Terug naar school betekent elk jaar ook het einde van de zomermercato in het voetbal. Er werd met geld gegooid alsof er geen seizoen geweest is zonder toeschouwers in de stadions. Vooral in de laatste dagen en uren van de transferperiode leek er geen rem te staan op de kooplust van een aantal clubs. FC Paniek, vanwege de angst om te degraderen of naast de prijzen te vallen. Goed beleid voer je niet in de laatste uren van de transferperiode.
In de onderste regionen roerde vooral OH Leuven zich. De Thaïse eigenaar met de onmogelijke naam had onvoldoende vertrouwen in de kansen op het behoud, zelfs na het overtuigende gelijkspel van vorige zondag bij Antwerp. De andere bodemploegen keken vooral toe. KV Oostende werd nog verder gepluimd en lijkt gelukkig desondanks gewapend om zich te redden.
Het waren vooral de zogenaamde topclubs die met de miljoenen zwaaiden. Zij beschikken nu zowat allemaal over een kern van dertig à 35 spelers. Het overduidelijke bewijs van een falend transferbeleid, want heel wat van die jongens geraak je zelfs gratis niet meer kwijt. Anderlecht spant wat dat betreft de kroon, hoewel één met doornen. Adrien Trebel, opnieuw een speler van de B-kern, strijkt jaarlijks nog altijd een kleine drie miljoen euro op. Boubacarr Sanneh, de verdediger die Marc Coucke absoluut wilde hebben en waarvoor hij acht miljoen euro betaalde, mocht gratis vertrekken.
Landskampioen Club Brugge schakelde de voorbije dagen een paar versnellingen hoger. Dat had niets te maken met de 6-1 afstraffing in Gent, heette het, maar het zal zeker geholpen hebben om een paar zaakjes door te drukken. Zeven spelers in twee dagen, met een nieuw clubrecord voor Sowah (negen miljoen euro) en opvallend veel verdedigers, met Jack Hendry van KV Oostende (kostenplaatje zeven miljoen euro) als duurste vogel.
De kampioen van deze zomer is echter Antwerp. De Great Old trok maar liefst elf nieuwkomers aan. Alsof de club wilde bewijzen dat ze ook zonder Luciano D’Onofrio spelers kan kopen. Alsof het een kunst is te kopen als je geld in overvloed hebt. Of wilde voorzitter Paul Geysens nog eens bewijzen dat hij meer centen heeft dan Bart Verhaeghe?
Het staat in ieder geval haaks op alle voetbalwijsheden. Je kan een ploeg kopen, maar zelfs met veel geld moet je aan een ploeg bouwen. Paris Saint-Germain en Manchester City hebben allebei al meer dan een miljard euro aan transfers besteed, maar het is nog steeds wachten op het realiseren van de grote droom: de beker met de nog grotere oren.
Elf nieuwe spelers, begin er maar aan als coach. Zeker als je zelf ook nieuw bent, zoals Brian Priske. Het wordt zoeken naar de sterkste elf, de kwaliteiten en gebreken van de nieuwkomers en vooral de balans in het team. Het duurt in het allerbeste geval nog minstens een maand vooraleer er een hiërarchie in de kleedkamer tot stand komt en de nieuwkomers op elkaar ingespeeld zijn. Dan zijn al minstens tien wedstrijden gespeeld in de nationale competitie, een derde van het reguliere seizoen, en zitten we halfweg de poules van de Europese bekers. De komende weken wordt het vooral zaak de schade te beperken.
Nog twee bedenkingen bij deze stortvloed aan (buitenlandse) transfers: kunnen we nog verbaasd zijn dat veel jonge talenten er de voorkeur aan geven hun kans in het buitenland te wagen en als er zoveel geld in ons voetbal zit – zelfs na het financieel moeilijkste seizoen in de geschiedenis van het profvoetbal – zijn de fiscale voordelen voor het voetbal meer dan ooit onverdedigbaar.