dinsdag, december 24

Het Gouden Boek van de Beker met de Grote Oren – The Story of Liverpool FC (2)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

 

Union reist deze week voor haar wedstrijd in de Europa League naar Anfield Road, het mythische stadion van Liverpool FC.

Vanuit ‘Het Gouden Boek van de Beker met de Grote Oren. Van Real Madrid 1956 tot Manchester City 2023’ schetst auteur Raf Willems in enkele afleveringen ‘The Story of Liverpool FC’. In deze aflevering keren we terug naar de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw: de tijd van Bill Shanky, Bob Paisley en Kevin Keegan.

 

LIVERPOOL FC, SHANKLY, PAISLEY AND THE KOP: YOU’LL NEVER WALK ALONE

 

 

‘I came to Liverpool because of the people!’ (Bill Shankly in 1959)

 

Op 29 september 1981 overleed William Bill Shankly (1913). Hartstilstand. Het nationale congres van de Labour Party vroeg één minuut stilte ‘om een man te herdenken die altijd een socialist is geweest’. Drie dagen later droegen zes spelers van Liverpool FC de kist de bomvolle St. Mary’s Church uit op de tonen van You’ll Never Walk Alone. In Liverpool hingen duizenden rode vlaggen halfstok. Met Shankly was een stuk van de stad aan Merseyrivier gestorven. He made the people happy. Die slogan zie ik in zijn standbeeld gegrift aan de hoofdpoort van het stadion Anfield Road, de naar hem genoemde Shankly Gates. Ik staar naar een klein, kleurloos mannetje, altijd in hetzelfde grijs werkmanspak, met een rode sjaal rond zijn nek. Hij steekt zijn armen in de lucht. Zoals hij destijds voor de Kop deed. De beroemdste staantribune ter wereld – swingende sixtiesjongens met een Beatleslook en Buddy Hollybrilletjes – beantwoordde dan zijn gebaar met Shanklee, Shanklee, Shanklee op de tonen van ‘Amazing grace’ van Joan Baez. De beelden uit BBC-documentaires hierover zijn historisch én hilarisch.

‘I came to Liverpool because of the people!’ Bill Shankly, een godverdommesocialist uit de oude doos, schreeuwde het bij zijn komst in december 1959 met gemeend enthousiasme uit.

Hij arriveerde in Liverpool op het ogenblik dat de stad zou uitbarsten op de golven van de sixties. Een gebeurtenis die werd omgedoopt tot de ‘December Earthquake’. Hij vond van zichzelf dat hij een ‘messiaanse missie’ had en noemde ‘Jezus Christus de allereerste socialist’. Hij schopte meteen keet met de vaak tot de Conservatives behoren bestuursleden van Liverpool FC.

En de spelers begroette hij met ‘het leven is mooi, jongens en al wat je nodig hebt is een ronde bal en wat groen gras.’

Liverpool versmolt in het midden van de jaren zestig twee in elkaars verlengde liggende jeugdculturen: popmuziek – dankzij de Merseysound van The Beatles en Gerry & The Pacemakers – en voetbal. Shankly begreep en manipuleerde ‘that kind of Liverpoolness’: een combinatie van subversieve geest en emotionele romantiek.

Een Schotse godverdomme socialist met de voetbalclub als ‘working class family’

Hij groeide op in een gezin van tien kinderen in Glenbuck, een typisch Schotse mijnwerkersgemeenschap van voor de Tweede Wereldoorlog waar iedereen ‘hard werkte voor elkaar’. Daar ontkiemde zijn liefde voor de simpele samenhorigheidsgedachte van de Schotse sociaaldemocratie: gemeenschapsgevoel én gezelligheid. ‘He was a lifelong socialist who managed his team like a socialist,’ zo vatte Derek Bower het met een uitroepingsteken samen in de autobiografie Shankly. Die deed daarin uit de doeken dat deze door hem beleden geloofsleer niet louter politiek mocht geïnterpreteerd worden: ‘Het is een levensstijl. Menselijkheid. De collectieve inspanning is de enige manier om succes te boeken. Iedereen moet zich uit de naad lopen voor de anderen. Elkaar helpen, de handen in elkaar slaan. Op die wijze wil ik leven en voor die weg kies ik in het voetbal.’

De voetbalclub als een familie voor ‘the working class’, het stadion als een thuishaven voor volksmensen. Shankly paste volledig in het beeld van Anfield Road, gelegen in een arbeidersbuurt en omzoomd door honderden kleurrijke huisjes. Hij bespeelde de media met oneliners en grappen: ‘Football is no matter of life and death, it’s much more important than that!’ Of, tegen de Queen en in antwoord op haar vraag naar de beste twee voetbalelftallen van Engeland: ‘Liverpool and the Liverpool reserves.’

Hij roemde de ‘ordinary people’ van Scouser City zowel om hun strijdlust –‘ fighting spirit’ – als om hun typische humor: ‘tremendous kindness’. Ze deelden hetzelfde karakter: bizar en subversief De charismatische Shankly toonde zijn affectie voor de havenarbeiders, de scheepsherstellers en de buschauffeurs. Hij verwoordde hun gedachten, sprak hun taal en begreep dat hij de typische sentimenten van de stad in het stadion kon manipuleren. Hij prees de kracht van de massa met de woorden: ‘All that power!’ Biograaf Stephen Kelly liet hem omschrijven door de supporters: ‘He was one of us, a man of the people, a Kopite. He understood us and we shared the same passion for football and Liverpool.’ Volgens Kelly bracht Shankly iets nieuws in hun leven. Hij verrijkte hen met een enthousiasme dat zij in hun harde bestaan elders nergens vonden.

 

 

Voetbalwijsheden vanuit ‘the boot room’: pass & move!

 

Samen met de door hem geknede opvolger Bob Paisley opende Bill Shankly de ‘bootroom’: letterlijk een kaal kamertje met versleten voetbalschoenen, waar ze onder het nuttigen van Schotse whisky urenlang over voetbal doorboomden. Shankly formeerde er zijn staf: Bob Paisley, Joe Fagan, Ronnie Moran, Roy Evans Allemaal ‘werkmensen’ met slechts één obsessie: voetbal. Hij eiste loyaliteit en kameraadschap. Onder zijn trainerschap werd niemand van zijn medewerkers ontslagen. De ‘bootroom’ boetseerde de befaamde ‘struggle for simplicity’. Zo roemde hij zijn collectieve ethos met ruimte voor de individuele actie van linksbuiten Steve Heighway en spits Kevin Keegan. Zijn simpele devies klonk: ‘Pass & Move, Pass & Move!’ Hij schreeuwde het uit en demonstreerde het gesticulerend van op de bank. Het beeld zat jaren in de generiek van BBC’s Match of the Day.

Eén tot twee keer raken – the one touch – en dan passeren naar de vrije maat in de vijf tegen vijf oefening op training. Elke dag opnieuw: pressie, hoog tempo en snel combinatiespel, eerst in de breedte en vervolgens diep meet intelligente, het spel lezende voetballers. Niet lopen met de bal, snelle controle en dan geven. ‘Go into the open space!’ De Rode Machine – met veel Ierse, Schotse en Welshe bravoure – stootte met deze stabiele aanpak door tot de absolute Europese top, maar de weerklank gold voor het hele elftal. Shankly dicteerde: ‘Het individu is niets zonder het team.’ Hij hanteerde wat hij noemde een simpele strategie: ‘You pass the bal to another red shirt.’

 

Hij geloofde heilig in een strak georganiseerd spelsysteem: ‘Passeer, beweeg en ontvang de bal opnieuw. Ook als je verliest, verander je niets aan het systeem. Dat is onze grootste kracht.’ Daarnaast gedroeg hij zich als een geboren entertainer en ‘mister motivator’ Een man van de mind games, zoals John Lennon zong. Zo stuurde hij even voor de aftrap van een topmatch zijn spelers in een verkwikkend bad en gooide de rode shirts op het veld met de melding: ‘Zij zullen het varkentje wel wassen’ Met dit soort grollen overtuigde hij zijn team dat het beter was dan de concurrentie. Na een overwinning in de FA Cup in 1974 sprak hij vanop een dubbeldekbus 300.000 in het rood geklede en feestende fans toe met de woorden: ‘Mao-tse-Tung heeft nooit zo’n rood leger gehad als dit.’ Het idee voor de volledig rode uitrusting van Liverpool FC rolde uit zijn koker. Hij wist dat het de tegenstander zou intimideren Zo eisten het ook de fans. Zijn wilden zich identificeren met ‘The Liverpool way of football’: een indrukwekkend samenspel, dat zich ontwikkelde tot een universeel keurmerk: pass & move!

 

King Kev, Ballon d’Or dankzij Bill en Bob

In 1973 resulteerde dit in de eerste Europese victorie in de UEFA Cup tegen Borussia Mönchengladbach. In 1974, enkele weken na de bekerwinst, legde Shankly er volkomen onverwacht het bijltje bij neer. De ietwat kleurloze Bob Paisley, op dat ogenblik een ‘Mister Nobody’ met de uitstraling van een notarisklerk, stapte uit zijn rol van doodbrave assistent en drukte de sporen van de ‘Master’. Hij trok doodgemoedeerd Shankly’s lijn door en plukte de vruchten van ‘Het Systeem’, dat borg stond voor de opkomst van telkens weer rode pletwals. De ontbolsterde spelersgroep steeg via de geroemde Shankly-Paisley-collectiviteit voortdurend boven zichzelf uit: Terry McDermott, Phil Neal, Emilyn Hughes, John Toshack, Steve Heighway, David Fairclough en het supertalent Kevin Keegan. Aan de Merseyside liet Liverpool zich niet in de luren leggen en in 1976 won het een nieuwe UEFA Cup, ten nadele van Club Brugge. Eén jaar later twistten The Reds in Rome om de Europa Cup tegen Borussia Mönchengladbach. Kevin Keegan stalde al zijn klasse uit en ging voor de volle winst. Hij dweilde met de beruchte West-Duitse ‘terriër’ Berti Vogts alle hoeken van het veld af en zijn geweldige prestatie leverde ‘King Kev’ een toptransfer op naar Hamburger Sport Verein. Keegan gaf Liverpool FC tussen 1971 en 1977 een gezicht. ‘The Mighty Mouse’ – zijn groei stokte om en nabij de 1,70 meter – koppelde een meesterlijke techniek aan een voor zijn gestalte ongehoorde krachtpatserij. De discriminerende opmerkingen over zijn gedrongen lichaamsbouw die de jonge Keegan naar het hoofd geslingerd kreeg, dreven hem naar een slagvaardig doorzettingsvermogen. Op zijn negentiende dreef de kracht van Shankly’s overtuiging hem in de armen van Liverpool FC. Hij vormde er meteen een onnavolgbaar en amper af te stoppen duo met de boomlange John Toshack. Keegan had de brains en Toshack de power en men onderzocht hun relatie in een populaire televisieshow zelfs op telepathie. Tot vandaag memoreert Keegan zijn legendarische coach als de belangrijkste invloed in zijn leven. En Shankly onderkende op zijn beurt dat hij nood had aan een solist met een individuele actie: dribbels, verrassing en creativiteit.

Met als resultaat de landstitel in 1973, FA Cup in 1974 en UEFA Cup in 1973 met Bill en titels in 1976, 1977, UEFA Cup in 1976 en Europa Cup I in 1977 met Bob.

Keegan vond het welletjes en zocht een nieuwe uitdaging, maar Liverpool FC werd meegezogen in de voetbalvaart der volkeren dankzij de door The Beatles en Gerry and The Pacemakers gedragen popmuziekwave die de stad overspoelde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply