Zonder ophef elders in het land onderging Vitesse Arnhem dit jaar een injectie uit de Duitse School. Groot was het contrast met de verwachtingen bij de komst van de wel erg luid bezongen Roger Schmidt naar PSV. In maart al streek Johannes Spors in Oost-Gelderland neer als technisch directeur, eind mei volgde zijn landgenoot Thomas Letsch hem als coach.
Nu de competitie in de Eredivisie acht ronden op gang is, kan worden vastgesteld dat het Duitse duo snel een stempel heeft gedrukt op Vitesse. De spelopvattingen zijn herkenbaar, de zogeheten lastposten Bazoer en Tannane ontpoppen zich als steunpilaren, de huurlingen hebben snel hun draai gevonden, jeugdige talenten krijgen de kans op speeltijd en het vertrek van aanvallers als Linssen, Matavz en andere kernspelers heeft Vitesse er vooralsnog geenszins zwakker op gemaakt.
Die ontwikkeling krijgt gestalte op de ranglijst. Alleen de uitwedstrijd bij Ajax ging voor Vitesse verloren, met 2-1, nadat de gelijkmaker net zo dichtbij was geweest als een ruimere zege voor de Amsterdammers. Met een gelijk aantal punten voeren beide ploegen de ranglijst aan.
LETSCH EN SCHMIDT
Opmerkelijk is ook dat Vitesse, eerder zelfs dan PSV, het resultaat van de Duitse lessen laat zien. Beide coaches kennen eenzelfde achtergrond. Schmidt en Letsch werkten samen bij Red Bull Salzburg. Johannes Spors, de technisch directeur, was bij Hoffenheim actief toen Julian Nagelsmann er hoofdcoach was en hij werkte als hoofd scouting bij Red Bull Leipzig in de periode dat Timo Werner en Dayot Upamecano daar werden ontdekt. Via Hamburger SV kwam Spors dit jaar naar Vitesse.
Johannes Spors kan dus vergelijken. ,,Thomas Letsch en Roger Schmidt komen uit dezelfde school, ze hebben dezelfde opvattingen, maar het zijn verschillende persoonlijkheden die ook in hun tactische uitvoering het verschil laten zien. Dat zie je terug in details, maar het gaat te ver om dat uitvoerig toe te lichten”, zegt Spors.
BAZOER
Zichtbaar bij Vitesse is dat Letsch heeft gekozen voor een systeem met drie centrale verdedigers van wie Riechedly Bazoer de brug naar voren moet slaan. In die rol lijkt hij stabiliteit te vinden. Zijn passing en traptechniek zijn zo goed dat Bazoer dit seizoen tot de spelers met de meeste assists in de Eredivisie behoort.
Bazoer, met roots van Curacao en nog maar net 24 jaar, was altijd al een hartstochtelijk bejubeld talent. In de jeugd bij zowel PSV als Ajax hadden ze veel met hem te stellen. Als speler van Ajax kwam hij tot zes interlands. Maar nadat VFL Wolfsburg 12 miljoen euro voor hem had betaald, stagneerde zijn carrière. Ook bij FC Porto en terug in zijn geboortestad bij FC Utrecht kon hij de verwachtingen niet inlossen. In de zomer van 2019 streek Bazoer bij Vitesse neer, waar zijn lang verborgen talenten nu gaandeweg weer glans krijgen. Een rode kaart, afgelopen zondag opgelopen na een onbezonnen charge, werpt hem nu wel even terug.
TANNANE
Om de accu op te laden kan Bazoer te rade gaan bij Oussama Tannane, 26 jaar en international van Marokko. Ook Tannane heeft een woelig verleden achter de rug. In 2016 verhuisde hij van Heracles Almelo naar Saint-Etienne, hij speelde met Las Palmas in de Primera División, maar nergens oogstte hij veel applaus met zijn technische vaardigheidjes; ook niet na terugkeer in Nederland bij FC Utrecht en vanaf 2019 bij Vitesse. Zijn grilligheid staat hem nogal eens in de weg, zo bleek vorige maand ook bij Vitesse toen hij met rood het veld af moest na luid hoorbaar de scheidsrechter tot herhalens toe voor ‘mafkees’ te hebben uitgemaakt.
Het is Thomas Letsch kennelijk wel gelukt Bazoer en Tannane een belangrijke rol voor Vitesse te laten spelen. Dat doen ze in een heel ander elftal dan het team dat vorig jaar vrij kleurloos zevende stond op het moment dat de competitie stil werd gelegd.
HUURLINGEN
Geen cent transfergeld mocht Vitesse besteden van de Russische eigenaar Valeriy Oyf. In de zoektocht was het oog daarom gericht op transfervrije spelers en talenten die bij grotere clubs konden worden gehuurd. Zo pikte Vitesse centrumverdedigerJacob Rasmussen op bij Fiorentina, middenvelder Idrissa Touré bij Juventus en de aanvallers Armando Broja en Loïs Openda bij respectievelijk Chelsea en Club Brugge.
Hun clubs kon Vitesse overtuigen met verwijzing naar de ontwikkeling die bijvoorbeeld Martin Odegaard (Real Madrid) en Mason Mount (Chelsea) in Arnhem hebben doorgemaakt. ,,Bij het huren van spelers van grote clubs proberen wij ze te overtuigen van de kansen die er liggen in de Eredivisie. Vitesse speelt niet op het niveau van Juventus, maar wat we hier wel te bieden hebben is het vooruitzicht dat talentvolle spelers in Nederland veel speeltijd kunnen krijgen om door te groeien”, legt technisch directeur Johannes Spors uit.
OPENDA
In dit klimaat voelt ook de Belgische jeugdinternational Loïs Openda zich thuis. Vorig seizoen wilde hij nog niet weg bij Club Brugge toen Feyenoord op de deur klopte. Nadat hem bij Club Brugge voornamelijk nog maar invallersbeurten waren gegund, bleek hij alsnog wel interesse te hebben in een overgang naar de Eredivisie. ,,Minuten. Ik wil veel minuten maken. Die krijg ik hier. De manier van voetbal is ook echt goed voor mij. Het is hier opener, iedereen wil aanvallen. In België moet je veel harder vechten tegen verdedigers, gaat alles dicht en is het vooral zorgen dat je geen doelpunt tegen krijgt. Hier heb ik in de eerste wedstrijden al zo veel ruimte gehad… “, zei Openda in het weekblad Voetbal International.
Loïs Openda heeft inmiddels vier keer gescoord. Volgens de metingen behoort hij tot de drie snelste spelers van de Eredivisie. Zijn spelvreugde en goals staan model voor de opleving die Vitesse dit seizoen doormaakt.
4 reacties
Pingback: Buy magic mushroom
Pingback: click over here now
Pingback: w69
Pingback: a fantastic read