Pelé werd geboren als Edson Arantes do Nascimento op 23 oktober 1940. Hij overleed op 29 december 2022. Voor velen is hij de grootste voetballer van de twintigste eeuw en duelleert hij tot vandaag met Lionel Messi voor de omschrijving Greatest Of All Time. Veel meer dan Messi had hij als speler ‘buiten het veld’ invloed op belangrijkste maatschappelijke thema’s van zijn tijd: de ‘zwarte’ strijd voor burgerrechten en tegen historische slavernij op het Amerikaanse continent en zijn persoonlijke gevecht tegen kinderarmoede in zijn land Brazilië.
Pelé. Hij zwaaide op 21 juni 1970 als een zonnegod met de Rimetcup naar het feestende Aztekenstadion in Mexico-City. Tijdens deze wereldbeker gaf hij het voetbal een visioen, schonk hij het een nieuw scheppingsverhaal. De vierde goudgele goal in de finale tegen Italië (4-1) werd geboren uit een ‘negenpassendans’ waarna Pelé de bal blindelings opzij legde en Carlos Alberto diagonaal rechts in knalde. Relikwieën uit het Voetbalmuseum der Schone Kunsten. Black was beautiful en palmde de mensheid voor zich in. I have a dream!, de in 1968 in droefheid gesmoorde droom van Martin Luther King, werd door de lachende Pelé aan de wereld geopenbaard. Die lachende Pelé stond voor de hoop van de gekleurde wereldgemeenschap. O rei du futebol arte, de koning van de voetbalkunst, pronkte als eerste zwarte mens op chique Amerikaanse magazines en de wereldleiders schoven aan om met hem op de foto te mogen.
Mexico ’70 was één groot Braziliaans carnavalbal. De Seleçao Canarinha joeg orgastische twinkelingen door het dansende publiek. Tsjecho-Slowaken (4-1), Engelsen (1-0), Roemenen (3-2), Peruanen (4-2), Uruguayanen (3-1) en Italianen (4-1) staarden verblind naar de geelgroene goudhaantjes. Het meest gracieuze elftal aller tijden koppelde techniek aan snelheid van uitvoering en stuurde voortdurend zes spelers de vuurlijn in: Gerson, Rivelino, Tostao, Jairzinho, Carlos Alberto en Pelé. Het was een aanslag op het geestdodende catenaccio van Europa maar ook voor de universele fantasie een brug te ver. Brazilië 1970 zou als The Beautiful Team de geschiedenis ingaan en in 2000 worden uitgeroepen tot elftal van de eeuw.
Na de Braziliaanse overwinning op Italië barstte een ongekende vreugde los in het Aztekenstadion. Het feest reflecteerde naar de wijze waarop Brazilië had gespeeld. In Mexico klonk het tijdens het WK: ‘Vandaag wordt niet gewerkt, we kijken naar Pelé.’
Het was 19 november 1969. Rio de Janeiro, Vasco da Gama-Santos. Er gebeurde iets eigenaardigs in het Maracana-stadion. Tachtigduizend Vascofans doken het delirium in. Ze juichten om een goal van… Santos. Pelé had gescoord. Zijn duizendste doelpunt in zijn 909de wedstrijd, ging via televisiebeelden de wereld rond. Pelé lachte. Na de wedstrijd werd de ontroering hem te machtig. Hij stamelde voor de verzamelde camera’s: ‘Vergeet de arme kinderen niet.’ De gedachte aan zijn jeugd liet hem nooit meer los. Edson Arantes do Nascimento (23 oktober 1940) wist wat armoede was. Hij verwees er voortdurend naar in zijn in 1976 verschenen eerste autobiografie Pelé, My life and the beautiful game:‘Armoede maakt mensen depressief. Armoede is afgedragen kleren dragen. Geen schoenen hebben. Met z’n allen slapen in een vieze keuken, tijdens een koude nacht. Armoede is angst voor het leven.’
Intussen was Pelé de rijkste voetballer uit de geschiedenis geworden. De Braziliaanse regering riep hem in de vroege jaren zestig uit tot ‘nationaal erfgoed’ en hij huwde, tegen de geplogenheden in, met de ‘blanke’ Rosemeri. Hij voerde in zijn leven een dubbele strijd. Voor sprankelend spel met eeuwige schoonheidswaarde. Tegen de vernederende leefomstandigheden van het meestal gekleurde Braziliaanse kind van de straat, in wie hij zichzelf herkende.
Bij zijn eerste jeugdliefde brak het geknakte riet. Hij vertelde hoe de vader van het blanke meisje haar een uitbrander gaf omdat ze met hem omging: ‘Wat wil je met die negrinho? Het was de eerste keer dat ik geconfronteerd werd met racisme en het was choquerend. Haar vader pakte haar bij de arm en legde haar over de knie. Iedereen keek toe en deed niets. Vervolgens rende ik naar huis en barstte in huilen uit.’
Pelé bereikte zijn hoogtepunt in 1970 tijdens de Mundial in Mexico. Daar gaf hij het voetbal een visioen, schonk hij het een nieuw scheppingsverhaal. Met drie bovennatuurlijke bewegingen, die tot vandaag de verbeelding beroeren. Zijn legendarische lob van ruim vijftig meter stierf naast het doel van Tsjecho-Slowaakse keeper Ivo Viktor, maar leeft in de herinnering voort als wereldgoal. Zijn kopbal dwong Gordon Banks tot de intussen in de schilderkunst opgenomen save van de eeuw, een doek met als titel: ‘Save of the Century’. Het hoogtepunt van de finale tegen Italië, de vierde gele goal, ontstond uit een sierlijke samba van het hele Braziliaanse elftal. Pelé legde de bal puur op gevoel opzij voor de inkomende Carlos Alberto. Die scoorde met een zuivere, diagonale schuiver.
Black was beautiful en palmde de mensheid voor zich in. Daarmee was de cirkel rond. Op de World Cup in Zweden 1958 moest Pelé nog opboksen tegen de racistische vooroordelen van de Braziliaanse voetbalbond, die een ‘blank’ elftal voor ogen had. In zijn tweede levensverhaal Pelé, My Autobiography dat hij publiceerde in 2006, legde hij uit hoe de teampsycholoog opperde dat hij niet moest worden opgesteld: ‘Pelé is overduidelijk wat kinderlijk.’ Ook over Garrincha had de zielenknijper geen goed woord over. Na een slappe WK-aanloop kwamen Pelé, Garrincha, Djalma Santos en Vava de ‘zwarte’ aanwezigheid rond spelmaker Didi versterken. Pelé maakte tegen Wales het mooiste doelpunt van het WK: balletje over de defensiegordel wippen, om de eigen as draaien en vrij voor de keeper uit de lucht binnen knallen. In O Rei! (De Koning!) bewierookte Nelson Rodrigues, de invloedrijkste voetbalschrijver van Brazilië, het zeventienjarige wonderkind. Met Garrincha dribbelde hij favoriet Frankrijk (halve finale, 5-2, drie goals) en thuisland Zweden (finale, 5-2, twee goals) murw. De Goddelijke Kanaries waren geboren. Hun swingende, gekleurde voetbaldans gaf een verblindende glans aan het wereldvoetbal.
Edson Arantes do Nascimento beleefde zijn jeugd in een arm, godsdienstig gezin. Hij beoefende blotevoetenvoetbal, begreep de betekenis van op de grond te moeten slapen en van het hongergevoel. Over hem geldt het gezegde: ‘Er is maar één Pelé in de wereld, die de aarde kent waar hij is geboren.’
Zijn vader Dondinho voetbalde, zeer tegen de zin van zijn moeder, om den brode. Een zware knieblessure verhinderde Dondinho’s doorbraak. Hij ontfermde zich over zijn zoon en peperde hem de meest on-Braziliaanse basisregel in: hou het simpel. En: leer alles met de bal. Vervolgens kwam hij onder de vleugels van de vermaarde coach Valdemar de Brito, die zijn technisch en tactisch vermogen verfijnde. En hem de bicicleta bijbracht, het Braziliaanse voetbalmoment bij uitstek: met de rug naar het doel, handen in steun op de grond, het been gestrekt in de lucht, zwevend scoren met omhaal, beleefde buiging naar het in extase verkerende publiek. In de derby Santos – Juventus Sao Paulo (5-1): drie keer bicicleta voor Pelé!
Op zijn zestiende debuteerde hij bij Santos. Tijdens het Pelétijdperk, tussen 1956 en 1974, won Santos elf keer het kampioenschap van de staat Sao Paulo en vijf nationale titels. Santos boekte internationale triomfen door twee keer de Copa Libertadores en tweemaal de Intercontinentale Cup – voorloper van de Wereldbeker voor Clubs – te veroveren.
Pelé oversteeg het voetbal. Hij was de eerste sportster met mondiale commerciële uitstraling. Geen Afro-Amerikaanse politieke leider vond zoveel gehoor als de Lachende Pelé, het symbool van hoop voor de gekleurde wereldgemeenschap. Hij legde geregeld zijn ‘Afrotude’ bloot. Hij getuigde hoe hij bij het reizen nader tot zichzelf kwam. Dan begon hij spontaan te praten over de slavernij en verwees naar zijn grootmoeder die in 1976 op haar 97 ste levensjaar was overleden en nog tot de eerste generatie bevrijde slaven in Brazilië had behoord. In Pelé. My autobiography gaf hij een deel van zijn mentale kwetsuren prijs: ‘In Senegal stelde ik vast hoe de Afrikanen hoop putten bij het zien van een zwarte man die de wereldtop had bereikt in het voetbal. Ik voelde hun trots. Honderden mensen verdrongen zich voor het hotel waar Santos verbleef. De blanke receptioniste belde de politie om deze zogenaamde wilden te arresteren, maar het tegendeel gebeurde. Men sloeg haar in de boeien en ik identificeerde me met de mensen die zij had beledigd en weigerde me te bemoeien om haar uit de gevangenis te krijgen.
Als zwarte man van Braziliaanse afkomst ben ik een afstammeling van de Afrikanen die daar als slaven naartoe zijn gebracht. Ik behoor pas tot de derde generatie in mijn familie die vrij geboren werd. Ik voelde mee met de hoop en de trots die de Afrikanen putten uit het zien van een zwarte man die veel in de wereld heeft bereikt.’
Er werd geluisterd als hij sprak. Pelé, drie keer wereldkampioen (1958, 1962, 1970) en 1.281 goals in 1.375 wedstrijden. Men herdenkt de leider van de ‘Os Santasticos’, zoals de het prachtige ensemble van FC Santos werd genoemd, en van de Bonica Equipe als de man die van het individualistische Futebol Arte een collectief cultuurgoed heeft gemaakt. Men onthoudt de Pelé die in ontbloot bovenlijf als een zonnegod in het Azetekenstadion met de World Cup 1970 zwaaide. Een vrolijke voetballer, die op latere leeftijd verlangde om opnieuw ‘Edson’ te mogen zijn. Het leven als Pelé had hem opgeslorpt, het was te vermoeiend geweest voor één mens. O rei du futebol arte. Koninklijke voetbalkunst. Pelé.