vrijdag, april 19

Duivels dagboek 11 juli Sapsan-trein: wie heeft met zo’n commentator beelden nodig?

Pinterest LinkedIn Tumblr +

The morning after. Een gevoel van leegte. Berusting in plaats van hoop en verlangen. Ik heb plots te doen met de collega’s die vannacht na de nederlaag tegen Frankrijk meteen naar de luchthaven zijn vertrokken voor een vlucht naar Moskou om half vijf ‘s morgens. De enige mogelijkheid om de tweede halve finale tussen Engeland en Kroatië bij te wonen. Een duel dat gisteravond voor ons flink aan waarde inboette.

De eerste Belg die ik aan het ontbijt tegen kom, is bondsvoorzitter Gerard Linard. ‘Jammer’, zegt hij. ,Maar om door te gaan, moet je scoren. Ik had het gevoel dat we nog tien uur hadden kunnen voetballen zonder een doelpunt te maken.’

De overgrote meerderheid van de Belgische persmeute kan alleen vanavond en met de trein in Moskou geraken. Ik behoor tot de gelukkigen die om zeven uur vertrekken. De anderen zijn twee uur later aan de beurt. Dat wordt toch weer twee uur vannacht voor ze in het hotel zijn.

Het betekent wel dat we een hele dag voor de boeg hebben in het schitterende St.-Petersburg. Ik laat de taxi nog even wachten om mijn pet te gaan halen. De zon is terug en met mijn steeds schaarser wordende haren kan dat problemen opleveren.

De chauffeur zet ons af op Nevsky Prospect, de Champs Elysées van ‘Peterburgia’, ter hoogte van het befaamde café Singer. Daar beginnen we aan een anderhalf uur durende boottrip door de kanalen van de stad.

Zodra de motor aanslaat, verdwijnt de zon en tien minuten later begint het te regenen. Geen nood, er zijn WK-paraplu’s voor iedereen aan boord en tien minuten later is de bui alweer over de Oostzee verdwenen. Er is een massa volk op de been, maar het WK lijkt voorbij. Een groepje van tien, twaalf Fransen, een paar verdwaalde gele kanaries, maar geen enkel Rode Duivels-shirt te bespeuren. Allemaal al naar huis?

Om half zes zitten we op de bus naar het station. De VRT is echter nog bezig met een bijdrage voor het Journaal door te sturen, zodat we een kwartier vertraging hebben. De zon is terug van de partij en het lijkt alsof de hele stad over Nevsky Prospect en het plein voor de Hermitage flaneert. De bus zet ons tot overmaat van ramp op zo’n vijfhonderd meter van het station af.

Het wordt hollen, want we moeten nog twee keer langs de veiligheidscontrole passeren. Geen tijd meer om een broodje te kopen. Ik zie een paar collega’s treinstel nummer één instappen en vloek binnensmonds, want ik zit in wagon elf. Dat wordt tweehonderd meter stappen.

Ik moet verkeerd zijn. Dit is eerste klasse. Maar alle cijfers kloppen en de conducteur houdt me niet tegen. Ik voel me wat onwennig in mijn wat sjofel shirt tussen al die heren in strak pak.

Nee, dit moet een vergissing zijn. Wanneer word ik naar de wagons met het plebs verwezen? Plots komt Kevin, de klankman van de VRT, echter naast me zitten. Dit kan geen toeval zijn. We zijn allebei met ons poep in de boter gevallen.

Een zee aan beenruimte, een stoel die langs onder en boven kan kantelen en een vriendelijke mevrouw die ons een paar aansteekpantoffels brengt. Heb ik het laatste transfernieuws gemist? Is Murphy naar mijn team overgestapt?

Of ik een glaasje champagne lust? Sommige mensen kunnen echt heel domme vragen stellen. Een bordje kaas sla ik ook niet af. Ik moet toch iets eten.

Russen houden er soms vreemde eetgewoontes op na. De soep wordt vaak na het hoofdgerecht geserveerd en hier blijkt de kaas een aperitiefhapje. We kunnen uit drie verschillende driegangenmenu’s kiezen. Dat wordt echt niet simpel. Ik begin met een Caesar salade met garnalen. De hoofdmoot wordt zalm met gallo pinto ( wat rijst met zwarte bonen blijkt te zijn), ratatouille en ‘sauce vierge’. De uitsmijter wordt een parfait van bosbessen en passievruchten.

Bij de koffie suiker, maar geen melk. Klein minpuntje voor de Russische spoorwegen. En veel erger: ook hier doet de wifi het niet. Zonde, anders hadden we naar Engeland-Kroatië kunnen kijken. Peter Vandenbempt brengt echter meer dan troost en de kilometers vliegen voorbij. Kedeng, kedeng, kedeng, kedeng. Wie heeft met zo’n commentator beelden nodig?

.

 

 

 

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

2 reacties

  1. Pingback: Kampala International University

  2. Pingback: MEGAC4

Leave A Reply