donderdag, december 26

IN MEMORIAM BRAM BROECKX (1981-2023) ‘De Bosuil en Royal Antwerp Football Club, dat is liefde voor altijd!’

Pinterest LinkedIn Tumblr +

 

Deze week overleed Bram Broeckx aan de gevolgen van een langdurige ziekte. Ik leerde hem kennen als één van de drijvende krachten achter de Federatie van Antwerp Supporters Clubs (FASC) in 2013. Op dat ogenblik knokte RAFC tegen zowel de degradatie naar derde klasse als het faillissement. We vonden elkaar in een uniek idee: de negentigste verjaardag van het Bosuilstadion in datzelfde jaar. En we besloten dat – met ondersteuning van Julien De Ridder, zijn vriend en medebezieler van FASC – in een boek te gieten: ’90 Jaar Bosuil. Vreugde en verdriet van Royal Antwerp Football Club.’ Ik gaf het uit en deed een aantal interviews, maar het auteurschap ging naar de roodwitte historici Michel Schepers en Dirk Willocx. Bram zette zich met al zijn enthousiasmerende kracht achter het project en overtuigde zelfs Hans-Peter Lehnhoff om ambassadeur te worden van het boek. De opbrengst ging grotendeels naar de FASC.

Op het einde van het boek kwam hij zelf aan het woord. Ik tekende zijn verhaal toen op onder de titel: ‘De Bosuil en Royal Antwerp Football Club, dat is liefde voor altijd.’ Hieronder geef ik integraal de tekst mee, in blijvende en fijne herinnering aan hem.

‘De Bosuil. Het bezorgt me al een beetje de krop in de keel als ik het woord nog maar uitspreek. Ik ben er al sinds mijn vijfde levensjaar. In 1986 mocht ik – op aandringen van mijn ‘nonkel’ en ‘vake’, mijn opa – het Antwerpshirt aantrekken als jeugdspeler. Twee jaar later nam ik er mijn eerste kijkje bij een match. Mijn vader hield niet van voetbal en bewees dat meteen toen hij ‘de hele familie’ in 1988 meenam en onze tickets kocht bij…het ‘bezoekersvak’. We kwamen dus terecht bij de supporters van KV Mechelen.

Dat seizoen stond ik ook écht op het heilige gras: omdat we met de preminiemen de titel mochten vieren, nodigde de Federatie van Antwerp Supporters Clubs ons op het veld uit.  Het was het jaar van Kessler, Antwerp-Club Brugge met de eerste plaats als inzet. We zwaaiden naar 35.000 mensen op de tribune.

Omdat mijn broer en ik écht gebeten waren door de voetbalmicrobe volgden mijn ouders ons pad en het duurde niet lang vooraleer ze zélf de jeugdkantines openden. Zo vertoefde onze familie de helft van de week aan het stadion. Ik voetbalde er tot mijn zestiende en toen overviel de ziekte me. Mijn moeder rook argwaan bij mijn al te bleke huid en ze liet mijn bloed onderzoeken. Het verdict sloeg mijn wereld aan diggelen: leukemie. De dokter schreef me twee langdurige kuren van zes weken in de steriele kamer voor én een beenmergtransplantatie. Tijdens de zomer nam ik weer de voetbaldraad op en dat betekende mijn redding, want ik deed er krachten op die mij de transplantatie hielpen overleven.  De jeugdafdeling toonde toen haar groot hart met een ‘Bramdag’ op de Bosuil: de gemeenschap van Deurne Noord kwam samen en hing de muur vol met cheques. De wijkagenten zamelden geld in voor een reis naar Disneyland Parijs. Via Make a Wish mocht ik een match bijwonen van Manchester United en nadien Sir Alex Ferguson, Peter Schmeichel, David Beckham en Ryan Giggs de hand schudden! The Strangers traden op, maar het pakkendste moment van de ‘Bramdag’ kwam toch van Hans-Peter Lehnhoff. Hij speechte en trok de vergelijking met Wembley – Wem-be-lee- 1993. Hij roemde het karakter van het Antwerpteam om de finale te halen, maar volgens hem was dat karakter niets met wat ik diende op te brengen om tegen de ziekte te knokken. Dan draaide de deejay You’ll Never Walk Alone. Ik kreeg het toen te moeilijk, iedereen liet de tranen lopen.

In die maanden voltrok zich mijn volwassenwording. Sindsdien kan ik me niet meer opwinden over onbelangrijke kwesties. Ik laat ruzies passeren en stap niet mee in een conflict. Dat betekent niet dat alles me koud laat. Want engageren doe ik me wel: voor de Federatie van Antwerp Supporters Clubs met name. Ik voel me kind aan huis hier. We speelden vroeger tikkertje op de tribunes, we verstopten ons onder het stadion en we zochten in de coulissen naar oude tickets om ze te verzamelen.

Die 5-3 tegen Beerschot, na een 0-3 achterstand, zal ik nooit vergeten. Al was het maar omdat ik de dag nadien, samen met mijn vriend Kristof Jacobs, met een ‘zatte kop’ een examen Frans diende af te leggen. Dat is niet goed gekomen. In tegenstelling tot mijn liefde voor dit stadion en deze kleuren. Hoe hecht onze ‘Bosuilband’ wel is, blijkt uit het feit dat mijn vrienden van mijn zesde levensjaar hier ook nog steeds rondhangen. De Bosuil en Royal Antwerp Football Club, dat is voor altijd.’

Rust zacht, Bram. En veel troost aan de familie.

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply