Een nieuwe dag, een nieuwe covidtest. De derde in vier dagen. Van die van gisteren op de luchthaven heb ik nog steeds geen resultaat gekregen. Zal dus wel negatief geweest zijn. Anders zouden er wellicht al enkele heren in witte jassen uitgerukt zijn.
Aftandse Renault
Gisteren was het mijn dag niet. ’s Morgens de verkeerde afrit genomen op de Antwerpse ring, ’s avonds me van uur vergist. Stomweg vergeten dat het in Rusland een uur later is. ‘Neem een Uber’, laat Eddy Snelders me weten. Ik heb iets principieels tegen Uber en bovenal ik heb er geen verstand van. Anna, de Russische medewerkster van ons reisagentschap, doet de bestelling en ik betaal cash aan haar. 260 roebels, drie euro. Zal dus om de hoek zijn.
Het blijkt ruim een kwartier rijden. De chauffeur is een norse man, die aan alle Russische vooroordelen beantwoordt. Zijn aftandse Renault, waarvoor wellicht geen vervangstukken meer te vinden zijn, scheurt door de straten alsof hij solliciteert voor een plaats op de pole in Francorchamps. Als ik hem honderd roebels extra toeschuif, hoor ik voor het eerst zijn stem. ‘Spasiba’, dank u.
Het restaurant Letuchiy Gollandets, de Vliegende Hollander, is een grote houten boot. Daarvoor ligt een groot terras op het water. Het kader is weer-ga-loos, het VRT-gezelschap aangenaam en het eten voortreffelijk.
Op een bootje
De tv- en (radio-)jongens maken lange dagen. Na het eten rijden we naar het immense plein voor de Hermitage, één van de belangrijkste musea in de wereld. Peter Vandenbempt en Ruben Van Gucht doen nog een stand-up voor Villa Sporza. Een grote vrachtwagen, die de straten schoonveegt, draait het plein op. Slechter kon hij zijn moment niet kiezen. Nu weet u wat u op de achtergrond hoorde.
Vanmorgen na het ontbijt heb ik Anna opnieuw een Uber laten bestellen. Honderd roebel, 1,20 euro. Een rustige chauffeur met mondmasker zet me af voor het Fabergé-museum. Juist, die van de beschilderde eieren, om het oneerbiedig te zeggen.
Ik ga bootje varen, maar het eerste vertrek is pas over een half uur. Ik ga een bar binnen en bestel bruiswater. Dat blijken ze niet te hebben. Plat, dan maar. Het is kraantjeswater, maar wel ‘free’.
Ik meld we weer aan de vertrekplaats van de boten. ‘De uitleg is wel alleen in het Russisch’, waarschuwt de vrouw van het loket. ‘Mijn Russisch is perfect’, antwoord ik lachend vanachter mijn mondmasker. ‘De trip duurt 75 minuten en kost 900 roebel (11 euro)’, gaat ze onverstoorbaar verder. Als ik met een biljet van duizend roebel betaal, krijg ik tweehonderd roebel terug. ‘U bent nog student’, zegt ze. ‘Juist’, repliceer ik. ‘Ik leer nog elke dag bij.’ Ja, op matchdag ben ik bij de pinken.
Te warm
Mijn kennis van het Russisch blijkt geen opschepperij. Telkens de hele boot naar links kijkt, doe ik dat. En naar rechts net wanneer de anderen dat ook doen. Ik hoor ook de namen van Peter (ik veronderstel de Grote), Poesjkin (een oude bekende, want de naam van mijn rosse kater), Dostojevski, Tolstoj en Gogol voorbjkomen. Zou ik voor de rest iets gemist hebben? Dacht ik niet.
Het is heerlijk op het water en vooral lekker fris onder de talrijke bruggen. De boottocht had langer mogen duren. Ik wandel nadien over Nevski Prospect, de Champs Elysées van St.-Petersburg. Wat een wonderbaarlijk mooie stad, die zich ‘het Venetië van het Noorden’ noemt. Klinkt bekend in de oren.
Opvallend, de terrasjes zijn zo goed als leeg. Het is gewoon te warm. Zou Sevilla nog warmer worden? Ik wandel ergens naar binnen voor een salade. Het toilet is echter ronduit smerig en dat voorspelt weinig goeds voor de keuken. Ik verhuis naar het terras van de buren. Een Georgisch restaurant, zo blijkt. De salade, op de komkommer na, smaakt.
Saved by the Devil!
En dan beginnen de problemen. Anna is niet in de buurt. Ik sta op Nevski Prospect te zwaaien als een vod aan een mast, maar word door elke taxi straal genegeerd. Er zit niets anders op dan Uber op mijn gsm te installeren. Dat lukt wonderwel, tot ik mijn bestemming moet invoeren. Ik vraag hulp aan een Russisch koppel dat wat Engels spreekt, maar hun vraag om op Uber het Russisch in te voeren gaat me te ver. Een tiental minuten geleden heb ik vier Rode Duivels op een terrasje zien zitten. Eén van hen weet dat je in Rusland Yandex nodig hebt om een Uber-taxi te bestellen. Klinkt logisch, althans in Rusland.
Ik ga aan de slag en krijg de heuglijke mededeling dat er over vijf minuten een witte Golf me komt oppikken. Gered!