Gérard Houllier is niet meer. De Franse trainer overleed op 73-jarige leeftijd. Tussen 1998 en 2004 was hij de manager van Liverpool FC. Ook stond hij voor de groep bij onder meer Paris Saint-Germain, Olympique Lyon, Aston Villa en het Franse nationale elftal.
Overal in Europa veranderde het voetbal in de jaren ’90. Maar niet in Liverpool. Op Anfield hadden ze net vijftien jaar van ongeziene dominantie achter de rug, dus alle revolutionaire ideeën stroomden door de Mersey zo de Ierse Zee in, weg. Promoties gebeurden van binnenuit. Bill Shankly werd Bob Paisley werd Joe Fagan werd Kenny Dalglish werd Graeme Souness werd Roy Evans. Mannen die de club van binnenuit kenden. In zekere zin werd het Shanklyisme doorgezet van de Beatles tot 2 Unlimited, van de typemachine tot Windows 95, van Richard Nixon tot Bill Clinton.
Van hooligans naar modelprofs
Maar ‘t werkte niet. Roy Evans was niet in staat om de benodigde cultuuromslag te bewerkstelligen – en zijn ploeg won geen prijzen. De feestbeesten van Liverpool beweren dat hun collega’s van Manchester United niet voor hen onderdeden – en waarom kende Alex Ferguson anders de telefoonnummers van alle uitsmijters in de regio? Verschil: die van United wonnen bekers en schalen in vrachtladingen, dus geen haan die ernaar kraaide. Het bestuur van Liverpool besloot in 1998 toch het roer om te gooien. Misschien volgden ze Arsenal.
Op Highbury had Arsène Wenger het ook voor elkaar gekregen om zijn keurkorps hooligans en drankorgels op voetbalschoenen in de pas te laten lopen. Het was namelijk een grotendeels Britse selectie die in 1998 de dubbel wegkaapte – de verfransing van de club volgde pas later. Niet langer was een uitgebreide cafésessie de standaard, de steak, eggs and chips werden vervangen door maaltijden waar een topsporter wél mee kon brengen wat de moderne tijd hem vroeg. Zodoende besloot men op Anfield ook om eens een continental voor de groep te zetten.
Niet té continentaal, als ‘t even kon. Houllier woonde eind jaren ’60 al een jaartje in Liverpool als deel van zijn lerarenopleiding, dus kende de stad, kende de Beatles al enigszins. En ook met de Boot Room werd niet direct gebroken: Houllier zou de managerspost delen met Roy Evans. Dat was een experiment te veel. Een buitenlandse trainer, oké, maar die gedeelde verantwoordelijkheid is niets voor Engelse voetballers. De manager, the gaffer, is de baas en de baas is ondubbelzinnig de baas. Al snel bedankte Evans voor de rol van vijfde wiel aan de wagen. Zachte transformatie. Het grapje ging in de pubs dat voorzitter David Moores zelfs in geval van brand rustig en methodisch zijn woonst zou verlaten.
Annus mirabilis
Was Houllier een succes? Niet ogenblikkelijk. In zijn eerste seizoen was het voetbal saai. In het tweede, 1999-2000, misten de Reds na een waardeloos seizoensstart de kwalificatie voor de Champions League – het toernooi waar ze sinds de rebranding n 1992 toch al nooit meer aan hadden meegedaan. Op de transfermarkt sloot hij wel een paar goede deals. Emile Heskey, Sami Hyypiä, Stéphane Henchoz en Dietmar Hamann. Later ook Gary McAllister (Een jonge Steven Gerrard begreep niets van Houlliers idee dat hij nog wat van de Schot kon leren – ‘die ouwe kan verdomme wat van MIJ leren!’ – maar na één training snapte hij het dondersgoed), Nicky Barmby (overgekomen van Everton. Houllier: ‘Hij veranderde van club, niet van religie, doe rustig), en Jari Litmanen.
Seizoen 2000-01 was het annus mirabilis van de Fransman op Anfield. Liverpool won een ongeziene treble van League Cup, FA Cup en UEFA Cup. Het gouden duo Heskey en Michael Owen (zijn twee goals in de FA Cup-finale tegen Arsenal leverden hem uiteindelijk de Ballon d’Or 2001 op) was uitermate complementair, waardoor zelfs de begenadigde topspits Robbie Fowler gefrustreerd en verbitterd afdroop bij zijn jeugdliefde. Liverpool kenmerkte zich door veerkracht en tactische discipline.
Wijlen Johan Cruijff, wellicht gefrustreerd over de uitschakeling van ‘zijn’ Barcelona in Europa door een verdedigend Liverpool en daarna door de finale-nederlaag van Deportivo Aláves, de ploeg van zijn zoon Jordi, stond op het podium met Fowler. Hij beet de spits daar op het podium van het Westfalenstadion toe dat hij zich niet naar beneden moest laten halen door zijn trainer, daar was hij immers te goed voor. Op de Kop gaven ze er niet om. De League Cup, de FA Cup en de legendarische 5-4 in de UEFA Cup-finale van 2001. Voeg toe: de eerste kwalificatie voor de Champions League, de Community Shield en de Europese Supercup. A man from France, who makes us dance!
Niet meer de oude
Het dansen zou doven. Enkele maanden later, in een thuiswedstrijd tegen Leeds United, moest Houllier in de rust afgevoerd worden met hartproblemen. Phil Thompson – de assistent-manager die de Boot Room-tactieken nog kende uit zijn spelersdagen – nam het roer voor grote delen van 2001-02 over. Thommo deed het aardig, en Anfield zag een sfeer zoals bijna nooit tevoren voor de wedstrijd tegen AS Roma, toen Houllier na een half jaar zijn rentree maakte. De Reds wonnen met 2-0, de benodigde score voor een plek in de kwartfinale van de Champions League. Met gunstige papieren in de Premier League, sprak Houllier een fatale zin uit. We’re ten games from greatness.
De implosie was onvermijdelijk. Bayer Leverkusen won in de Champions League van Liverpool, dat tweede eindigde in de Premier League. Houllier sloeg de plank op transfermarkt faliekant mis door El-Hadji Diouf, Salif Diao en Bruno Cheyrou te kopen. Het methodische voetbal sloeg om in een soort sleur waarbij helemaal niet meer voorwaarts gevoetbald werd. Europese successen bleven uit, in de competitie kon Liverpool niet zoals verwacht om de titel meespelen, er was enkel nog succes door de winst in de League Cup van 2003. Een bekerfinale winnen van Manchester United, dat doet het altijd goed.
Zijn ontslag was onvermijdelijk na een mislukt 2003-2004: na zijn hartproblemen was hij nooit meer de oude. Moores ontsloeg niet graag mensen, liet uiteindelijk zijn CEO Rick Parry het hoge woord uitbrengen. Exit Houllier, bienvenido Rafa! De Spaanse coach profiteerde dankbaar van het ultieme afscheidspresentje van zijn voorganger: de Champions League-kwalificatie leidde tot het Wonder van Istanbul in 2005. Veel van de spelers kwamen nog van Houllier.
Clublegende
De credits krijgt hij ook van bijna al zijn ex-spelers. Jamie Carragher groeide onder hem uit tot een centrumverdediger van internationale klasse, terwijl Steven Gerrard van hem op 23-jarige leeftijd de aanvoerdersband kreeg. Ze hebben over hem persoonlijk niets dan goeds te zeggen. Opvallend is vooral de verbetering in kernvoorwaarden. Een geplande voorbereiding, goede voeding, tactische flexibiliteit, Europese ‘slimmigheden’. Stuk voor stuk zaken die Liverpool pas bereikten met de komst van Houllier.
De volgende thuiswedstrijd van Liverpool is woensdagavond tegen Tottenham Hotspur. Je mag ervan uitgaan dat Houllier zal worden herdacht op de wijze die past bij een clublegende. Merci Gérard! Repoise en paix.