Veertig jaar geleden is het in oktober dat Wilfried Puis overleed, 38 jaar was hij pas. Bij Anderlecht was Puis de voorganger van Rob Rensenbrink, hij speelde 49 interlands. ‘Wilfried Puis kon een tegenstander demonteren met zijn dribbels en met links en rechts een perfecte voorzet geven. Meestal hoefde ik niet eens te springen, want zijn passes waren op millimeter juist’, luidt een citaat van Paul van Himst in het pas verschenen boek Voetbal in Europa van de Nederlandse auteur Erik Brouwer.
Samen met Laurent Verbiest, zijn eveneens jong overleden maatje uit Oostende, komt Wilfried Puis tot leven in het boek. In mei 1980 speelde hij zijn laatste wedstrijd, afbouwend bij VV Coxyde. Een jaar later ging hij naar de dokter, Puis voelde zich niet lekker. ‘Uw maag is een geroeste boel. Breng maar een bezoek aan de notaris. U heeft nog geen 11 dagen te leven’, sprak de arts hem toe.
Wilfried Puis ligt begraven dichtbij Laurent Verbiest, ‘op een strakke voorzet afstand’, zoals een journalist destijds schreef. De vrienden uit Oostende, is de titel van het hoofdstuk dat Erik Brouwer aan ze wijdt.
Wilfried Puis (1943-1981) kwam in 1961 als 18-jarige bij Anderlecht terecht, Laurent Verbiest (1939-1966) een jaar eerder. Beiden werden groot bij de Brusselse club, beiden groeiden er uit tot Rode Duivel. Aanvankelijk reisden ze samen dagelijks met de trein naar Brussel. Ze stapten uit op Bruxelles-Midi en wandelden vandaar naar het trainingsveld. Later gingen ze samen met de auto. Tót die fatale dag in februari 1966. Puis had een afspraak die uitliep. Hij nam de trein. Verbiest reed, met zijn vrouw, terug. Op de rotonde bij Oostende raakten ze in een slip, die eindigde op de vangrail. Alleen zijn vrouw overleefde het ongeluk.
Het hoofdstuk over Wilfried Puis en Laurent Verbiest past in een caleidoscoop met levensverhalen van talenten en sterspelers. Het is een mengeling van successen met drank, onderdrukking, geweld, racisme en onfortuin. Ze passen in een boek dat ook laat zien hoe het voetbal meer dan een eeuw lang voortrolde door de industrialisatie, het fin de siècle, de Groote Oorlog van ’14-’18, de roaring twenties, de crisisjaren, de Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog, de wederopbouw en verzorgingsstaat tot aan het Grote Graaien en de uiteenspattende bubbels van woekerende banken en beursspeculanten en corona.
Erik Brouwer maakte voor zijn boek een roadtrip over het continent, in een variant op het boek, dat auteur Geert Mak In Europa noemde.
Nederland komt aan bod met de culturele en sportieve nalatenschap van het fenomeen Cruijff en de rol van Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard in het AC Milan onder Silvio Berluconi. De afsluiting is een tweeluik over jonge spelers die het voetbal verder moeten geleiden: Kylian Mbappé (Paris Saint-Germain) en Erling Haaland (Borussia Dortmund).
Voetbal in Europa bevat geen illustraties, wél 576 welgevulde pagina’s waarop voetbal, de betekenis en de geschiedenis beeldend tot uitdrukking komen.
Voetbal in Europa is uitgegeven door Inside (Overamstel uitgevers). De prijs is 22,99 euro.