zondag, december 22

HAZARD: VOETBALLEN IN DE HOF VAN EDEN (3) – RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Een jaar of vier geleden had ik het geluk – met dank aan de pedagogische begeleider van topspelers in spe Peter Smeets – om een tocht langs ‘de Belgen in de Premier League’ te maken. Ik sprak toen met ouders, ontdekkers, mensen van invloed én de speler zelf. Dat resulteerde in mijn boek ‘Sympathy for the Devils’. Een portrettenreeks over de gouden generatie. De volgende dagen brengen we enkele vertellingen opnieuw tot leven. We beginnen met de uitblinker van de wedstrijd tegen Tunesië: Eden Hazard!

Vandaag derde en laatste aflevering.

 

PASSAGE 4: BIJ DE KINE VAN LILLE OLYMPIQUE SPORTING CLUB

 

We reisden af naar Rijsel, dat zichzelf promoot als ‘de hoofdstad van Vlaanderen’. Marco Cuvelier is de fysiotherapeut van Lille Olympique Sporting Club. Hij nodigt me uit voor een gesprek op het oefencomplex ‘Domaine Luchine’, net voorbij de Frans-Belgische grens. We wandelen over de kasseien van de oude binnenkoer langs het massieve standbeeld van de zwarte dog, le dogue.

Het Domaine de Luchin situeert zich in de buurt van de Belgische grens. Het is een uitgestrekt patrimonium van 43 hectaren, op het terrein van een negentiende eeuwse gerenoveerde kasteelboerderij in ‘Vlaamse’ bouwstijl.

Hij leidt ons zijn behandelkamer binnen waar een zestal spelers verzorging ondergaan. Cuvelier is een ancien, hij heeft nog de tijd van Erwin Vandenbergh meegemaakt. Philippe Desmet was net een jaar eerder vertrokken. We schrijven 1989, Cuvelier houdt dus bijna 25 jaar kinékabinet bij Lille OSC. Geen onbelangrijk detail in functie van zijn eerste én meteen ook wel belangrijkste oordeel.

Marco Cuvelier: “Ik zag bijzonder veel getalenteerde voetballers passeren maar niemand met de begaafdheid van Eden Hazard.” Door hem dag na dag te volgen stelde hij vast: ‘dit is een genie’. En tevens: ‘un joueur malicieux.’ Vrij te vertalen als het type van de speelvogel, bij wie je ogen in de rug moet hebben of hij neemt je beet. Een beetje verraderlijk zelfs, ook op het veld. Marco Cuvelier: “Buiten het voetbal neem je hem best niet te ernstig, hij is een lachebek. Hij houdt van geintjes met zijn vrienden en wil het altijd prettig houden. Le football, c’est la vie pour lui. Voetbal is het leven voor hem en dat vult hij op een speelse, ondeugende en plezierige manier in. Zwaarmoedigheid is hem vreemd.” De kiné kreeg hem voor het eerst onder handen toen hij zestien was. Hij ontdekte een zelfbewuste jongen, met een hoge intelligentie: “Hij viel onmiddellijk in de smaak bij de zogenaamde anciens. Ze hadden ook in het oog dat hij geen bedreiging voor hen vormde maar een verrijking voor het team. Ondanks zijn speelsheid respecteerde hij de regels van de vestiaire, zoals dat heet. Hij hield zich aan de afspraken, kwam nooit te laat en had weinig problemen met de puberteit. Al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat LOSC in haar opleidingsschema ruimte laat voor kwajongensstreken. Hij gedroeg zich zoals het hoorde binnen de groep en pakte ook de studie op de academie goed aan. LOSC werd zijn tweede thuis. Eden begreep de dingen die nodig zijn om te kunnen functioneren in een Centre des Formations, dat vereist een paar kleine aanpassingen in je dagelijkse ritme. Het is weer even wennen want het is anders dan bij je ouders wonen.”

Marco Cuvelier kreeg de taak mee om hem dankzij kleine ingrepen beter te maken: “Zijn recuperatievermogen lag hoog, maar daar werkte ik op. Zijn spieren moesten goed zitten. Door zijn intelligentie vermeed hij ook blessures. Ik gaf hem kleine oefeningen die hij opvolgde naar best vermogen. Je moet hem goed verzorgen, verdedigen bijna, want hij krijgt het tijdens de wedstrijd hard te verduren. De ploeg hanteerde ook dat inzicht en nam het voor hem op omdat hij met zijn acties de balans in haar voordeel deed kantelen. Ondanks zijn kleine gestalte bezat hij veel kracht. Hij is zeer sterk en dat uitte zich in zijn beslissende acties en doelpunten op het einde van de match. Als bij de tegenstander de tong uit de mond hing, schudde hij nog een extra inspanning uit de mouw, of beter: uit de voeten. Dat kan je alleen met de juiste lichamelijke voorbereiding en als je over voldoende kracht beschikt. Want om die beslissingen te nemen in een fractie van een seconde is rust en zelfverzekerdheid vereist. Na meer dan tachtig minuten wedstrijdinspanningen heb je die mentale sterkte enkel bij voldoende fysieke paraatheid. Bij Eden Hazard was dat geen probleem, integendeel: hij blonk uit in dit onderdeel van het spel.” Bij het kampioenelftal van Lille OSC traden de Afrikaanse  balkunstenaars Gervinho (Ivoorkust, intussen Arsenal) en Sow (Senegal, intussen Fenerbahce) aan, naast de Franse internationals Mavuba, Cabaye en Debuchy. Gelouterde voetballers, met een stevige staat van dienst. Zij doorzagen het van bij het begin, beklemtoont Marco Cuvelier: “Met Eden Hazard wisten zij: une talent exceptionelle. De anderen erkenden dat zij hem nodig hadden om kampioen te spelen. Hij moest tussen zijn zeventiende en twintigste het leven van een profvoetballer leren beheersen en begrijpen. Door zich niet onnodig te blesseren. De rest volgde vanzelf, uit zichzelf eigenlijk, want het niveau speelde hem geen parten wel de ritmiek van het profvoetbal. Ik lette heel goed op zijn overbelasting. Hoe verteerde hij zijn inspanningen? In het begin lachte hij dat een beetje weg want hij dacht dat talent volstond en hij durfde de rest van de opleiding al wel eens vergeten. Dus confronteerde ik hem met deze wetmatigheid. Lang duurde dat niet want Eden is een ‘personage’, hij kwam er snel achter dat hij mee moest stappen in het grote plan. Ce n’est pas un foufou. Integendeel, hij draagt probleemloos de verantwoordelijkheid. Hij is een familiemens van 22, een vader van twee kinderen op die leeftijd. Dat zegt veel voor hem, hij zoekt de discotheken niet op. Hij verkiest de knusse huiselijkheid boven het rumoer. Hij is een charmante jongen, die met een hele normale blik naar het leven kijkt. Een aangename tijd met zijn gezin, dat volstaat voor hem. Hij blijft de gewone mens Eden Hazard die zich na het voetbal bezighoudt met zijn kinderen en onderhoudend wil zijn voor zijn vrouw. Terwijl het toch helemaal anders zou kunnen want de wereld ligt aan zijn voeten. Hij kiest voor de familie.”

Lille OSC en Eden Hazard. Ze waren voor elkaar gemaakt. Zijn spelvreugde werd er niet alleen gestimuleerd maar ook voldoende omkaderd. Marco Cuvelier geeft het belang van de twee coaches Claude Le Puel en Rudi Garcia mee: “Claude Puel geloofde in de jongen van zeventien en bracht hem toen al op het voorplan. Na 2008 begeleidde Rudi Garcia hem door hem op zijn zwakke kanten te wijzen – zijn gebrek aan defensieve arbeid – maar hij creëerde een kader waarin hij zijn kwaliteit volledig mocht ontvouwen. Garcia verstond hem: laat hem doen en je haalt het beste uit hem. Beperk de tactische richtlijnen en de fysieke arbeid tot een minimum bij hem. Laat hem de bal, laat hem vrij. Laisse lui libre. De filosofie van LOSC bestaat uit het aanbieden van psychologische ruimte aan de spelers. Dat heeft men destijds over het hoofd gezien bij de Rode Duivels. De bondscoach toonde geen oog voor de persoonlijkheid en het talent van Eden. Rudi Garcia ziet zowel de mens achter de speler als het proces van het samen team vormen.”

 

Marco Cuvelier voelt de geneugten spontaan opwellen als hij zich de beelden van Hazard terug voor de geest haalt: “De spelers lachten met zijn kuren op de training want ze wisten wat hij deed. Hij beoefende ze ook met succes in de match. Mijn mooiste souvenir aan hem? Lille OSC – AS Monaco 5-2, hij legde zijn rechtstreekse tegenstander Adriano drie keer na elkaar in de luren. Ik herhaal: un joueur extra-ordinaire. Ik observeerde hem bij zijn eerste trainingen en voelde aan: hier komt een hele grote aan. Hij straalt spelplezier uit. C’est formidable, son plaisir de football. C’est Eden Hazard. Onthou die naam. Over enkele jaren is hij ook bij Chelsea de patron.” En dat werd hij, inderdaad. Gelijk had hij, de fysiotherapeut van Lille Olympique Sporting Club.

 

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.