ongegeneerdheid en zelfs in zijn grilligheid. Hij is lenig in al zijn bewegingen, forsig met de vuist werkend in netelige situaties en hij pleegt zich, alle gevaar trotserend, vermetel in de voeten van de tegenstander te werpen.’

De Spanjaard Ricardo Zamora, in de jaren twintig erkend als de beste doelman ter wereld, spaarde zijn loftuitingen voor De Bie niet. Op het veld gedroeg hij zich rumoerig en opvliegend. Hij sloeg geregeld met opzet naast de bal om een aanvaller in het gelaat te treffen en zo nog een openstaande rekening te vereffenen. Zijn charisma combineerde hij met zelfvertrouwen en talent. Soberheid was hem vreemd, ambitie niet. Vooral tijdens de ‘grote dagen’. En op die eerste november van 1923, tegen dat indrukwekkende, zelfs majestueuze, decor van het nieuwe Bosuilstadion haalde hij het beste uit al zijn tegenstrijdige eigenschappen. Hij had geen verhaal tegen het schot van Brown (West Ham) maar bleef verder alle Engelse pogingen de baas. Toen een kwartier voor tijd Schelstraete een Belgische strafschop omzette sidderde het publiek van opwinding bij de in de maak zijnde sensatie. Jan De Bie keerde in de tweede helft zowel de Engelse afstandsballen als de hoge voorzetten en kopslagen. Pas in de tachtigste minuut bracht Roberts, de midvoor van Preston North End, de bordjes in evenwicht.

De doelman hield de laatste tien minuten de zenuwen in bedwang. De 40.000 fans, vanuit heel België naar Antwerpen afgezakt, vulden het nieuwe stadion tot op de zogenaamde ‘staketsels’ boven de tribunes.  Ze beseften het historische karakter van het ogenblik: het eerste gelijkspel van een Europees land tegen de Engelsen! En iedereen begreep: de Bosuil zou nooit meer een soort niemandsland aan de rand van Antwerpen zijn.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

5 reacties

  1. Pingback: https://zabytye-slova.ru/koronavirus-v-krasnoyarskom-krae-10-iyunya-2020/

  2. Pingback: browning shotguns

  3. Pingback: Bilad Alrafidain

  4. Pingback: go88

  5. Pingback: lazywin888

Leave A Reply