Royal Antwerp Football Club stapt voor de tweede keer in de strijd om de Beker met de Grote Oren: precies 66 jaar na de eerste keer. Toen werd er gespeeld tegen het grote Real Madrid van Alfredo di Stefano. Voor een recordopkomst van bijna 60.000 toeschouwers op de Bosuil. Vandaag staat onder meer FC Barcelona op de agenda. Vanuit ‘Het Gouden Boek van de Beker met de Grote Oren. Van Real Madrid 1956 tot Manchester City 2023’ schetst auteur Raf Willems in enkele afleveringen ‘The Story of FC Barcelona’. Aflevering 3 brengt een geschiedkundige schets die begint en eindigt met ‘de droevigste dag uit het leven van Laszlo Kubala’: de verloren finale van 1961.
De moord op een sociaal-progressieve Barçapresident door de troepen van Franco
Het feest duurde echter niet lang. Enkele maanden later liep de Ramblas opnieuw vol: nu uit protest. Franco’s moordmachine executeerde zonder vorm van proces de president van FC Barcelona. Huilende mensen, uitzinnig van woede en verdriet, treurden om hun geliefde Josep Suynol (1898-1936), naast Barçavoorzitter ook sportjournalist en populaire volksvertegenwoordiger van de Accio Catalana, die zich aansloot bij de Esquerra Republicana de Catalunya. Een sociaal-progressieve, republikeinse beweging die zich kantte tegen het Spaanse koningshuis en de macht van de militairen. Hij won tussen 1931 en 1936 drie verkiezingen op rij, terend op zijn verbaal meesterschap en op zijn gedachte: Barça’s kracht! Als club van en voor de mensen, tot vermaak van het volk en achter de rechten van de Catalanen.
Ik sprak hierover met Manuel Tomas Belenguer, de archivaris van de club. Officieel: Responsable del Centre de Documentacio i Etudis del FC Barcelona. Hij gidste me door de geschiedenis aan de hand van een bezoek aan het Camp Nou Museum. We stoppen bij de speciale zuil voor Josep Sunyol. Hij reisde ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 naar Madrid om de Republikeinse troepen tegen Franco te steunen. Hij had pech want viel in een hinderlaag van de franquisten en werd ter plekke gefusilleerd: ‘De vermoorde president is een martelaar voor Barça. Hij vocht voor onze waarden: Catalonië, vrijheid en universalisme. Het is mijn persoonlijke mening dat Sunyol het belangrijkste historisch bewijs vormt dan FC Barcelona door de regeringskrachten uit Madrid in het verdomhoekje diende te worden geduwd. Onder het militaire bewind van generaal De Rivera (1923-1930) floten onze fans het Spaanse volkslied uit. Sunyol werd vermoord omdat hij voorzitter was van FC Barcelona, het bewijs werd geleverd door wetenschappelijk onderzoek. Sunyol beschouwde zijn lidmaatschap van Barça in 1925 als zijn eerste politieke daad. Na zijn staatsgreep verbood de Madrileense junta de Catalaanse vlag in het stadion.’
Camp Nou als culturele vrijplaats en Barça! als verzetskreet
Wat was het belang van Josep Sunyol voor de geschiedenis van FC Barcelona? Hij legde als sportschrijver in zijn reportages voor oppositiekrant La Rambla de drijfveer achter de samenhang tussen voetbal, democratie en cultuur bloot. La Rambla bestookte het fascistische regime van De Rivera, identificeerde zich met Barça en hij bedacht de slogan die het wat elitaire dagblad een populair karakter gaf: voor sport en burgerschap! In 1928 werd hij bestuurslid van FC Barcelona en in 1935 president. Hij verduidelijkte dat sport per definitie een onderdeel hoorde te zijn van een sociale, democratische, politiek. Op 6 augustus 1936 woedde de Spaanse Burgeroorlog in alle hevigheid. Op weg naar een politieke bijeenkomst viel Sunyol in een laffe hinderlaag van de falangisten. Hij kreeg het nekschot door de troepen van Franco. Die opende na zijn machtsovername in 1939 een heksenjacht op de Catalaanse identiteit, maar verkeek zich op het ultieme wapen van de onderdrukten: het fenomeen Mès Que Un Club. Een parabel van de hoop. FC Barcelona kromde zich tot drijvende kracht van de Catalaanse zelfstandigheid. Politieke vluchtelingen zochten dekking voor de Madrileense dwingelanden in de eindeloze catacomben van het stadion. Daar konden alle verbodsbepalingen met de voeten worden getreden. Op straat mocht men niet meer demonstreren, in het stadion des te meer. Barça evolueerde vanaf de jaren vijftig tot het culturele hart van Catalonië. Schrijvers, zangers en acteurs voerden rond wedstrijden de sardana op, de nationale dans. Geen lid van de Guardia Civil die hen kon raken. Daar school de kern van het mysterie Barça. Archivaris Belenguer beaamde: ‘Onze supporters voerden de strijd tegen het fascisme hoog in het vaandel. De kreet Barça! Barça! Barça! in en buiten het stadion is een metafoor voor Catalonië, vrijheid en verzet geweest. De explosie van vreugde in de vroege jaren vijftig, dankzij de komst van Laszlo Kubala, werd gevaarlijk voor het schrikbewind. Als gevolg van voetbaloverwinningen durfden de mensen de pleinen op om te feesten. De lachende menigte die met Barçavlaggen zwaaide, zorgde voor een bevrijdende en niet te manipuleren sfeer in het straatbeeld.’
De voetballer als man die magie maakt met zijn voeten
In Barcelona beschouwde men de voetballer van oudsher als een man die magie maakte met zijn voeten. Die magie was ruimschoots aanwezig in de herfst van 1960. Trainer Helenio Herrera mislukte in de lente van 1960 in zijn missie en haalde zich na de dubbele nederlaag in de halve finale tegen Real Madrid de woede van de fans op de hals. Nochtans loodste Herrera de club voor het eerst sinds zeven jaar naar titel én beker in 1959 en in 1960 naar een andere merkwaardige dubbelslag. Hij prolongeerde het landskampioenschap én schonk Barcelona de Europa Cup der Jaarbeurssteden. Het toernooi werd gespreid over twee jaargangen, zodat Barcelona binnen de maand zowel Real Madrid (halve finale) als Birmingham City (finale) bestreed in twee verschillende Europese bekers. Het verlies tegen Real kostte Herrera de kop. Zijn vervanger, de Joegoslaaf Brocic beschikte over een magisch voorhoedevijfkant: Suarez-Kubala-Czibor-Kocsis-Evaristo. Hij realiseerde wat niemand eerder vermocht: hij sloeg de Koninklijke tegen het vilt. Na zeventien opeenvolgende Europese thuisoverwinningen hield Barcelona Real in het Estadio Bernabeu op 2-2. Vier minuten voor tijd wees de moedige scheidsrechter onverbiddelijk naar de stip en Suarez zette in een enorm tumult de strafschop om. Spanje stond in rep en roer en de volgende vijftien dagen kende het land slechts één discussiepunt. Na zeventig minuten kopte de Braziliaanse spits Evaristo de 2-0 op het bord. In de resterende tijd scoorde Real vier keer, maar de flegmatieke Engelse ref Leafes aanvaardde enkel de goal van Puskas en annuleerde de treffers van Del Sol, Pachin en de woedende Di Stefano. Real Madrid verdween witheet in de nacht. Luis Suarez, de snelle, frêle en technisch kundige ‘linkerspits’ pendelde tussen voorhoede en middenveld en was de voornaamste veroorzaker van de val van der Madridisto’s. Luisito’s naam zag vervolgens hoe eerst verwondering en nadien verheerlijking uit alle hoeken van Europa hem overstelpten. Enkele maanden later viel hem een prestigieuze uitnodiging in de bus: le Ballon d’Or of de Gouden Bal die de beste voetballer van Europa de hemel inprees. Ook hij kon de droom van Barça in 1961 niet verwezenlijken. En zo bleef de stad der wonderen, zoals Barcelona in de volksmond heet, haar echte mirakel niet beleven. Die avond van de 31 ste mei 1961 werd de laatste match van Laszlo Kubala.
Toen ik Camp Nou verliet en opnieuw zijn standbeeld passeerde bleef zijn beklemmende uitspraak aan mijn gedachten kleven: ‘De droevigste dag van mijn leven.’