Na de dramatische Europese donderdagavond is er een lichte vorm van paniek ontstaan in het Belgisch voetbal. De forse terugval van ons clubvoetbal is al een tijdje aan de gang, maar nu pas gaan de ogen bij velen open. Het is inmiddels voor bijna iedereen duidelijk dat de play-offs ons voetbal niet beter hebben gemaakt. Als remedie wordt weer gepleit voor een BeNeLeague, maar we zullen de problemen helaas zelf moeten oplossen. Nederland gaat ons voetbal niet redden.
Er is nog niets verloren voor de Belgische clubs in de voorrondes van de Europese bekers, maar zelfs als zowel Antwerp, AA Gent en Anderlecht zich volgende donderdag alsnog voor de volgende ronde weten te plaatsen, was dit een dramatische week voor de nationale coëfficiënt. De voorrondes zijn hét uitgelezen moment om de kwakkelende Belgische cijfers op te vijzelen en vijf punten had het absolute minimum moeten zijn, maar de oogst bleef beperkt tot één schamel punt. Tegen ploegen uit Cyprus, Polen en Nederland, en op Omonia Nicosia na zelfs niet eens topclubs in eigen land. In een vorige ronde verloor AA Gent ook al een wedstrijd van een ploeg uit Letland. Een ontluisterend bilan.
De play-offs zouden onze clubs beter wapenen voor de Europese competities. Dat was de bedoeling, zo werd gezegd. In werkelijkheid was het een middel om meer geld te vangen en voor de kleinere topclubs (lees AA Gent en Racing Genk) om meer uitzicht op de titel te krijgen dankzij de halvering van de punten.
We hebben het tegenovergestelde bereikt. Clubs die het goed deden in Play-off 1 werden jaar na jaar leeggeplukt, met Genk als grootste slachtoffer (in enkele maanden vertrokken Pozuelo, Malinovskyi en Trossard). Met als gevolg dat het seizoen nadien een nieuwe ploeg moest worden opgebouwd en midden dat proces moest Europees voetbal worden afgedwongen.
De competitie gaat in België al enkele jaren weken voor de competities in alle min of meer serieuze voetballanden van start. Desondanks is het ieder jaar weer tot de laatste dagen van augustus wachten voor de belangrijkste transfers worden afgerond. Het seizoen is immers nog lang en de prijzen worden pas in de play-offs uitgereikt.
Onze topploegen zijn in augustus nog helemaal niet klaar en op dat moment moeten de toegangsbewijzen voor de poules van de Europese bekers worden afgedwongen. Neem Antwerp als voorbeeld. De nieuwkomers hebben nog geen tijd gehad om zich aan te passen. Nainggolan was pas enkele dagen in het land en viel slechts in, Engels had nog geen idee hoe de samenwerking in het centrum van de defensie verliep. En wat werd er een paar weken terug beslist: vanaf volgend seizoen sluit de transferperiode niet op 31 augustus maar op 6 september. We stapelen de dwaasheden op en niemand die er vragen bij stelt. Ja, lollig doen is gemakkelijker dan ernstige journalistiek.
BeNeLeague
Het is nu hopen dat volgende donderdag een en ander wordt rechtgezet, maar als dat lukt is de kans weer groot dat niemand zich verder vragen stelt en alles bij het oude blijft. Hier en daar lijkt de euro gelukkig te vallen. Er gaan nu weer stemmen op voor een BeNeLeague, maar de oplossing zal niet uit Nederland komen. Ik heb al in 1995, nog voor Michel Verschueren, voor een BeNeLeague gepleit (lees ‘Eeuwige amateurs’), maar die komt er – zeker op korte en zelfs middellange termijn – niet.
In Nederland is het animo voor een gezamenlijke competitie met België bij clubs, pers en publiek quasi nihil. PSV, de enige club die altijd voorstander was, is niet geïnteresseerd als er slechts vijf Europese tickets te versieren vallen. En UEFA gaat terecht nooit toestaan dat een grensoverschrijdende competitie een dubbel aantal deelnemingsbewijzen krijgt. De Europese resultaten van de voorbije weken zullen onze noorderburen bovendien alleen versterken in hun overtuiging dat een samengaan geen toegevoegde waarde heeft.
De schuld voor de zwakke Europese resultaten wordt nu door sommigen in de schoenen van de kleinere clubs geschoven. Hoe verzinnen ze het? Donderdagavond stonden Union en KV Oostende op kop van de nationale ranglijst. KVO eindigde vorig seizoen voor AA Gent, dat alleen Europa in mocht dankzij het oneerlijke play-off-format.
In Het Laatste Nieuws pleitte Pierre François, CEO van de Pro League, dit weekeinde nog eens voor de macht van de grote clubs en het meervoudig stemrecht. Het zijn zij die met hun graaicultuur (lees de onevenwichtige verdeling van de tv-rechten) de kleinere clubs naar de afgrond en in de armen van buitenlandse investeerders hebben gedreven. De topclubs hebben het al jaren voor het zeggen en kijk waar we staan: driekwart van onze profclubs zijn een filiaal van een club uit één van de vijf grote Europese competities en zelf hebben ‘de groten’ problemen om zich te plaatsen voor de Conference League, internationaal soms ook de Lidl of Little Cup genoemd.
Amateurs
De oplossing zal niet uit Nederland komen. We zullen ze zelf moeten verzinnen. Een (veel) kleinere topklasse is noodzakelijk, met veel ploegen (minstens twee, mogelijk drie) die kunnen degraderen. Op die manier krijg je een sterkere competitie met veel afwisseling, zakken de zwaksten en maken veel clubs een kans om te promoveren. Ook zouden sterke teams uit Eerste Amateurs gemakkelijker toegang moeten kunnen krijgen tot het profvoetbal. De kwaliteit op en niet van de grasmat (en de tribunes) moet primeren.
Dit vereist wel dat de tv-inkomsten veel eerlijker verdeeld over alle clubs van de profreeksen. Het zou ook tweede afdeling (die 1B willen we toch niet meer) een stuk interessanter maken en hopelijk ook de media aanzetten om er meer belangstelling voor te hebben.
2 reacties
U bedoelt Alejandro Pozuelo ipv Vazquez vermoed ik..
Klopt, dank voor de opmerkzaamheid.