donderdag, april 25

EK-dagboek van een journalist (8): 27 juni

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het ontbijt maakt pas echt duidelijk dat Spanje nog rode zone is. Elke croissant, elke koffiekoek is in een plastic doosje verpakt. Elke snee brood zit dan weer in een papieren zakje en om het brood in de toaster te stoppen, moet je plastic wegwerphandschoenen aantrekken.

Ik blijf lang aan tafel kletsen met Eddy en Peter, maar houd vast aan mijn plan. Het is meer dan twintig jaar geleden dat ik Sevilla was en ik wil een verse impressie van deze mooie stad.

Ik neem een taxi naar de Plaza del Triunfo. De chauffeur draagt een mondmasker en heeft de voorste en achterste stoelen gescheiden door een plastic scherm. Het doet aan een Londense taxi denken, ook al is dit een gewone Toyota Corolla. Wat een verschil met het eveneens rode St.-Petersburg. Het kan dan ook niet echt verbazen dat de cijfers in Rusland dramatisch zijn.

Ik stap in een fiaker. Dankzij koetsier Ivan en zijn paard Tartan (de Schotten zijn dan toch nog aanwezig op Euro 2020) hoef ik me niet in het zweet te lopen en rijd ik langs de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad. 45 euro voor een rit van veertig minuten lijkt me zeer billijk.

Tijdens de rondrit wordt het overduidelijk dat de Portugese fans veel talrijker en luidruchtiger zijn dan de Belgen. Er wordt gezongen en gedanst. Corona is ook hier even ver weg.

Nadien eet ik tapas op een terrasje in de schaduw van de Torre del Oro (de gouden toren). Aan de overkant van de Guadalqivir staat een gelijkaardig bouwwerk. In de Middeleeuwen werd tussen beide torens een ketting aangebracht die verhinderde dat vreemde schepen de rivier op voeren. Misschien een idee voor Roberto Martinez om Toby Alderweireld en Jan Vertonghen straks te verbinden.

In de bus op weg naar het stadion krijgen we een FFP-masker (zo’n vogelbekje). Extra voorzichtigheid is geboden. Een technicus van RTBF is immers positief getest. We moeten extra voorzichtig zijn.

De parkeerplaats van de persbus is een eind weg van de persingang. De controle is bijna zo streng als in Rusland. Alleen in Denemarken was het schappelijk. Wat bezielt Uefa om de journalisten zo streng te controleren? Is het pestgedrag? Het is onmogelijk om alle toeschouwers, zelfs als het stadion slechts voor een kwart mag gevuld worden, zo grondig te controleren. De toeschouwers zouden uren vooraf moeten opdagen.

Het duurt ruim een half uur voor iedereen door de controle is. De perszaal is aan de andere kant van het stadion. 2300 stappen alles bij elkaar. Vooral voor de fotografen, met al hun materiaal, is dit behoorlijk zwaar.

Oranje is al aan het voetballen als we het perscentrum bereiken. Onze noorderburen leren wat wij al wisten: Tsjechië heeft een sterke ploeg. De Rode Duivels mochten maanden terug best tevreden zijn met het gelijkspel in Praag in de voorronde van het WK 2022.

Dan is het tijd om de klim naar de nok van het stadion aan te vatten. De lift waarover ik het gisteren had, kruipt naar boven. Voortdurend denk je: als hij het maar haalt. Niets voor mensen met hoogtevrees, zoals ik. Ik blijk bovendien op de op één na hoogste rij te zitten. Nog eens bijna zestig treden. Zelden zo ver van het speelveld gezeten. Maar het resultaat maakt alles goed. Ook een alweer veel te korte nacht en dat is niet vanwege de sangria, want zo laat zijn alle tenten alweer dicht.

 

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Comments are closed.