Kerstavond 1959. De toestand van Sporting Anderlecht oogde dramatisch. Drie opeenvolgende nederlagen, dertien punten uit vijftien wedstrijden. Jef Mermans was weg. De gentleman-captain controleerde het fiere mauve tussen 1942 en 1957. Zijn vertrek liet een leemte na. Voorzitter Albert Roosens kondigt een ingrijpend hervormingsplan af. Opleiding van jongeren en keuze van transfers zouden volledig in het tekens staan van het nieuwe concept: stijlrijk voetbal.
Het nieuwe elftal wordt gebouwd rond een zestienjarige scholier, die twee dagen later in de uitwedstrijd tegen FC Beringen debuteert. Paul Van Himst (1943) stimuleert het elftal tot zijn eerste zege in weken: 1-5. Anderlecht raakt gelanceerd voor de briljantste periode uit zijn beschaving. Reeds op zijn achtste tekent Van Himst een kaart bij zijn lievelingsclub, terwijl de bondsreglementen de verplichte leeftijd van tien voorschrijven. De dirigenten van het jeugdbestuur – onder leiding van de latere president Constant Vanden Stock – nemen geen risico want het ‘kleine blonde dikkertje’ voert de ene goocheltruc na de andere uit. ‘Zoals men een achtjarige niet eerder heeft zien doen.’
De komst van de twintigjarige Nederlandse spits Jan Mulder beslecht vanaf 1965 de krachtsverhoudingen in het voordeel van Anderlecht. Hij past met zijn recht-op-doel-stijl nochtans niet volledig in de paarse promenades, die soms aan l’art pour l’art lijden. De exploderende spits ontmantelt wèl onbuigzame defensies in het voordeel van Van Himst en helpt Anderlecht vaak over een dood punt heen. Mulder en Van Himst vormen op het veld een twee-eenheid, daarbuiten zijn ze tegenpolen. Mulder deint mee op de golven van de swinging sixties. Door zijn gedrag en visie op het leven. Niet in een keurslijf te stoppen. Van Himst blijft een brave burgerjongen, maar fantaseerg op het veld. Paul, de poëet, de prins van het Astridpark. Dé vertolker van de Anderlechtschool uit die tijd: traag, intuïtief, sierlijk. Hij krijgt een vrijgeleide van zijn Franse coach Pierre Sinibaldi. Anderlecht laat zich stimuleren door de verrukkelijke frivoliteit van de Franse school en le football champagne van Stade de Reims aan het einde van de jaren vijftig. Frankrijk buigt toen op het WK van 1958 slechts voor het meesterschap van Pelé en Garrincha. Sinibaldi kopieert het wonderbaarlijke Braziliaanse 4-2-4-concept, verdedigt hoog, hanteert veelvuldig de buitenspelval en speelt technisch op balbezit. Voor zijn spitsensysteem imiteert Sinibaldi het Franse koningskoppel Raymond Kopa-Just Fontaine. Mulder gaat diep, beukt en scoort naar het voorbeeld van Fontaine. Van Himst profiteert van Mulders graafwerk en etaleert zijn Kopa-aanse klasse. Sinibaldi initieert l’Académie Française in Brussel.
Popol beschouwt Sini als zijn geestelijke voetbalvader. Hij geniet van Sinibaldi’s kracht van zijn overtuiging maar ook van zijn keuze voor psychologische kunde, individuele begeleiding en het stimuleren van het zelfvertrouwen.
Paul Van Himst dirigeert vanuit deze visie zijn paarswit naar zes titels in acht jaar. In 1974 overtreft Van Himst zich een laatste keer: de uitverkiezing tot een vierde Gouden Schoen, voor de beste Belgische Voetballer van het Jaar, én voor de achtste keer landskampioen. Een tijdperk loopt af. Met Van Himst verwerft Anderlecht etiket ‘wereldkampioen der vriendschappelijke wedstrijden’. Prestigieuze clubs zoals Penarol, Vasca da Gama, Barcelona, Borussia Dortmund, Juventus, Tottenham Hotspur, Benfica, Ajax, Bayern München, Manchester City, Feyenoord en Real Madrid verstikken door de Brusselse bravoure. Maar in de harde Europese confrontaties mist Anderlecht viriliteit. Dan geeft hij vaak niet thuis. Paul Van Himst zoals hij was, de zachtaardige paarse prins van het park.
7 reacties
Pingback: post
Pingback: post
Pingback: ร้านต่อผม
Pingback: Sylfirm
Pingback: play go88
Pingback: Jaxx Liberty
Pingback: Biald Alrafidain University