Jef Mermans werd geboren op 16 februari 1922. De Bombardier uit Merksem maakte met zijn talrijke doelpunten van Anderlecht een topploeg. Over enkele weken rolt het boek over Mermans van Stefan Van Loock van de persen. De Witte Duivel biedt u alvast een voorpublicatie.
Anderlecht, zondag 31 mei 1942.
De zomer kondigt zich aan met grillen. Over het hele land regent het de godganse dag oude wijven. De velden worden in modderpoelen herschapen en de toeschouwers blijven thuis, ook al omdat de meeste wedstrijden van geen belang meer zijn.
Mermans wil deze wedstrijd al aangrijpen om zijn plaats in het elftal voor het volgende seizoen veilig te stellen en zich in de gunst van zijn nieuwe ploegmaats en van het Anderlecht-publiek spelen. Maar in het bijzonder ook in de gratie van het bestuur, dat hem verwelkomde met de woorden: “Wij willen een schutter, een besliste kerel die erop los stuift en de weg naar de netten vindt.”
Hij is zo vastberaden dat hij vanaf de eerste minuut naar voor stormt en elke bal die hij krijgt meteen op doel afvuurt. Hij heeft die middag geen oog voor zijn ploegmaats. Zij betrekken hem wel in het spel maar omgekeerd niet. Eens hij in het bezit van de bal is, heeft hij maar één doel voor ogen: dat van de tegenstander.
“Ze willen een doelschutter? Wel ze krijgen er een” zo redeneert hij.
Hij bekommert zich meer om zijn eigen prestatie dan om het samenspel met zijn ploegmaats. De uitslag zou toch ongeldig verklaard worden. Ondanks dat hij de hele wedstrijd lang van kortbij wordt gedekt door Freddy Chaves vlamt Mermans er duchtig op los. Schoten vliegen vaak over het doel of ernaast, maar uiteindelijk treft hij wel een keer raak in een match die Anderlecht op het veld met 6-1 wint maar op papier met 0-5 forfaitcijfers verliest.
Anderlecht doet niet mee voor de titel. Die gaat naar Lierse, dat Beerschot en Antwerp achter zich laat.
Het was het eerste seizoen dat sinds het uitbreken van de oorlog volledig werd afgewerkt. Anderlecht hield zich met een zesde plaats knap staande en wordt de eerste club uit de hoofdstad. Union is achtste en White Star elfde. Daring speelde dat seizoen zelfs al niet meer in de Ere-afdeling.
Pol Jacquemijns ziet hoe Mermans de scepsis bij het publiek match na match doet afnemen en wordt een devote bewonderaar van de Bombardier.
“Bij Anderlecht dat nochtans voortreffelijke krachten in zijn rangen telt, is Mermans doorlopend de beste speler” schrijft hij.
“Zijn debuut deed heel wat stof opwaaien, omdat hij niet meteen de wedstrijden voor Anderlecht kon winnen. Hij kreeg kritiek, eerst van de fans, vervolgens van (een deel van) de sportpers.”
Dat Mermans er zelf de oorzaak zou van zijn dat de verstandhouding binnen de ploeg afbrokkelde en dat zelfs Michel Van Vaerenberg niet met hem zou willen spelen, gelooft Jacquemijns niet. Maar dat hij het aanvankelijk moeilijk heeft om de harten van het thuispubliek te veroveren, kan niet worden ontkend.
Misschien ligt de verklaring gewoon bij de verwachtingen van het publiek, dat van hem eist dat hij ingespeeld raakt op zijn ploegmaats zonder zich af te vragen of het niet veeleer andersom is. Zijn het niet zijn ploegmaats die zich niet aan hem aanpassen? Daarnaast is het publiek ook niet wild van zijn speelstijl, die niet meteen tot doelpunten leidt.
Pas wanneer hij begint te scoren, slaat de stemming om. Anderlecht bestuurder Pierre Buyle fluistert Jacquemijns in het oor: “Niet waar dat hij een miljoen waard is?”
Evenmin als Raymond Braine is Mermans briljant gedurende de volle 90 minuten. Maar net als Braine pakt hij in volle loop wel uit met de meest verrassende schijnbewegingen.
In het seizoen 1942-1943 is hij op de Brusselse velden de man van de mooiste doelpunten. Hij werkt zich vooral op als specialist in onverhoedse schoten op doel, doorgaans zonder de minste voorbereiding, geregeld met scherpe en rake volleys en dikwijls uit bijna onmogelijke posities.
In dit opzicht is Mermans een klassiekere aanvaller dan Bert De Cleyn. De Cleyn was een schitterende goalgetter die weliswaar meer doelpunten puurde uit diepteballen, waarna hij met onnavolgbare solorennen door de verdediging van de tegenstander drong en, althans volgens de grote massa, spectaculairdere goals maakte.