Frank (voor de stelling): Het begrip ‘ballenvanger’ heeft in de loop der jaren meerdere betekenissen gekregen. Van speeltoestel tot beschermstuk der edele delen. Voor een doelman geldt dit predicaat tegenwoordig als een diepe belediging. Iemand heeft ooit bedacht dat deze zich niet moet beperken tot het tegenhouden van schoten op doel, maar vooral ook moet mee voetballen, opbouwen van achteruit en het teamuitje organiseren. Laat ik iedereen die dit onzalige idee een warm hart toedraagt uit de droom helpen … 98% van alle doelmannen heeft hier de grootste moeite mee, althans met het opbouwen en meevoetballen en houdt aan het idee alleen al blijvende psychische klachten over.
Liverpool – Real in het miljoenencircus was hier afgelopen week tweemaal een doeltreffend voorbeeld van. Als keepers konden voetballen dan stonden deze dikke, lelijke lomperiken wel in het veld en niet in de goal of achter de bar.
In de gloriedagen van PSV – ja beste lezertjes … die zijn er ooit geweest – was Jan van Beveren dé ballenvanger pur sang. En dan niet zoals wij dat met trefbal plachten te doen, maar vaak met een spectaculaire katachtige duik richting de bovenhoek. Iedereen wilde Jan van Beveren zijn, maar zoals dat voor de meeste zaken geldt: many were called, but few are chosen … en een van die weinigen was de onvolprezen Piet Wolfs, destijds ons slot op de deur, zeg maar het Farmers Defence Force avant la lettre. Waarschijnlijk was onze spruitjesteler een van de laatste echt getalenteerde keepers die ons land gekend heeft.
Spijtig dat er geen helden meer als Van Beveren of Wolfs worden voortgebracht, maar laten we wel wezen … hoe erg is dit afgezet tegen de huidige wereldproblematiek ? Okay, je verliest er nog wel eens een WK-finale door: de goal of achter de bar.
Aan Hans van Breukelen en Edwin van der Sar merk je dat mensen die te lang in het benauwende doelgebied hebben verbleven op zeker moment toch erens een afslag missen en het spoor bijster raken. Bovendien is de samenleving – en vooral ikzelf – in deze tijd van personele schaarste veel meer gebaat bij kundige tegelzetters, elektriciens en loodgieters dan nog meer bijloodjes, noppertjes en drommeltjes.
Peter (tegen de stelling): ‘Blijkbaar heerst in ons land geen goed klimaat voor keepers. Afgezien van Van der Sar heeft Nederland nooit topkeepers voortgebracht.’ Dat schreef ik een paar maanden geleden op deze plek. Het had te maken met de keeperskeuze van Oranje voor het WK.
Het woordje ‘meer’ in de huidige stelling, suggereert dat Nederland in het verleden met regelmaat topkeepers heeft afgeleverd. Dat is echter niet het geval. Alleen al daarom ben ik tegen de stelling, maar er is nog een reden … de minst gepasseerde keeper in de Eredivisie is een Duitser. Ofschoon Unnerstall bij de wedstrijd tegen Go Ahead een offday had en er daarna ook van PSV werd verloren, heeft hij nog steeds de minste doelpunten geïncasseerd. En dan te bedenken dat PSV hem een paar jaar geleden naar FC Twente liet vertrekken en daarvoor Drommel terugkreeg. Unnerstall kon niet meevoetballen!
Een slechtere ruil was echter niet denkbaar. In Eindhoven weet men dat inmiddels ook en dus staat Benitez nu onder de lat. Een nog beter gemiddelde dan Unnerstall kan trouwens de keeper van Slekker Boys, Sander Wijnen, voorleggen: slechts 6 tegendoelpunten na 14 wedstrijden. Weliswaar keepend op een veel lager niveau, maar je moet het maar doen.
Het lijkt typisch een euvel van Nederlandse clubs om de bal in de verdediging rond te blijven spelen alvorens een aanval te starten. Wie laatst Borussia Dortmund tegen Chelsea zag spelen en een dag later de eerste wedstrijd van Ajax tegen Union Berlin, zal opgevallen zijn dat bij Ajax de verdedigers de bal eindeloos naar mekaar toeschoven en daarbij ook steeds de keeper betrokken. Er zat totaal geen verrassing in het spel van Ajax.
De wedstrijd van Dortmund tegen Chelsea was een verademing. Een week later volgde de masterclass van Real tegen Liverpool, het was genieten! Snelheid, mooie aanvallen en doelgericht. Natuurlijk heeft het met de mindere kwaliteit van de Ajax-spelers te maken, maar op eigen helft win je geen wedstrijden. Het vorenstaande is wellicht de reden dat in Nederland de mening heerst dat een keeper moet kunnen meevoetballen. De ‘ballen-tegenhoudende-keeper’ komt daardoor niet meer aan de bak in ons land. Unnerstall is wél zo’n keeper. De Duitser kan niet meevoetballen, maar houdt wel zijn doel schoon. Dat meevoetballen wordt trouwens zwaar overschat. Te vaak zien we dat zelfs de (vermeend) goed meevoetballende keepers in de fout gaan. Het gebeurt ook topkeepers. Dat bewezen Courtois en Becker vorige week. Het slippertje tegen Liverpool valt echter in het niet bij de manier waarop Courtois, Real vorig jaar met fenomenaal keeperswerk de Champions League bezorgde.
In veel sporten behoren Nederlanders tot de mondiale top. Talent is er bij de vleet in ons landje. Het kan niet anders dan dat er in Nederland ook topkeepers rondlopen. Zoek niet meer alleen naar meevoetballende keepers, maar geef de ‘ballen-tegenhoudende-keeper’ een kans. Laat ze dan ook gelijk een vechtsport training volgen, dat kan weleens van pas komen zoals we onlangs in Eindhoven zagen!