De Gouden Schoen viert dit jaar zijn zeventigste editie. De eerste werd in 1954 uitgereikt aan Rik Coppens van Beerschot. In 2024 is er slechts één kandidaat-winnaar: Toby Alderweireld van Antwerp. François Colin & Raf Willems brengen de volgende dagen elf portretten van de ‘beste Gouden Schoenen’ aller tijden. De portretten verschenen eerder in hun boek ‘Top 1000 van het Belgisch voetbal’. Nog steeds te koop! Aflevering 5: Jean-Marie Pfaff.
Gouden Schoen 1978
Het levensverhaal van Jean-Marie Pfaff leest als een modern voetbalsprookje. Een woonwagenkind dat zijn kunsten vertoonde onder de lat en uitgroeide van ‘zero to hero’. Pfaff is een van de meest controversiële figuur uit de geschiedenis van het Belgische voetbal. Gehaat of bemind, maar ook zijn grootste tegenstanders moeten erkennen dat hij een uitstekend doelman was. Tijdens de Mundial in Mexico 1986 bereikte hij het hoogtepunt van zijn kunnen. Een jaar later werd hij uitgeroepen tot beste doelman van de wereld.
Pfaff groeide op in een gezin met elf broers en zussen. Ze leefden in een foorwagen, waarmee ze van stad tot stad trokken om tapijten aan de man te brengen. Zijn eerste stappen als keeper zette hij in Aalst, omdat zijn broers Louis en Jean-Baptiste er voetbalden. Toen deze laatste naar SK Beveren trok, volgde Jean-Marie hem. Hij tekende op zijn tiende voor de club uit het Waasland.
Jean-Marie was aanvankelijk een tenger baasje, maar zijn gedrevenheid en werklust was ongeëvenaard. Toen hij veertien was vroeg hij Guy Thys, die het eerste elftal van SK Beveren trainde, om hem onder handen te nemen. Hij keek niet op een inspanning en had er alles voor over om de top te bereiken. ‘Klein Jeanke’ wilde beroemd worden en moest knokken om dat te bereiken.
Hij was achttien toen hij met het eerste elftal debuteerde en zette, samen met de club, de weg omhoog in. SK Beveren was nog een semi-profclub. Jean-Marie werkte als postbode (hij werd met Richard Orlans als trainer Europees kampioen van de postploegen) en opende later een sportwinkel op de Grote Markt.
Pfaff droomde van de nationale ploeg, maar bondscoach Raymond Goethals wilde niet van de jonge doelman weten. Hij vond hem maar een showkeeper. ‘Liever Piot op één been dan Pfaff’, liet de Tovenaar zich ontvallen. De Waaslander moest wachten tot Guy Thys de Rode Duivels in handen kreeg om zijn kans te krijgen.
Kritiek
Op 22 mei 1976 vierde hij zijn debuut als Rode Duivel. De kritiek liet niet op zich wachten. België verloor van Nederland (1-2) en een aantal mensen pikten het niet dat hij achteraf Johan Cruijff, die het winnende doelpunt had gemaakt, ging feliciteren.
De opgang van SK Beveren verstevigde echter zijn positie. In 1978 werd de beker gewonnen en een jaar later de landstitel gevierd. Tussendoor speelde geel-blauw de halve finale van de Europese beker voor Bekerwinnaars tegen Barcelona, nadat het in de kwartfinale Inter Milaan had uitgeschakeld.
Pfaff had inmiddels al een Gouden Schoen op de schouw staan. Hij eindigde in 1978 voor Rob Rensenbrink en René Vandereycken. ‘Beveren beleeft momenteel een hoogconjunctuur en ik ben de eerste die daarvan kon profiteren’, stelde hij bescheiden.
In september 1979 werd Pfaff in een vriendschappelijke interland tegen Nederland, de afscheidswedstrijd van Willem van Hanegem, in het doel van de Rode Duivels vervangen door Theo Custers. De keeper van Antwerp stond in de volgende zes interlands onder de lat. Dus ook in de beslissende EK-kwalificatieduels tegen Portugal en Schotland. In de laatste oefenpartij voor het EK 1980 tegen Roemenië speelde Custers in de eerste helft, Pfaff in de tweede. Custers vertrok met rugnummer 1 naar Italië. Op het toernooi stond echter het nummer 12 onder de lat: Jean-Marie Pfaff.
Op dat EK blonken de Duivels en Pfaff uit. West-Duitsland kon pas in de slotminuten van de finale het verschil maken. Horst Hrubesch kopte de beslissende treffer voorbij ‘de Jean-Marie’ (2-1).
Verdronken
Twee jaar later haalde hij opnieuw de wereldpers. Pfaff was één van de Belgische uitblinkers in de openingsmatch van het WK in Spanje tegen regerend wereldkampioen Argentinië. Hij hield Diego Maradona, het nieuwste wonderkind van het voetbal, van een doelpunt en Erwin Vandenbergh deed de rest (1-0). ‘De Jean heeft ons rechtgehouden’, zwaaide jan Ceulemans met lof.
Het toernooi eindigde echter dramatisch voor de Beverse ballenvanger. Enkele dagen na de openingspartij was er een ‘incident’ in het zwembad met Jan Wauters. JM probeerde de radioverslaggever kopje onder te duwen en onderging nadien hetzelfde lot. Toen bleek echter dat hij niet kon zwemmen. Hij bleek net niet verdronken, of deed in ieder geval alsof. Pfaff voelde zich onwel en werd beschuldigd van aanstellerij.
Het ging van kwaad naar erger. Tegen Hongarije, in de beslissende wedstrijd voor een plaatsje in de tweede ronde, kwam hij in botsing met Eric Gerets. De aanvoerder moest gewisseld worden. Ook Pfaff vroeg om vervanging, maar werd weer het veld ingestuurd. De Duivels stonden 1-0 achter en het hele WK leek in duigen te gaan vallen. Gelukkig maakte Alex Czerniatynski acht minuten na het voorval gelijk (1-1). Na de wedstrijd werd een ambulance gevraagd om Gerets, die een hersenschudding had opgelopen, naar het ziekenhuis te brengen. Toen bleek dat Pfaff al had plaatsgenomen in de ziekenwagen en vertrokken was. Hij had een schouderblessure opgelopen.
Jean-Marie werd ervan beschuldigd komedie te hebben gespeeld en kwam in Spanje niet meer in actie. Na het WK kreeg hij een nieuwe concurrent: Jacky Munaron van Anderlecht.
De ster van Pfaff verbleekte in eigen land. Ruim een jaar voor het WK (11 maart 1981) werd hij voor zes maanden geschorst door de voetbalbond. Hij zou lijnrechter Thirion een kniestoot gegeven hebben. Jean-Marie schreeuwde zijn onschuld uit, maar de BRT – de openbare omroep – weigerde de beelden te vertonen. Achteraf bleek dat er niets aan de hand was geweest.
België was te klein geworden voor Pfaff en hij vertrok naar Bayern Mûnchen om er de opvolger te worden van niemand minder dan Sepp Maier. Er werd gelachen met zijn ‘Jean-Marie-Pfaff-Duits’, maar werd onsterfelijk in Beieren na een Europese bekermatch tegen PAOK Saloniki. Hij pakte tijdens de reguliere speeltijd alles wat er te pakken viel en werd de held van de strafschoppenserie. Hij stopte een paar elfmetertrappen en knalde dan de beslissende penalty zelf in de kruishoek. ‘Ik wilde aanlopen, keek even op, zag ineens mijn moeder in de tribune, en merkte een traan op haar wang’, zei hij.
El Sympatico
Op het EK van 1984 in Frankrijk viel niet veel eer te behalen voor een doelman achter een door de omkoopaffaire Standard-Waterschei onthoofde verdediging, maar op het WK in Mexico groeide Pfaff uit tot een echte volksheld. De Mexicaanse pers riep de krullenbol uit tot ‘El Sympatico’ en in eigen land stonden honderdduizenden mensen uren te wachten om een glimp van hem op te vangen. Sommigen met blote borsten.
Voor de afreis deden verhalen de ronde dat hij niet zo best in de groep lag. Alle spelers waren echter overtuigd dat hij vaak wedstrijden voor hen won en namen er zijn mindere trekjes dan maar bij. Pfaff moest in zijn carrière vaak ook opboksen tegen vooroordelen van de boze buitenwereld, die hem niet altijd serieus nam. Hij was soms ook wat naïef en nam iedereen te snel in vertrouwen
Pfaff keepte op het WK op eenzame, Mexicaanse hoogte. Hij was één van de weinige Rode Duivels die in de groepsfase op niveau was en wilde een en ander bewijzen in het duel tegen de Sovjet-Unie. Volgens veel kenners was Rinat Dassaev de beste doelman van de wereld en dat wilde JMP wel even rechtzetten.
Na de uitschakeling van de Russen blonk hij ook uit tegen Spanje. ‘Sire, nam de koningin het me kwalijk dat ik die strafschop van Eloy stopte?’, vroeg hij na de terugkeer naar het vaderland en bij de ontvangst op het Koninklijk Paleis aan Koning Boudewijn.
In 1987 werd Pfaff uitgeroepen tot Wereldkeeper van het Jaar door het ITTHF, een vereniging van voetbalhistorici. Hij werd, in tegenstelling tot Michel Preud’homme in 1994 en Thibaut Courtois in 2018, niet uitgeroepen tot beste doelman van het WK. Die trofee ging naar Harald Schumacher.
Mexico maakte van Jean-Marie Pfaff desondanks een levende legende. Het had nochtans niet veel gescheeld of hij was er niet bij geweest. Hij was na een botsing met John van Loen in de barragewedstrijd tegen Nederland in Rotterdam (de match met de 2-1 van Georges Grün) geblesseerd geraakt. Hij kende een periode met allerlei kleine letsels en kreeg in München te maken met Raimond Aumann, een jongere concurrent. Thys eiste dat hij titularis moest zijn om mee te gaan naar het WK.
Paus Johannes Paulus II
In de laatste jaren van zijn carrière raakte hij steeds vaker geblesseerd en verzeilde bij Bayern stilaan op een zijspoor. Op 23 september 1987 stond hij na zijn 64ste interland definitief zijn plaats als numero uno af aan Michel Preud’homme. Een beslissing waar hij het behoorlijk moeilijk mee had. Hij geloofde dat er commerciële redenen aan de basis lagen van de keuze van Guy Thys.
In september 1988 verliet hij München en keerde naar België terug. Hij had drie keer de Bundesliga en twee bekerfinales gewonnen met Bayern. In 1985 speelde hij met Bayern München ook de halve finale van de Europese beker voor Bekerwinnaars, net als zes jaar eerder met SK Beveren. In de zomer van 1987 stond hij in Wenen in de eindstrijd van de Europese beker voor Landskampioenen tegen FC Porto in het verliezende kamp.
Hij had de eerste Belg kunnen worden die de beker met de grote oren won, maar greep naast de prijs door een magistraal hakje van Madjer. De eer ging een jaar later naar Eric Gerets met PSV.
Pfaff koos heel verrassend voor Lierse als nieuwe bestemming. Het Lisp stond op stelten, maar in november 1989 was hij alweer weg. Jean-Marue volgde Urbain Braems, zijn ex-trainer bij SK Beveren, naar Trabzonspor. In het oosten van Turkije werd hij als een god onthaald, maar een jaar later borg hij zijn handschoenen definitief op.
Pfaff speelde 305 wedstrijden in de Belgische competitie, 156 in de Bundesliga en 25 in Turkse loondienst. Velen zagen in hem een clowneske charmeur of een charmante clown. Zijn hang naar publiciteit en aandacht beviel niet iedereen. Niemand kan echter ontkennen dat hij een keeper van internationale allure was. Hij had uitstekende reflexen en heerste in het luchtruim. Het uitkomen was soms een minpuntje. Zoals Diego Maradona opmerkte na zijn tweede doelpunt tegen de Rode Duivels op het WK in Mexico.
Hij was ijdel, smachtte naar en genoot van de roem. Hij had de aandacht gewoon nodig. ‘Als Jean-Marie in de belangstelling staat, keept hij dubbel zo goed’, verwoordde Freddy Buyl, zijn aanvoerder bij SK Beveren, het het best. ‘Laat hem van zijn prestaties genieten, hij heeft er hard genoeg voor gewerkt.’
Pfaff overdreef natuurlijk wel eens en wilde te nadrukkelijk in het middelpunt van de belangstelling staan vanwege zijn onbeheersbare drang naar erkenning. Maar hij presteerde het toch maar om in audiëntie ontvangen te worden door paus Johannes Paulus II en mag nog steeds gewoon ‘Dag Franz’, zeggen tegen Beckenbauer. Hij organiseerde zelf zijn afscheidswedstrijd en kreeg op het Kiel een plejade wereldsterren bij elkaar. Beckenbauer, Ruud Krol, Alain Giresse, Michel Platini en Roger Milla draafden op voor een wedstrijd tegen de Rode Duivels van begin jaren ’80.
Na zijn actieve carrière werd het steeds moeilijker om relevant te blijven. Een poging om het in het seizoen 1998-1999 als trainer van KV Oostende te maken, liep al snel op de klippen. Een rol in zijn eigen soapserie was de laatste strohalm.