Geboren: 5 maart 1945
Nationaliteit: Belg
Positie: verdedigende middenvelder/libero
Clubs:
1964-1974: Club Brugge
1974-1977: Anderlecht
1977-1978: Stade Reims
1978-1980: AA Gent
Trofeeën:
Kampioen van België: 1973
Beker van België: 1968, 1970, 1975, 1976
Europacup II: 1976
EK: brons 1972
Individuele trofeeën:
Gouden Schoen: 1971
Interlands: 32 (1)
Erwin Vandendaele werd aan het einde van de oorlog in Metz geboren. Zijn vader was een Duitse soldaat, die het krijgsgeweld niet overleefde. Hij verhuisde met zijn Vlaamse moeder naar Gavere en Racing, de plaatselijke eersteprovincialer, werd zijn eerste club. Hij was nauwelijks zestien toen hij in het eerste team als aanvaller debuteerde.
In de spits was geen plaats voor hem bij Club Brugge, maar hij verwierf desondanks een vaste plek Eerst op het middenveld, later als libero. Hij won twee bekerfinales met blauw-zwart en veroverde in 1973 de landstitel, pas de tweede uit de geschiedenis van Club.
Vandendaele was een sierlijke speler, die zelden of nooit balverlies leed. Hij leek zich soms was superieur te voelen op het veld en oogde wat flegmatiek. Ernst Happel, de nieuwe sportieve baas van blauw-zwart, beschuldigde hem van luiheid en botste met zijn aanvoerder.
Constant Vanden Stock, de voorzitter van Anderlecht, zag een buitenkansje en trok Vandendaele voor tien miljoen frank aan. In het Astridpark werd hij snel tot aanvoerder benoemd en reeg de successen aan elkaar. Hij won nog twee Belgische bekerfinales (in 1976 scoorde hij in de eindstrijd tegen Lierse: 4-0). Ook Europees volgde er zilverwerk. Vandendaele ontbrak vanwege een blessure in de eindstrijd van de Europese Beker voor Bekerwinnaars tegen West Ham (4-2), maar was er een jaar later wel bij toen de finale tegen HSV werd verloren.
Na die ontgoocheling volgde een seizoen bij Stade Reims, dat zich maar net in de hoogste klasse kon handhaven. Hij tekende voor AA Gent, waarmee hij naar eerste klasse promoveerde. Nadien werd hij speler-trainer van US Doornik en werkte ook nog als coach van AA Gent en RWDM.
Erwin Vandendaele kreeg in 1971 de Gouden Schoen en dankte die vooral aan zijn prestaties met de nationale ploeg, waar bondscoach Raymond Goethals hem als verdedigende middenvelder uitspeelde terwijl hij op clubniveau als laatste man acteerde. Vooral het beslissende gelijkspel (1-1) in de groepsfase van het EK 1972 tegen Portugal, waarin hij Eusebio aan banden legde, gaf de doorslag. Vandendaele, die in Mexico 1970 niet van de bank kwam, speelde beide partijen van de EK-eindronde in eigen land die brons opleverde.
QUOTE
Vandendaele was een sierlijke, flegmatieke libero
Happel beschuldigde hem van luiheid, waarna hij naar Anderlecht vertrok