Thibaut Courtois. De keeper der keepers, de beste ter wereld. Misschien wel sinds de legendarische Lev Yashin. De ‘zwarte spin’ uit de Sovjet-Unie die volgens de overlevering meer dan 150 strafschoppen stopte en in 1963 de Ballon d’Or won. Met andere woorden: hij werd uitverkozen tot beste ‘voetballer ter wereld’. De enige doelman die sinds 1956 – het jaar dat het weekblad France Football startte met de prestigieuze uitreiking – goed genoeg werd bevonden om deze prijs te winnen. Thibaut Courtois eindigde op een zevende plaats. Lichtjes beschamend voor wie het seizoen van zijn club Real Madrid heeft gevolgd. Winnaar en spits Karim Benzema dankt alle glorie aan de prestaties van zijn doelman. Wat schudde hij in de finale tegen Liverpool FC niet allemaal uit de handen en de mouwen: de ene wonderbaarlijke redding na de andere. Courtois verhinderde vier tot vijf gemaakte doelpunten, Real scoorde op een diefje de 1-0. Benzema kwam overigens in die finale amper in beeld. En als TC in de achtste finale in Parijs tegen PSG in de laatste minuut niet de penalty van Messi stopt – hoeveel keepers stoppen by the way een penalty van Messi? – dan eindigt ‘het mirakel van Madrid’ daar en spreekt niemand over Benzema.
Wat ik bedoel: alle keepers staan voor paal. Ze worden neergezet als dwazen, verdienen minder dan veldspelers, krijgen de hoon van het publiek en de pers over zich heen.
Ik betuig hier mijn steun aan ‘The Goalkeepers Union’, een imaginaire wereldwijde vakbond ter verdediging van de ‘persoon tussen de palen’. Met andere woorden: die TGU bestaat enkel in onze verbeelding en betuigt steun aan elke ballenpakker die tevergeefs op welverdiende erkenning wacht. Met als patroonheilige Albert Camus, de filosoof-doelman die het leven als een ‘absurde gebeurtenis’ omschreef en van wie ik de ‘onsterfelijke observatie’ meeneem: ‘De bal gaat telkens een andere kant uit dan de keeper wenst.’
Zelfs toen Camus in 1957 de Nobelprijs voor Literatuur had gewonnen, gaf hij in een internationaal interview zijn liefde voor ‘de kunst van het keepen’ mee: ‘Never blame the goalkeeper. It is very lonely in the middle of the wood.’ Daarmee bedoelde hij: het is eenzaam in het strafschopgebied. En hij voegde eraan toe: ‘ If his team scores, the keeper knows it is nothing to do with him. If the opposition scores, however, it is all his fault.’ Om het in de lijn van Camus te zeggen: de keeper is de absurde held van het voetbal. En verdient veel meer respect. Daarom stond Thibaut Courtois voor paal – en bij uitbreiding alle keepers ter wereld – bij de verkiezing van de Ballon d’Or. Hij had ziedend de zaal moeten verlaten.
Vanuit The Goalkeepers Union doe ik deze oproep aan alle keepende collega’s – zelf ‘verdedigde’ ik tussen 1980 en 2005 doel in meer dan zeshonderd matchen in het Kempische cafévoetbal – om deze week ostentatief naast de paal te gaan staan. Staak, vrienden en vriendinnen! We houden de eer aan onszelf, zodat ze eindelijk weten wie ze missen.
En lees het interview met de ‘jonge’ Thibaut Courtois in ‘Helden van de Champions League 1993-2022’.