vrijdag, april 26

Hoekvlag van Holland: Doorlopend Dickens in Deventer

Pinterest LinkedIn Tumblr +

In het seizoen 2018-2019 bezocht ik alle 34 BVO’s in Nederland. Meestal voor werk, een enkele keer als supporter. Boven alles kwam ik de esthetische kost van ambitie tegen. Stuitend voorbeeld: ADO Den Haag. In 2007 verliet de club haar karakteristieke Zuiderpark voor het ‘Haags bakkie’ in de oksel van het Prins Clausplein, een knooppunt tussen twee snelwegen. Voor wie dat niet weet: een Haags bakkie is de term voor een wat karig gevulde beker koffie.

Bittere ironie

Het Cars Jeans Stadion heeft weinig vrienden. Het ligt ver buiten de Haagse stadskern, is van buiten geen voetbalstadion en van binnen niet veel bijzonders. Heeft het sportief veel opgeleverd? Toch niet de beoogde positie in de subtop. Ja, volgend jaar, de subtop van de Eerste Divisie. Als dat er al inzit, want het geld is op. Natuurlijk zullen de keurige faciliteiten een paar deftige sponsors aantrekken die niet gediend waren van de in alle muren getrokken pislucht van het Zuiderpark, maar echt veel hebben ze aan die extra inkomsten niet gehad. Dit weekend zal ADO degraderen. Of anders volgend weekend.

Feest zal het daarentegen zijn in Deventer. Op 2 mei 2020 had het honderdjarig verblijf aan de Vetkampstraat gevierd moeten worden – op de dag af een eeuw sinds de rood-gele trots voor het eerst op het huidige terrein speelde. Geleerden wezen er wel op dat honderd jaar Vetkampstraat niet klopt, want die aanpalende woonwijk werd pas in de dertiger jaren uit de grond gestampt. Wat wél op waarheid zou berusten, is het jubileum op dit terrein. De viering van vorig jaar kon niet doorgaan, en de bittere ironie is dat de feestwedstrijd dit jaar ook zonder publiek wordt afgewerkt. Go Ahead had de KNVB gevraagd om niet op vrijdag 30 april, maar dus op die bewuste 2 mei te mogen spelen. Voor jubilea denken ze in Zeist graag mee, dus de club kreeg toestemming. De pech? De FieldLab-testen met publiek liepen enkel in de maand april… de poorten van de Adelaarshorst blijven dus dicht.

Het echte leven

Het ultieme was natuurlijk vorig jaar geweest. Niet alleen omdat het dan exact honderd jaar was, maar vooral omdat die wedstrijd voor zaterdagavond op de rol stond. De Adelaarshorst is bij uitstek een avondstadion. Als vanzelf word je naar de lampen geleid, die vanaf een redelijk centrale plek in Deventer de hele stad verblinden. Als één van de laatste terreinen in het Nederlands betaald voetbal is de Adelaarshorst nog gewoon onderdeel van de realiteit. Profvoetbal is een evenement geworden. Je gaat erheen met de auto of de bus, spendeert een middag weg van de bewoonde wereld, en keert weer terug.

Na een thuiswedstrijd van Go Ahead Eagles is het zo’n dertig meter lopen naar de uitgang. Meteen sta je weer in het leven. Het moderne stadion grenst aan een wokrestaurant, een sportzaak en een bioscoop. De Adelaarshorst grenst na al die jaren nog altijd aan slechte huwelijken, pasgeboren baby’s, zwemdiploma’s, tuinkabouters en autobrochures: aan het leven zoals het is. Eerder een buurtkerk dan een evenementenpaleis. Met hondstrouwe gelovigen. Fraai gerestaureerd, natuurlijk, anders viel het geheel inmiddels uit elkaar onder de druk van de tijd, maar nog altijd authentiek. Vier tribunes, vier lichtmasten en een echte Engelse gable, het puntdakje naar voorbeeld van Fulhams schitterende Craven Cottage. Meer heb je niet nodig. Ja, bedwelmende muziek op mooie avonden. Ik raad Maybeshewill aan, of Sigur Rós. Deventer heeft ieder jaar een Dickensfestijn, maar een voetbalwedstrijd onder de Deventer lampen is iedere twee weken een Dickensiaans tafereel. Is this the real life, or is this just fantasy?

De gable van de Adelaarshorst

Niet heilig, wél historisch

In de aard van de zaak ben ik een positief mens, en graag zou ik Go Ahead Eagles dan ook complimenten maken voor het behoud van hun stadion. Maar is geldgebrek een verdienste? Ja, als de clubkas, trouw gevuld door een kleine maar zeer loyale supporterskern, beter beheerd was, dan had Go Ahead nu ook aan de snelweg gespeeld. Omdat ook de gemeente niet heel bereidwillig was, is het nu zo uitgedraaid. Het oude stadion kreeg een opknapbeurt, en zodra de clubkas het toestaat wordt de capaciteit nog iets uitgebreid tot dertienduizend toeschouwers. Daarmee haal je de subtop niet. Zo eerlijk is ook Alex Kroes, de nieuwe baas in Deventer. Hij wil van de club de veertiende van Nederland maken, een verfrissend concrete doelstelling. Hij is aardig op weg. Het geheim? Jonge spelers voor weinig of geen geld vinden, die beter maken en met vette winst verkopen. Dát is een veilig verdienmodel voor kleinere profclubs.

Go Ahead Eagles is niet heilig. Ook in Deventer is het 2021. Hoewel de club laatst een prachtig retroshirt uitbracht, laat het toch reclame zetten op het tenue. Het bier uit de tapkranen is gewoon van de grote firma Grolsch. De club lijkt in veel opzichten op alle andere, al moet aangemerkt worden dat ze haar verleden koestert en met trots uitdraagt, meer dan bij andere clubs het geval is. Mooie één-twee tussen een ijzersterke communicatiedienst en de bevlogen cultuurverzamelaars van stichting Niet te Kraken. Als die mannen vallen, bloeden ze rood én geel. Kan niet anders. Het eeuwfeest-plus-een-jaar gaat dan ook niet onopgemerkt voorbij. Een leger enthousiaste vrijwilligers brengt door heel het land feestpakketten rond.

Het is zonde dat het jubileumduel zondagmiddag in een stil, leeg stadion gespeeld wordt en dat het kampioenschap van Ajax de aandacht zal opeisen. Bij de club zullen ze zich gelukkig prijzen met de samenloop van omstandigheden waardoor ze nog altijd spelen in wat ze zelf de Voetbalhoofdstraat van Nederland noemen. In de Vetkampstraat nummer één liggen de herinneringen voor het oprapen. De kampioen van 1930, van 1933, de subtopper in de jaren ’70, Leo Halle, Barry Hughes, Bert van Marwijk, Ruud Geels, Henk ten Cate, Erik ten Hag, Harry Decheiver, Leon de Kogel, Hans de Koning en dit seizoen vooral Sam Beukema en Jay Gorter, de keeper met de meeste clean sheets in de geschiedenis van het Nederlands profvoetbal. De club die zijn lichtmasten in 1965 voor een vriendenprijs ophaalde op een veld in de buurt, waar ze in onbruik waren geraakt.

Fan van een stadion

Als verslaggever behoor ik mij neutraal op te stellen. Alle clubs zijn de moeite waard, en zo zie ik dat ook. Niets let mij echter om supporter te zijn van een voetbalstadion. Het is niet eens grootspraak om te zeggen dat de Adelaarshorst het mooiste voetbalstadion van Nederland is. Ik ben ze allemaal langs geweest, en ik ben nog niemand tegengekomen die mijn keus niet begreep. Velen zijn het zelfs met mij eens. Het zijn de heerlijke, tijdloze beelden die de club tot een knuffelbeer maken in de rest van het land. Supporters uit Den Haag, Groningen, Amsterdam en Alkmaar zullen weemoedig toekijken hoe het gaat op normale wedstrijddagen. Vrijdagavonden. Honderden mensen over de Rielerweg, Brinkgreverweg en Veenweg, allemaal lopen of fietsen ze op de lichtmasten af. De charme van gewoon een woonwijk met buurtpreventie, afvalbakken en parkeerbeleid die zich iedere veertien dagen negentig minuten lang nergens anders druk over hoeft te maken.

Wat normaal was, wordt vanzelf bijzonder. Go Ahead-supporters hebben een vriendschap met Luton Town. Hun iconische Kenilworth Road is niet onderhouden en stevent af op een onverbiddelijke hamer. Wacht maar af, over vijf jaar staan er likkebaardende Engelsen voor het standbeeld van Leo Halle te zwijmelen over de tijd van toen. Houdt dat sportieve ambities tegen? Ach, wellicht. Maar: er zijn wel vijftien gegadigden voor de subtop van de Eredivisie, hoewel daar maar vier plekken in te vergeven vallen. Een keertje zesde worden in de Eredivisie is leuk, maar dat kan iedereen. Zo’n ontroerend mooi voetbalstadion bouwen daarentegen, met ruim een eeuw aan herinneringen en verhalen? Uitgesloten. Voorlopig blijft het staan. Gelukkig maar. Doe nog maar 101 jaar.

Share.

About Author

Jan Willem Spaans is een 25-jarige Amsterdammer. Hij schrijft voor onder meer De Witte Duivel, ELF Voetbal en is auteur van drie voetbalboeken. Zijn specialiteiten liggen in het Nederlandse en het Engelse voetbal en zijn hart in het Schotse!

Comments are closed.